Ds. B. Wallet: Uit de manier waarop je vuilnis sorteert blijkt je geloof
Hervormde synodepraeses komt uit Geref. Gemeenten, „maar ik schop niet tegen bevindelijke kring"
Wat ik als kind zondags hoorde kon ik door de week niet gebruiken". „Vanuit dat gesystematiseerde evangelie sprong geen vonk over". „Ér zijn nog steeds biologen die het scheppingsverhaal uit Genesis 1 letterlijk nemen". Zo denkt de nieuwe hervormde synodepreases ds. B. Wallet erover. Hij groeide op in de gereformeerde gemeente, kerkte onder ds. R. Kok en maakte diens 'strijd' in Veenendaal mee. „Van de weeromstuit werd ik hervormd". Eerst werd hij tot de Gereformeerde Bond gerekend, maar al vrij snel schoot hij de Bond 'ter linkerzijde' weer uit. „Maar", zo voegt de hervormde synodepraeses er aan toe, „dan moet u ook schrijven dat ik me nooit tegen de bevindelijke kring heb afgezet, ik heb er nooit tegen geschopt". Wie is de Utrechtse predikant Wallet?
Barend Wallet werd 50 jaar geleden geboren. Hij en zijn ouders behoorden tot de Gereformeerde Gemeenten. In de jaren veertig brandde de strijd los rond de opvattingen van ds. R. Kok. Dat spitste zich plaatselijk sterk toe. De familie. Wallet zat er middenin. Zo maakten ook de ouders van de huidige hervormde synodepraeses zich in 1950 los van de Gereformeerde Gemeenten. Het gezin Wallet -vader, moeder en zes kinderen— maakte de scheuring van de Gereformeerde Gemeenten in 1953 dus niet meer direct, maar wel bewust mee. De gemeente van ds. Kok trad in 1956 toe tot het verband van de Christelijke Gereformeerde Kerken. Het gezin Wallet ging echter niet mee.
Drie/Drie
„Mijn ouders, niet het minst mijn moeder, zetten zich heel sterk in om in Veenendaal weer een gereformeerde gemeente van de grond te krijgen. En dat lukte in 1956", zo merkt ds. Wallet -enigszins peinzend— op. „Maar ik werd hervormd. Van het gezin werden er drie hervormd en drie christelijk gereformeerd". Een broer van de huidige synodepraeses is predikant in de Christelijke Gereformeerde Kerken.
De huidige synodepraeses nam de beslissing om hervormd te worden al op zeer jonge leeftijd. „Ik ging kerken bij onder andere ds. C. Graafland, de huidige hoogleraar vanwege de Gereformeerde Bond. Toen ik daarna in Utrecht ging studeren kerkte ik bij dr. S. Gerssen. Bij hem deed ik ook belijdenis. Neen, van de Gereformeerde Theologische Studenten Vereniging Voetius werd ik geen lid. Dat deed me teveel aan mijn oude situatie denken. Ik werd lid van Progredior". Het huwelijk werd bevestigd door ds. Graafland.
Dubbele bodem
Wallet studeerde theologie in Utrecht. Hij legde het doctoraalexamen af, met als hoofdvak godsdienstwijsbegeerte. Vanaf 1968 is hij hervormd predikant, eerst in Aagtekerke, daarna te Driebergen en (sinds 1979) in Utrecht.
Dat de synode ds. Wallet maar liefst met algemene stemmen tot praeses verkoos, kan in ieder geval niet gelegen hebben aan de uitspraken die hij doet op theologisch terrein. Die verraden een grote kloof met het bevindelijke milieu waaruit hij voortkomt. Waarschijnlijk koos men hem omdat hij niet 'schopt'. Wel hebben zijn uitspraken vaak een dubbele bodem.
Het meest sprekende voorbeeld van een eigentijdse opvatting van het Evangelie is de verhouding geloof en dagelijkse praktijk. „Uit de manier Waarop je je huisvuil sorteert blijkt iets van je geloof'. In de pastorie in Utrecht gaan lege flessen namelijk naar de glascontainer en oude kranten gaan ook apart.
Toch heeft Wallet ook en tegelijk iets spiritueels dat verband suggereert met bevindelijke kringen. Te denken valt aan het volgende door hem gebezigde citaat: „Ik zoek hartstochtelijk naar de taal waarin duidelijk de geboden en de beloften Gods te herkennen zijn ter bescherming van de humaniteit". Ook zei hij ooit: „Het geluid van de kerk zal altijd moeten klinken waar de humaniteit in het geding is".
Tweemaal GG
Het is overigens zo dat ds. Wallet inmiddels het tweede hervormde moderamenlid is, dat uit de Gereformeerde Gemeenten afkomstig is. Ds. mr. J. Haeck is immers ook afkomstig uit de Gereformeerde Gemeenten. Hij zat op catechisatie bij ds. F. Mallan en was diaken in een synodale gemeenten.
Op drift
Theologisch zitten er trouwens flinke verschillen tussen Wallet en Haeck. Gemeenschappelijk hebben zij, dat ze de bevindelijke kringen niet in een kwaad daglicht willen stellen. Als middelbare scholier raakte Wallet op drift in die zin dat hij 'verdronk' in Franz Kafka, Jean-Paul Sartre en in Dostojewski. „Maar S0ren Kierkegaard heeft me gered. Met name zijn mensbeeld heeft me gered. Want Kierkegaard zei dat het christendom, als het iets betekent, "persoonlijke verhouding tot God" betekent".
De nieuwe synodepraeses noemt zichzelf een uiterst genuanceerd mens. Hij blijft rustig „al is er veel om me boos over te maken". Hij noemt dan met name de situatie in Zuid-Afrika en de afgrendeling tussen Oost en West.
Er zijn nog meer opmerkingen die de theologische kijk van de huidige praeses illustreren. „Het is noodzakelijk dat de kerk, die tenslotte gericht is op de werkelijkheid, zich met maatschappelijke vragen bezig houdt".
Charismatisch
Er zijn in het dagelijks leven van ds. Wallet nog wel enige invloeden vanuit zijn verleden te bespeuren. Ds. Wallet maakt er geen geheim van dat wat hij noemt spiritualiteit van de Bond in de discussie een inbreng kan hebben. En het komt ook niet uit de lucht vallen dat hij zich verwant weet met de charismatische vernieuwing. „Het geloof is niet alleen een zaak van uiterlijke kenmerken, maar vormt ook inspiratie voor het handelen. In de beleving van het geloof mag best enige hartstocht zitten"., zo merkte hij op. Om misverstanden te voorkomen zegt Wallet: „Met de handen omhoog staan en halleluja roepen is niets voor mij. Ik ben door en door kerkelijk. Ik ben zeer allergisch voor aparte groepen".
Bevinding/homoseksualiteit
Het eigenaardige doet zich voor dat ds. Wallet enerzijds het bevindelijk element noodzakelijk acht voor de kerk. Hij noemt de Gereformeerde Bond en de kring rond het blad "het Gekrookte Riet" in een adem en op dezelfde waarderende toon.
Anderzijds vindt hij het erg ongelukkig dat mensen op grond van de Schrift homoseksuelen die daadwerkelijk samenwonen van het Avondmaal willen weren, zoals dat in de Scots Church in Rotterdam gebeurde. De nieuwe praeses gaat zelfs zover te verklaren „dat je als landelijk kerk geen verantwoordelijkheid kunt dragen voor gemeenten die in ethische kwesties een andere belijdenis hanteren".
Hij hoopt dat de synode zal uitspreken dat kerkleden op grond van hun seksuele voorkeur niet van het Avondmaal geweerd mogen worden. Wallet is van mening dat er een plenair debat moet komen. „Wat de kerk wil moet worden uitgesproken. Ook de tegenstanders moeten de kans krijgen bezwaren uit te spreken, anders worden ze gediscrimineerd", zo komt hij een deel te van de kerk tegemoet.
Ontwikkelingen
Wie hanteert en nu eigenlijk een andere belijdenis en wie hanteert er in zo'n kwestie nu eigenlijk een nieuwe schriftbeschouwing, zo vroeg ik ds. Wallet. „Ik wil geen afstand nemen van het belijden der kerk", zo is zijn antwoord, „maar ik wil rekening houden met de hedendaagse ontwikkelingen. Die belijdenis moet niet zo massief gehanteerd worden". Typerend is in dit verband, dat ds. Wallet makkelijk over. fundamentalistische groepen spreekt als hij behoudende elementen in de kerk bedoelt.
In datzelfde denkpatroon passen opmerkingen waarin hij het opmerkelijk noemt „dat sommigen met een beroep op de Bijbel de emancipatie van de vrouw, ook in de kerk, afwijzen. De vragen die je aan de Bijbel stelt bepalen je antwoorden", zo vindt hij. Ds. Wallet leest de Bijbel zo dat hij de bevrijding van de vrouw stapje voor stapje ziet voltrekken.
Manifest
Tegelijk moet gezegd worden, dat mede door de inzet van ds. Wallet het Manifest van ambtsdragers uit hervormd-gereformeerde kring toch ter synode behandeld zal worden. „Ik ben daarvoor omdat het op de classes behandeld is en omdat het een verzoek van de classes was". Insiders weten hoe gevoelig deze kwestie in de Hervormde Kerk ligt.
De grote pluriformiteit van de Hervormde Kerk ziet de nieuwe praeses in ieder geval niet als een kwaad. Hij ziet de 'duidelijkheid' juist in het verscheiden zijn van de gemeenten. In deze eigen filosofie beschouwt ds. Wallet de periode van het spreken der kerk ais gepasseerd. Hij verwacht dat de waarde van het geloofsgoed weer wordt ontdekt. De traditie wordt zijns inziens opnieuw geijkt. „De kerk moet meer oor dan mond worden en zal meer moeten luisteren dan moeten spreken".
Eskimo-oren
Elk synodelid kan dan ook op een welwillend oor van de synodepraeses rekenen. Daarvan getuigt een ander onderdeel van zijn ditmaal niet aan S0ren Kierkegaard maar aan de Eskimo's ontleende levensfilosofie: „Bij dat volk bestaat het woord "nee" niet. Je zegt "ja" en dan geef je je eigen mening".
Mede daarom ziet ds. Wallet wel perspectief voor een gefedereerd Samen op Weg maar niet zozeer —hoewel hij zich voorzichtig uit— voor een gefuseerd Samen op weg met de Gereformeerde Kerken „want in een federatie kunnen gemeenten gewoon zeggen dat ze niet mee doen. Bij een fusie kan dat niet".
Zorgen heeft ds. Wallet ook. „De Godsvraag moet besproken worden, evenals de zin en de bestemming van de mens. Ook liggen er vragen over de verhouding kerk en staat".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 april 1988
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 april 1988
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's