Adoptiefouders wisselen onderling informatie uit
Voorjaarsvergadering Adoptie Vereniging
GOUDA - „De weg die God met ons gaat in ons huwelijksleven, als de verwachte kinderzegen uitblijft, is voor ons vaak niet te voorzien. Maar gelukkig zijn zij, die achteraf mogen zeggen: dit weet ik, dat God mèt mij is, ook als wij soms onze vuist tegen de hemel ophieven of tegen een muur liepen. Gods trouw staat vast tegenover onze afdwalingen, ook als die weg niet zonder kleerscheuren wordt afgelegd".
Zo sprak ds. A. Bac uit Bodegraven zaterdag in Gouda tot vele adoptiefouders en belangstellenden op de voorjaarsvergadering van de Adoptie Vereniging der geref. gezindte. In zijn openingswoord nam voorzitter Bac Psalm 56 als uitgangspunt. David heeft, terwijl Saul hem zoekt te doden, zijn heil in een eigengekozen weg bij de Filistijnen gezocht. Dat was verkeerd. God had David zo vaak uitgered. Maar ook nu laat God deze „zwijgende duif in stille plaatsen" niet aan zijn lot over. God haalt hem uit d.ie moeiten en daarna mag David in deze psalm, een „gouden kleinood". Hem danken voor die uitkomst.
Pastoraat en adoptie
De vergadering stond ditmaal in het teken van informatie 'van binnen uit'. Vier bestuursleden hielden een korte causerie over aspecten van (interlandelijke) adoptie, waarbij natuurlijk vooral eigen ervaringen werden belicht. Die mogen niet generaliserend ook andere ouders worden voorgehouden, maar in de lezingen (en naderhand in de forumdiscussie met deze leden) bleek toch, dat heel wat van die ervaringen door veel ouders gedeeld (kunnen) worden, al dient elk adoptiefkind tegen zijn eigen achtergrond beoordeeld te worden. Dan spelen factoren mee als: hoe jong was het kind toen het naar ons gezin kwam, uit welk land kwam het, hoe zit het met volksaard en karakter, zijn Nederlandse geadopteerde kinderen in zekere zin anders in hun reactie op de adoptie dan kinderen uit Derde-Wereldlanden?
Ds. Bac sprak over de pastorale zorg en de beginfase van een adoptie. Hij verwees naar Psalm 127 en 128 en naar het huwelijksformulier („De kinderen die zij krijgen zullen") en bepleitte toch dat de kinderloze echtparen met hun probleem naar kerkeraad of predikant gaan, hoe moeilijk dat ook is. Hij vroeg ook van de ambtsdragers: eerst luisteren, je inleven, naast die jonge ouders gaan staan. Zondag 10 van de Heidelberger heeft in dit opzicht zeker wat te zeggen. En adoptie mag, in Gods voorzienigheid plaats Hij die kinderen op de weg van kerk en geloof.
Puberteit
Tweede voorzitter H. de Goed benadrukte dat hij in zijn gezin niet had gemerkt dat zijn drie kinderen in hun puberteit anders reageerden dan nietadoptiefkinderen.
Groeistuipen zijn er in deze leeftijdsfase altijd, maar De Goed kon —zonder te willen generaliseren — niet betogen dat er „met adoptiefkinderen in de puberteit" wat aan de hand moet zijn. Hij erkende, dat anderen door andere achtergrond van hun kind wèl die problemen kunnen hebben. Dat hangt misschien ook van adoptie-leeftijd, herkomst en huidskleur af. Wèl zo vroeg mogelijk uw kinderen inlichten over hun geadopteerd zijn, aldus de heer De Goed,
Secretaris F. van Reeden vertelde over het tegelijk adopteren van twee kinderen uit één land en hoe een al aanwezig adoptiefkind dat ervaart. Die reactie is aanvankelijk: beducht voor 'concurrentie', maar later verloopt de aanpassing prima. Ook de reacties van familie en kennissen zijn in ontwikkeling: van aanvankelijk verbaasdheid en reserves (huidskleur, karakter e.d.) of van spontaan meeleven naar een gewoon accepteren.
'Verenigde naties'
De redactrice van Adoptie-Kontakt, mevrouw F. Treurniet-Walraven, besprak tot slot de diverse nationaliteiten van adoptiefkinderen in één gezin. Die diversiteit is herkenbaar, maar deze "verenigde naties" zijn eerder een bron van vreugde dan van zorg. Bovendien zijn de kleine kinderen overal vandaan toch ook weer erg gelijk en later zijn ze allen zeer alert op discriminatie en ze nemen het onderling graag voor elkaar op. Mevrouw Treurniet wees ook op de vrij moeilijke adoptie van Nederlandse kinderen en de voor- en nadelen daarvan, ook voor de afstandsmoeder. Er komen wèl in ons land meer 'niet-Nederlandse Nederlandse' adoptiefkinderen, bij voorbeeld met een (gedeeltelijk) Turkse achtergrond. En terwijl vroeger vooral ongehuwde moeder in ons land hun kind afstonden zijn er nu vaker (echt)paren die een kind ter adoptie aanbieden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 25 april 1988
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 25 april 1988
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's