Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rotterdamse politie-adjudant W. vanJ Lankeren: Mensen doelmatig inzetten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rotterdamse politie-adjudant W. vanJ Lankeren: Mensen doelmatig inzetten

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

ROTTERDAM - „Er is personeel genoeg bij de Rotterdamse gemeentepolitie, maar alom schort het aan materiaal en materieel. Soms zijn we nog vergelijkbaar met de politie op de ezel van vroeger. Er is een enorme achterstand in automatisering, waardoor het zogenaamde incidenten-registratiesysteem en een criminaliteitskaart te lang op zich laten wachten. En... méér taken en minder personeel gaat op de lange duur wel voor problemen zorgen". Aan het woord is adjudant W. van Lankeren, voorzitter van de ondernemingsraad van de Rotterdamse gemeentepolitie. In de praktijk van alle dag zetelt hij in de wijk Prins Alexanderpolder, bestaande uit Alexander, Ommoord en Zevenkamp.

Enkele jaren geleden is de Rotterdamse politie begonnen na te denken hoe de kleine criminaliteit in de jaren negentig te bestrijden. De korpsleiding zonderde zich af en produceerde een "Beleidsplan 1985-1990". Aan dit beleidsplan lag een drietal gedachtenstructuren ten grondslag. Als eerste diende de politie aan deconcentratie té gaan doen. Dat wil zeggen: de politieman moest dichter bij het publiek gebracht worden. Als tweede punt wordt genoemd decentralisatie. Daarmee beoogde men meer verantwoordelijkheid te brengen naar andere plaatsen binnen het korps. Alle districten zouden een eigen commissaris moeten krijgen, met als doel dat een district zich zelfstandig zou moeten kunnen runnen. Binnen een district zouden korpsbeleidskwesties of aandachtsvelden gericht ingevuld moeten worden. Als laatste punt is er de despecialisatie, het ontmantelen van specialistische diensten. Ook recherchetaken beoogde men in een district te integreren.

In het beleidsplan worden vier externe werkterreinen aangegeven die zowel op beleids- als op uitvoerings niveau verhoogde aandacht dienen te krijgen. Als eerste is dat het terrein van de drugs en de daarmee samenhangende kleine criminaliteit en overlast. Als tweede en derde punt worden genoemd vandalisme en fraude. De minderhedenproblematiek en racisme behoren tot het als laatste genoemde aandachtsveld. De districten dienen deze specifieke aandachtsvelden op korpsniveau een eigen prioriteit te geven. En daarover kan adjudant Van Lankeren, voor wat zijn wijk betreft, het nodige vertellen. Op drie manieren wil hij aan de bestrijding van het vandalisme inhoud, geven. Als eerste wil Van Lankeren voorlichting geven aan mensen op bedreigde plaatsen en aan de pers. „Zij moeten weten wat de politie doet", zegt hij. Een duidelijk wijkgerichte aanpak dus. Daarnaast wil hij preventief aanwezig zijn, anticiperen op datgene wat hem ter ore komt. „Wanneer ik hoor dat een groep jongeren op een vrijdagavond in het winkelcentrum keet wil schoppen, dan moet je daar als politie aanwezig zijn. Hoe je aanwezig bent is een andere zaak". Als laatste noemt de adjudant het repressief te werk gaan. „Je moet mensen schrijven hoe ze zich kunnen beveiligen, wat ze moeten doen in. bedreigde omstandigheden, enzovoorts". Op deze wijze wil hij als politieman het vertrouwen winnen in de wijk. Hij noemt dat „investeren in de toekomst". „De man en de vrouw in de wijk moet zich weer gaan realiseren dat de politie er voor hem of haar is. Het zijn de kleine dingen die het hem doen".

Van Lankeren gunt ons een blik in de prioriteiten die gesteld zijn binnen zijn werkgebied. Vandalisme en woninginbraken scoren in de deelgemeente Prins Alexander maar liefst met 17 procent, in tegenstelling tot Charlois en Hoogvliet, waar dit respectievelijk 6 en 5 procent haalt. Kralingen tekent voor 4 procent. „In de toekomst zijn er nog meer problemen te verwachten in verband met de nieuwbouw in de wijk Prinsenland, de komst van een woonwagenkamp en de opening van een discotheek", vertelt de adj udant. Mentaliteit

Daarnaast meent Van Lankeren dat het politiekorps aan mentaliteitsverandering moet doen. „Als politie moeten we ons realiseren dat wanneer iemand over de politie wil klagen, dat op zich niet slecht is. Aan de hand van klachten kun je beleid maken. Je kunt dan educatief iets doen", zegt hij.

Met name dit aspect is voor Van Lankeren van doorslaggevend belang om alle politietaken binnen een district in één hand te houden. „Wanneer de korpsleiding tot nu toe een klacht ontvangt, heeft men de keus tot het doen instellen van een al ot niet disciplinair of zelfs strafrechtelijk onderzoek. Je kunt nagaan waar men het liefst voor kiest. Ik ben van mening dat juist het leeraspect voor de politie op de voorgrond moet staan. Roep de klager bij je. Laat hem de klacht op papier zetten. Haal de diender erbij en bespreek met elkaar hoe een en ander voorkomen had kunnen worden. Daarom moet het klachtenbeleid omgedraaid worden tot een signaalfunctie. Die signaalfunctie moet je kunnen vertalen in beleid. Op die manier maak je van een politieman een vakman", aldus adjudant Van Lankeren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 april 1988

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's

Rotterdamse politie-adjudant W. vanJ Lankeren: Mensen doelmatig inzetten

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 april 1988

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's