"ome" Joop Vervoom, lobbyist voor een oude Leidse wijk
LEIDEN - In Den Haag, op het provinciehuis, kent men hem wel. Als "ome" Joop Vervoorn zich als inspreker heeft opgegeven, weten de bestuurders dat het gaat over verzorgingstehuis "De Zijloever". Als hij pleit voor voorzieningen voor de bejaarden in Leiden-Noord, heeft de geboren "Leienaar" zijn papier al gauw niet meer nodig. De bril gaat af en wordt gebruikt om de argumenten te onderstrepen. Hij speelt het 'spel' voortreffelijk, met een lach en een traan, maar hij kent de feiten en heeft het vermogen in te spelen op nieuwe ontwikkelingen. Een typische pleitbezorger.
Het gaat Vervoorn om de vervulling van de laatste wens op het lijstje van de wijkcommissie van het Noorderkwartier, een van de eerste woonwijken buiten de Leidse vestingmuren. In de 16-jarige geschiedenis van deze belangenbehartigers is er al veel tot stand gekomen en het ziet ernaar uit dat ook De Zijloever gerealiseerd zal worden.
Of het hem alleen om de oudedagvoorziening in de oude volksbuurt gaat, vak te bezien. Ome Joop heeft zijn hele leven al georganiseerd. Om een ding te noemen: jarenlang was hij mede-organisator, zo niet het hart, van de „toer de frats", een fietstocht door Nederland voor Leidse jongeren. Die krijgen zo ook een vakantie. Ongetwijfeld is er veel meer te noemen, Vervoorn kreeg natuurlijk niet voor niets de gouden speld van de gemeente Leiden.
Drie wijken
Wie Leiden-Noord zegt zit er eigenlijk naast. In feite zijn de' wijken De Kooi, het Noorderkwartier en Groenoord leefgemeenschappen op zich. Het zijn arbeiderswijken, waar de bouwverenigingen in het verleden de 'kleur' van de bewoners bepaalde. Tot vandaag zijn er protestantse, rooms-katholieke, socialistische, communistische, arme en rijke straten.
Vervoorn vult deze informatie aan: De woningbouwvereniging Ons Belang verhuurde aan zowel ambtenaren van het in de wijk gevestigde gemeentelijke slachthuis als aan fabrieksarbeiders. Volgens hem gaf dat een soort tweedeling. Bij de gemeente had men een beter pensioen en de ouders hadden een duidelijke drang om hun kinderen meer te laten leren dan zij zelf hadden gedaan. Dat was in de andere groep veel minder het geval. Die nam genoegen met een goed aanvangsalaris, bij voorbeeld van de stratenmakers, zonder dat men zich realiseerde dat dat salaris niet veel hoger zou worden tijdens hun verdere leven.
Leiden-Noord is een —nu vernieuwde- wijk waarin men graag woont. Er zijn publikaties die dat verklaren door te wijzen op het hechte netwerk van onderlinge betrekkingen dat er zou bestaan. Een recent onderzoek, dat de wensen van de ouderen peilt ten aanzien van hun verzorging, deelt die mening niet. De gewenning aan de woonwijk zou de voornaamste rede zijn waarom men niet graag weg wil.
Vervoorn woont boven het dienstencentrum van het Noorderkwartier. Hij 'leeft' in het centrum, dat weer niet verward moet worden met het buurt- en clubhuis. Een groep ouderen is met hand- en knutselwerk bezig. De wijkraad zou er een vergadering houden, later nuttigen een aantal wijkbewoners er hun warme maaltijd. De jongste vrouw van het gezelschap blijkt de functionaris van het gecoördineerd bejaardenwerk. Ik moet me niet vergissen in haar jeugd, het is „een kei voor haar werk", zo is het oordeel van de 72-jarige Vervoorn over de jonge dame.
Hij is lid van het wijkcomité, manusje van alles, adviseur, vraagbaak. Hij kent de mensen en is bewogen met hun doen en laten. Daarom moet ik vooral vermelden dat het echt „grandioos" moeilijk is om als zelfstandige van een aow uitkering rond te komen. J. VERVOORN Er zijn in deze buurt genoeg mensen, vooral oudere vrouwen, die geen pensioen naast hun aow hebben.
Vervoorn bemoeit zich niet met de zaken of taken van anderen. „Als de mensen eenmaal iets op zich genomen hebben, moet je hun de verantwoordelijkheid laten", is zijn mening. „Trouwens, daar vechten zij voor".
Dat delegeren heeft hij geleerd toen hij werkte in het zorgwerk in het Witte Dorp in Rotterdam. Daar was hij, als jongste maatje, na de oorlog terecht gekomen. Vervoorn zegt het niet met zoveel woorden maar zijn geschiedenis verraadt een andere maatschappelijke wens. De Leidenaar zat eerst drie jaar op het gymnasium van de paters Franciscanen, daarna tien jaar -na het afleggen van de tijdelijke belofte- bij de Kriiisvaarders van de St. Jan Lekencongregatie. In de oorlog liep het daar mis. Vervoorn werd geacht het blad van het tweecentenfonds (collectebusjes voor de Kruisvaarders) rond te brengen, in werkelijkheid zaten er illegale blaadjes in zijn tassen. Dat lekte uit. Hij is toen uit de orde getreden en gevlucht.
Na de Rotterdamse jaren kwam hij weer in de Sleutelstad. De laatste 22 jaar woont hij nu in het Noorderkwartier.
Hij herkende daar, naar zijn zeegen, het verloederingsproces. Vandaar dat Vervoorn -in 1970— naar een vergadering ging die belegd was door de Communistische Eenheids Partij. Die Partij had de armoede in de wijk ook onderkend. Daar waren stemmen te halen. De vergadering werd gehouden in een pakhuis, het pand dat riu dienstencentrum is. Ome Joop had het al gauw door, het ging puur om de politiek. De CEP lag er na drie maanden dan ook uit.
Uit die activiteiten ontstond 16 jaar geleden de wijkcommissie. Die kwam met een visie op de ontwikkeling van "Noord". Het plan is op het verzorgingstehuis na,uitgevoerd, .
Verhaal apart
Dat tehuis is een verhaal apart. Eerst was er sprake van de aanvraag van een tehuis op het terrein van een oude werf aan de Zijl, aan de rand van de wijk. Het is het verhaal van het provinciale plan van verzorgingstehuizen, van bezuinigingen op dat gebied, van lichtpuntjes en grote teleurstellingen. Het is de geschiedenis van een gemeente en een wijk die doorzetten en' zich steeds aanpasten aan nieuwe ontwikkelingen. Het lijkt een „happy-end" te krijgen.
Na het onderzoek naar de mening van ouderen over een woonen zorgvoorziening in LeidenNoord ligt er nu een nieuw concept op tafel. Dat gaat er van uit dat de ouderen zo lang mogelijk thuis kunnen wonen. Daarom moet de zorg in de wijk worden geïntegreerd en er komen twee woon- en zorgvoorzieningen van dertig plaatsen elk. De ene komt in het Noorderkwartier, de andere aan de Zijloever.
In Den Haag zal men ome Joop missen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 april 1988
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 april 1988
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's