„Taak van de vrouw is heilshistorisch bepaald"
Ds. Tj. de Jong bij KLS te Gouda:
GOUDA - „Het wel in maar niet van de wereld zijn in het hogepriesterlijk gebed spreekt van de roeping, de levensstijl en het voorrecht van Gods eigen volk. Het zal in de eerste plaats nodig zijn onder die noemer te vallen. De vervloeking die uitgaat zal van de wereld, zal niet leiden tot lijdelijkheid, maar tot lijdzaamheid".
Dat zei ds. Tj. de Jong, hervormd predikant te Garderen, zaterdag in Gouda. Hij refereerde tijdens de voorjaarsvergadering van de Kontaktvereniging voor leerkrachten en studerenden op gereformeerde grondslag (KLS). Hij signaleerde in de gereformeerde gezindte steeds meer, dat men niet alleen wil staan, maar hij waarschuwde tevens voor wetticisme, formalisme en „toneelspel".
Heilshistorisch
Hij achtte de plaats van de vrouw heilshistorisch bepaald te zijn. „Zij vertegenwoordigt in haar vrouw-zijn de Kerk van Christus. Dat is beslist geen minderwaardige zaak", aldus de Garderense predikant. Aan de hand van vele verklaarders schetste hij wat dit voor de christelijke gemeente' door de eeuwen heen voor consequenties heeft gehad. De heidense Kanaanieten meenden de godheid een dienst te bewijzen door hun man of vrouw-zijn op te offeren aan de goden en navenant gekleed te gaan. „Kleding moet een expressie zijn van een innerlijke gesteldheid, met inachtneming van Gods scheppingsordinantie", aldus ds. De Jong.
Hij stelde zich op het standpunt, dat er volgens Gods Woord geen enkele gezagspositie te rechtvaardigen valt buiten gezin en school en de tak van directe verzorging. „De functie van directrice van een basisschool kan niet verdedigd worden met te zeggen, dat zij toch maar een afgeleid gezag heeft. Welk gezag is niet afgeleid van God de Heere, Die regeert. Als onderwijzeres heeft zij wel haar gezag ten opzichte van de kinderen in het verlengde van het 'ambt' van vader en moeder, profetisch, priesterlijk en koninklijk te vestigen".
Hij gaf toe deze zaak ten aanzien van bij voorbeeld een bejaardentehuis niet sluitend te krijgen, maar in dergelijke aangelegenheden van geval tot geval te willen beoordelen.
Tijdens de forumdiscussie vroeg forumlid de heer L. M. P. Scholten zich af, of er verschil bestaat tussen de verhouding in het huwelijk en de gemeente en anderzijds de maatschappij. De vraag is, of dat ook voor de maatschappij zo geldt. Maar een veel fundamenteler vraag is, denk ik, of de plaats die wij in het maatschappelijk proces voor de vrouw hebben ingeruimd, wel de juiste is", aldus Scholten.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 25 april 1988
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 25 april 1988
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's