Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Gandhi was zoutwet een symbool van uitbuiting

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Gandhi was zoutwet een symbool van uitbuiting

„Door geweldloosheid neem ik een waanzinnig risico"

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gandhi's manier van actie voeren blijkt duidelijk uit de zogenaamde Zoutmars, die hij organiseerde in maart 1930. De Engelse regering had een wet gemaakt waarin het inlanders verboden werd zout te winnen. Zout was in India gemakkelijk zelf te maken uit zeewater en bovendien was het vanwege de hoge temperaturen onontbeerlijk. Door die zoutwet werden de Indiërs dus helemaal afhankelijk van de Engelsen. Voor Gandhi was dat het volmaakte symbool van koloniale uitbuiting: er moest actie worden ondernomen.

Het hoorde bij zijn methode om de tegenstander vooraf te waarschuwen. In een brief aan de onderkoning. Lord Irwin, schreef hij onder andere: „Men moet mij goed begrijpen. Hoewel ik de Britse overheersing een vloek noem, beschouw ik niet dientengevolge de Engelsen in het algemeen als slechter dan enig volk op aarde. Ik heb het voorrecht vele Engelsen onder mijn dierbaarste vrienden te rekenen. Het is zelfs zo dat ik veel van de dingen die ik geleerd heb over het kwaad van het Britse regime, te danken heb aan de onverkwikkelijke waarheid te vertellen over die overheersing".

En verder schreef hij: „Ik weet dat ik door over te gaan op geweldloosheid, om het ronduit te zeggen, een waanzinnig risico neem, maar de overwinningen van de waarheid zijn nooit behaald zonder het grootste risico te aanvaarden. Bekering van een natie die bewust of onbewust een ander volk, dat veel talrijker, veel ouder en zeker niet minder beschaafd is dan zijzelf, heeft uitgezogen, is ieder risico waard".

Vertrek

Op 12 maart vertrok Gandhi met 78 van zijn trouwste ashram-volgelingen naar het kustplaatsje Dandi. Daar, bijna 400 kilometer van de ashram, lag het zeezout voor het grijpen in het zand. Persmensen marcheerden mee en versloegen de mars tot in het kleinste detail. Overal waar hij kwam stroomden de mensen toe om Gandhi te zien, en aan iedereen legde hij zijn opvattingen uit. Toen de groep 24 dagen later bij de zee aankwam, waren er enkele duizenden meer dan bij de start. Aan het strand zakte het eenenzestigjarige mannetje een beetje door z'n knieën en raapte wat zout op. Dat symbolische gebaar had grote gevolgen: langs de hele Indiase kust stroomden duizenden toe om zout te verzamelen, Brits monopolie of niet. Over de hele wereld maakten de kranten er elke dag weer melding van en dus ook van de massale arrestaties waarmee de Engelsen de actie beantwoordden. Ook Gandhi werd gearresteerd.

De meest gruwelijke consequenties van de satyagraha campagne kwamen daarna openbaar toen een groep volgelingen de zoutpannen van de regering in Dharsana wilde bezetten. Bijna 2500 mensen hadden zich verzameld op de blakerend hete vlakte. Tegenover hen 400 politiemensen met ieder een stok van anderhalve meter, compleet met ijzeren punt. Steeds weer nieuwe golven ongewapende mensen liepen toe op de met stokken zwaaiende politiemensen. Een ooggetuige vertelt: „Zij die neergeslagen waren vielen languit, bewusteloos of kronkelend van de pijn met ingeslagen schedels of gebroken schouders. Binnen twee of drie minuten was de grond bezaaid met lichamen. Grote bloedvlekken verbreidden zich op hun witte kleding. (...) Toen vormde zich een nieuwe rij; hoewel iedereen wist dat hij binnen een paar minuten neegeslagen zou worden, of misschien zelfs gedood, kon ik geen tekenen van aarzeling of angst ontdekken. Er werd niet gevochten, niet gestreden; de lopers liepen gewoon naar voren tot ze neergeslagen werden".

Voor het prestige van de Engelsen in de wereld betekenden zulke gebeurtenissen een grote klap, en dat was precies de bedoeling: ze zouden nu eerder tot onderhandelingen geneigd zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 april 1988

Reformatorisch Dagblad | 30 Pagina's

Voor Gandhi was zoutwet een symbool van uitbuiting

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 april 1988

Reformatorisch Dagblad | 30 Pagina's