Zes jaar geëist in hoger beroep wegens doodslag
Verdachten verminderd toerekeningsvatbaar
ARNHEM - Procureur-generaal mr. J. C. M. Couzijn bij het gerechtshof in Arnhem heeft gisteren in hoger beroep zes jaar gevangenisstraf geëist tegen de 20-jarige H. G. uit Apeldoorn. Hij zou samen met de Zaandammers M. S. (26) en W. van P. (22) vorig jaar juni de Deventenaar H. Top van het leven hebben beroofd. Hij zou dermate zijn geschopt en geslagen dat hij aan de gevolgen overleed, aldus de procureur.
De eis van de procureur is conform de eis van de officier van Justitie in Zutphen. De rechtbank in Zutphen veroordeelde het drietal tot drie jaar. De officier van Justitie ging daartegen in beroep.
Ook de twee Zaandammers moesten zich gisteren voor het hof verantwoorden. Tegen hen werd eveneens zes jaar cel geëist. Bij de affaire, die volgens de procureur hard is aangekomen in de Deventer gemeenschap, zou ook een vierde verdachte betrokken zijn geweest. De man, afkomstig uit Oldenzaal, heeft via zijn raadsman bezwaar aangetekend tegen de dagvaarding. Dit bezwaar is volgens het hof inmiddels door de Hoge Raad verworpen. De verdachte zal binnenkort voor de rechtbank moeten verschijnen.
De twee Zaandammers waren volgens de president op vakantie op een nabijgelegen camping. Omdat daar niets te beleven viel, togen zij naar Deventer. Samen met de twee andere verdachten, als hulpkrachten werkzaam op de Deventer kermis, trokken zij volgens de president in hun „baldadige en zeer agressieve stem
buitenreklame
ming" door het stadscentrum. Aan een Fransman vroegen zij naar een gelegenheid waar nog iets gedronken kon worden. Toen deze daarop geen antwoord kon geven, werd hij volgens de president mishandeld.
Vuilniszak
Toen zij niet veel later de fietser zagen aankomen, sprong de verdachte uit Apeldoorn tegen hem aan, aldus de president. Verwarmingsmonteur Top (24) werd volgens de president over zijn hele lichaam geschopt en geslagen. Het gerechtelijk laboratorium in Rijswijk constateerde later diverse bloedingen in de hersenen. Ronduit schokkend noemde de president een getuigenverklaring van een vrouw die de vechtpartij gadesloeg. „Zij dacht dat het viertal tegen een vuilniszak stond aan te schoppen. Pas later hoorde zij dat het om een mens ging", aldus de president.
Volgens diverse psychiatrische rapporten zijn de verdachten licht tot sterk verminderd toerekeningsvatbaar. De verdachte G. was al eens eerder met Justitie in aanraking geweest wegens afpersing van homoseksuelen, vechtpartijen en diefstalletjes. De raadslieden vonden dat het hoger beroep veel te lang op zich liet wachten. Dat zou in strijd zijn met de bepaling dat verdachten recht hebben op berechting binnen redelijke termijn. De raadsman van S. verklaarde dat zijn cliënt door de verdachten uit Apeldoorn en Oldenzaal „op sleeptouw" was genomen. Van opzettelijke doodslag was volgens hem geen sprake. „Mijn cliënt kan de consequenties van zijn handelen slechts zeer gebrekkig overzien", aldus de advocaat. Uitspraak 6 mei.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 april 1988
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 april 1988
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's