West-Europa stopt mijnenjagen in Golf
Nederlands voorstel in Westeuropese Unie
DEN HAAG - Nederland, België, Italië en het Verenigd Koniniirijk hebben gisterochtend het jagen naar mijnen in de Perzische Golf stopgezet en hun schepen in zuidI westelijke richting uit de gevarenzone teruggetrokken. Dit heeft minister Van Eekelen gisteren in Den Haag meegedeeld.
De Nederlandse mijnenjagers Maassluis en Hellevoetsluis bevinden zich thans ten zuiden van Bahrein, evenals een Italiaanse, een Belgische, twee of drie Britse mijnenvegers, een Brits en een Italiaans fregat en een Belgisch bevoorradingsschip. De eenheid ligt nu onder bescherming van het Britse fregat Exeter even buiten het gevarengebied. De mijnenjagers, die praktisch geen luchtverdediging hebben, zullen wachten tot het in het ooriogsgebied weer redelijk rustig is, waarna de twee nieuw gelokaliseerde mijnen onschadelijk zullen worden gemaakt. Totaal heeft de NederlandsBelgische • taakgroep sinds ze in de Golf opereert vier mijnen aangetroffen.
Het Nederlandse deel van de Nederlands-Belgische eenheid, de mijnenjagers Maassluis en Hellevoetsluis, telt een bemanning van totaal ongeveer honderd koppen. De bemanning is enige tijd geleden afgelost. De groep opereert in de Golf om de vrije doorgang van de internationale scheepvaart te waarborgen.
Minister Van Eekelen vond het gisteren nog te vroeg om te zeggen of de Nederlandse schepen uit de Golf zullen worden teruggetrokken. Hij herinnerde eraan dat Nederland zich in het algemeen heeft verplicht tot 1 juli te blijven. Het besluit om het mijnenjagen stop te zetten is genomen door de plaatselijke commandant.
De Nederlandse regering, aldus minister Van Eekelen, is „hogelijk bezorgd" over de escalatie van de vijandelijkheden in de Golf. Hij verklaarde opnieuw dat het Nederlandse marineoptreden slechts het openhouden van de internationale zeevaartroutes ten doel heeft.
Minister Van Eekelen geloofde niet dat de vergadering van de Westeuropese Unie (WEU), die vanmiddag in Den Haag werd besloten, zal leiden tot het opstellen van gezamenlijke instructies voor de commandanten van de vlooteenhedep van de vijf landen (ook Fransen) in de Golf. Vijf WEU-landen -Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Italië, België en Nederiand- hebben oorlogsschepen naar de Golf gezonden; de twee andere lidstaten -de Duitse Bondsrepubliek en Luxemburg- leveren een indirecte bijdrage.
Naar in diplomatieke kring verluidde, had Nederland een ontwerp-verklaring voorbereid, waarop van Westduitse zijde nogal kritiek is uitgeoefend. Het Verenigd Koninkrijk, dat zich bij eerdere gelegenheden een bijzonder trouw bondgenoot van de Verenigde Staten heeft getoond, zou in deze verklaring het beginsel van zelfverdediging tegen agressie door het leggen van mijnen willen opne-tnen. De Nederlandse gedachten lijken eerder uit te gaan naar het noemen van het recht op vrije doorvaart, en het belang van het beëindigen van de oorlog tussen Iran en Irak.
De ministers van de zeven WEUstaten hebben gistermiddag besloten Spanje en Portugal, twee landen die belangstelling hebben getoond vooi toetreding, te vragen besprekingen te beginnen over eventuele toetreding tot het bondgenootschap.
De meningsverschillen over de vraag waar de WEU-instellingen -thans verdeeld over Londen en Parijs— moeten worden gevestigd, zijn gisteren niet dichter bij een oplossing gekomen. Frankrijk, het enige land dat niet deelneemt aan de geïntegreerde militaire samenwerking binnen de NAVO, verzet zich tegen overplaatsing van de WEU-instellingen naar Brussel, waar ook het NAVO-hoofdkwartier is gevestigd.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 19 april 1988
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 19 april 1988
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's