Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Twee jaar na de ramp in Tsjernobil

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Twee jaar na de ramp in Tsjernobil

Gevolgen van ongeluk met kerncentrale zijn hier en daar nog merkbaar

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

BONN — Twee jaar na de kernramp in Tsjernobil worden in Groot-Brittannië nog grote kudden besmette schapen apart gehouden, laten Turken nog altijd hun favoriete thee staan, en blijven bezorgde ouders in de Bondsrepubliek metingen verrichten naar radioactiviteit. In het Oostblok is de nieuwbouw van kerncentrales sinds de ramp intussen op volle sterkte voortgezet.

De ergste kernramp uit de geschiedenis gebeurde op 26 april 1986. Een reactor van de kerncenjtrale in de Oekraïne barstte open ten gevolge van ieen explosie en een daaropvolgende brand, en istuurde grote wolken radioactieve stof de lucht in. Gedragen door sterke wind verspreidde de radioactieve "fall-out" zich over de wereld, om vooral 'neer te komen waar het op dat moment regende (of sneeuwde. Buiten de Sowjet-Unie werden met jname Scandinavië, Polen, Groot-Brittannië en het izuiden van de Bondsrepubliek getroffen. In de Sowjet-Unie kwamen 31 mensen om het leven en werden duizenden anderen. blootgesteld aan gejvaarlijke doses radioactieve straling. ' Hoewel de meeste Westeuropese landen snel maatregelen troffen en de schade daardoor beperkt konden houden, kampen de zwaarst getroffen gebieden twee jaar na dato nog met aanzienlijke problemen. In de minder ernstig besmette gebieden van Zuid-Europa melden de autoriteiten dat de radioactieve straling in de lucht en in het voedsel weer is teruggezakt tot aanvaardbare niveaus. Toch durven de Turken nog altijd niet van hun eigen thee te drinken. Thee en hazelnoten uit Turkije werden na de ramp door de EG geweerd, omdat zij te hoge stralingsdoses bevatten. De Turkse regering heeft gezegd dat de partijen zijn vernietigd, maar volgens recente persberichten hebben heel wat gewetenloze handelaren de thee gewoon overgepakt en onder andere naam verkocht.

In Groot-Brittannië worden op 750 boerderijen 500.000 besmette schapen apart gehouden en in Zweden zijn dit jaar 30.000 rendieren ongeschikt verklaard voor consumptie, nadat vorig jaar 75.000 van deze dieren wegens een te hoge besmettingsgraad werden vernietigd.

Zweden heeft gezegd dat een snelle reactie op het ongeluk de rendierindustrie en het traditionele bestaan van de Laplanders, die rendieren fokken, voor de ondergang heeft behoed. Volgens voorzitter Bengt Ekendahl van een door de regering benoemde commissie zal het echter nog 20 tot 30 jaar duren voor de rendierteelt de gevolgen te- boven zal zijn gekomen, vooral omdat de dieren zich voeden met mossen die heel lang radioactief blijven. Zweedse milieu-activisten zeggen dat niet alleen rendieren, maar ook vissen, paddestoelen, bessen en vlees uit het zwaarst getroffen centrale deel van Zweden twee jaar na de ramp nog niet eetbaar zijn.

In de schapenteeltgebieden van Cumbria, Noord-Wales, Zuidwest-Schotland en Noord-Ierland, waar het kort na het ongeluk in Tsjernobil hard regende, ligt de radioactiviteit nog hoog boven het door de regering aanvaardbaar geachte niveau. Britse boeren hebben van de regering meer dan tien miljoen pond (35 miljoen gulden) ontvangen.

In Oostenrijk en de zuidelijke delen van de Bondsrepubliek worden reeën en wilde zwijnen ongeschikt geacht voor consumptie; er wordt niet meer op de dieren gejaagd. Ook paddestoelen worden niet veilig geacht, en de Oostenrijkse regering heeft de bevolking op het hart gedrukt er hooguit tweemaal per maand van de eten. Het Westduitse weekblad Der Spiegel berichtte onlangs dat het aantal verkeersongelukken waarbij reeën zijn betrokken sinds Tsjernobil scherp is toegenomen, waarschijnlijk omdat de jagers uit vrees voor besmetting niet langer jacht maken op de dieren.

"Politieke fall-out"

De wat je zou kunnen noemen "politieke fallout" van de ramp blijft eveneens actueel. In de Bondsrepubliek wordt tussen regering en oppositie geruzied over de vraag of er een veilige kernindustrie kan bestaan. Volgens Lieselott Blunck van de SPD heeft Tsjernobil duidelijk gemaakt dat beveiliging tegen rampen van deze omvang onmogelijk is. Martin Gruener van het ministerie voor milieubescherming en veiligheid van kernreactoren heeft geprobeerd het publiek te sussen met de verzekering dat op de lange duur in de Bondsrepubliek geen nadelige effecten voor de volksgezondheid van de ramp te verwachten zijn.

In Zwitserland hebben milieu-activisten en tegenstanders van kernenergie dit jaar voldoende handtekeningen bijeen gebracht om twee referenda over kernenergie af te dwingen. Een van de volksraadplegingen vraagt de bouw van nieuwe kerncentrales voor een periode van tien jaar stop te zetten. De tweede vraagt de bevolking in te stemmen met ontmanteling van de vijf bestaande centrales en een verbod op de bouw van nieuwe. De referenda zullen waarschijnlijk niet vóór 1990 in stemming worden gebracht.

In Italië heeft Tsjernobil de facto geleid tot stopzetting van het uitbreidingsprogramma voor kernenergie.

Meer samenwerking

Het ongeluk heeft ook enkele positieve effecten gehad in de vorm van een betere samenwerking tussen Oost en West. In maart bracht een Sowjetdelegatie een bezoek aan Groot-Brittannië, waar de twee landen elkaar beloofden informatie over de veiligheid van kerncentrales uit te wisselen en elkaar op de hoogte te stellen als er sprake is van belangrijke lekkages.

De Bondsrepubliek heeft technische gegevens over veiligheid verschaft aan de DDR ên heeft vorig jaar met de Sowjet-Unie een overeenkomst gesloten voor samenwerking bij de ontwikkeling van kefnergie.

De meeste Europese landen blijven intussen geimporteerde voedingsmiddelen op radioactieve besmetting controleren, hoewel een algeheel verbod op invoer van bepaalde goederen vorig jaar werd opgeheven.

Directeur Arkadiusz Zmyslowski- van het Poolse atoombureau zei dat in Polen geen gevolgen van Tsjernobil meer merkbaar zijn, en dat de straling is gezakt tot het niveau van voor de ramp.

Ondanks alle geruststellingen en verzekeringen dat de meeste gebieden in Europa niet ernstig besmet zijn geweest, blijven veel mensen zich zorgen maken over de gevolgen op de lange termijn.

Zo blijven bezorgde ouders in het Westduitse Wi.esbaden het voedsel voor hun kinderen controleren op besmetting in een door henzelf opgezet meetstation.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 26 april 1988

Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's

Twee jaar na de ramp in Tsjernobil

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 26 april 1988

Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's