„Er is echt geen beter leslokaal denkbaar dan de vrije natuur"
Leerkrachten zien dat veel dingen voor het grijpen liggen
Sloot en plas in de klas, Doe-dozen, ontdektafels en vogels kijken. Een greep uit de mogelijkheden die groepsleerkrachten van de bij het Begeleidingscentrum voor Gereformeerd Schoolonderwijs (BGS) aangesloten basisscholen woensdagmiddag in Rotterdam zelf weer in de schoolbanken deden belanden. „Je moet echt even meekomen. Het is zó leuk".
Bij natuuronderwijs en het lesgeven in andere kennisgebieden staat vaak de leerstof in de gehanteerde methode centraal. En dat terwijl zoveel leerstof —en ander zichtbaar materiaal— in de omgeving van het schoolgebouw voorhanden is. Verschillende scholen in ons land maken dankbaar gebruik van die omgeving. Om anderen kennis te laten maken met de -schat aan onderwijsmogelijkheden („een vonk over te laten springen"), organiseert het BGS vier regiovergaderingen. In Rotterdam werd woensdag de eerste gehouden. Gouda, Goes en Teuge volgen deze en volgende maand. Het thema van de bijeenkomsten is even simpel als uitdagend; "Het ligt voor het grijpen".
De presentatie "Zee en Strand" wordt verzorgd door J. F. Voorthuyzen. Temidden van enkele aquaria met anemonen, mossels, krabben, rondvissen en garnalen („de platvisjes zijn net aan "t bijkomen van de schrik") vertelt hij honderduit over de rijkdommen van de zee. „Het enige waar je wat moeite mee zou kunnen hebben is de lucht. De rest is vrij simpel". Bijna alles wat zich achter het glas en in het zoute water bevindt, ving hij eigenhandig vanaf vissersschip of strand.
Oppepper
Aan een ontdektafel zit Jannie Graveland van de Oranje Nassauschool in Veen. Met een magneet aan een touwtje probeert ze papieren visjes uit een bak te hengelen.„Ik voel me echt weer des kinds", geeft ze toe. De juf is blij dat ze attent is gemaakt op de verschillende werkvormen. „Ik vind het hardstikke leuk. Het vormt een stimulans om het ook eens te gaan doen".
De ontdektafels zijn volgens drs. J. de .Wilde, leraar natuurkunde aan pabo De Driestar in Gouda, bedoeld om zelfstandig zoveel mogelijk te onderzoeken en ook te ontdekken. Dit met levend („uien, knollen en mollen") en niet-levend materiaal. „We willen het vak natuurkunde op deze manier een oppepper geven".'
Jan van der Ent, groepsleerkracht aan de ds. Johannes Bogermanschool in Dordrecht, komt uit een lokaal waar "Sloot en plas in de klas" werd gepresenteerd. „Het is voor mij totaal iets nieuws. Eigenlijk moet je met een schepnetje dè sloot in duiken om er van alles uit te halen". Van der Ent wil proberen het ook in de klas te doen. Of daar tijd voor is laat hij in het midden. „Eigenlijk moet je daarvoor buiten je boekje gaan". Een uitspraak met een dubbele inhoud.
Verbaasd
Naast de verschillende werkvormpresentaties zijn er schoolpresentaties. Een natuurtuin (Hardinxveld-Giessendam). het project "Kiek es achterumme" (Staphorst) en elektriciteit (Ede). "De Wegwijzer" uit Berkenwoude maakt al jaren gebruik van de mogelijkheden die de plaatselijke Jeugd Natuurwacht biedt om het biologie-onderwijs aanschouwelijker te maken. Volgens directeur P. Schalk zijn de bezoekers van zijn presentatie verbaasd over wat er allemaal kan. „Wij benadrukken vanuit onze plattelandsgemeente verschillende dingen die ook in een grote stad mogelijk zijn. En doordat je ermee bezig bent. "Leerkrachtje luister": aan het werk meteen Doe-doos. komen er vanzelf nieuwe onderdelen naar boven".
Een groep zoekt, gewapend met een observatieschema, de buitenlucht op. Er wordt geprobeerd een "bijzondere" vogel in :t vizier te krijgen. Maar ook met "alledaagse" vogels is succes verzekerd. „Er is echt geen beter leslokaal denkbaar dan de vrije natuur", zegt P. van de Waal. Hij werkt op de ds. G. H. Kerstenschool in Ridderkerk en is een enthousiast vogelkenner. „Over vogelzang is het eerste en laatste woord nog niet gezegd. Vogels zingen tot eer van hun Schepper, omdat ze het graag doen en omdat ze iets willen vertellen. Ze bieden dan ook een schat aan gespreksstof". Een leerling van Van de Waal gaf aan een werkstuk over de fuut als titel "Een prinsenleven op het water" mee. Van de Waal, grappend: „Ik wou dat het voor de klas ook zo was".
Koffie
Iedere bezoeker van de regiovergadering wordt in de gelegenheid gesteld twee presentaties van elk 45 minuten te bezoeken. De belangstelling in Rotterdam is groot; ruim 160 aanmeldingen. BGS-adjunct-directeur T. Sterk verwacht op de volgende bijeenkomsten nog 600 'mensen uit het veld'. „De bezoekers moeten zelf ervaren om op een andere manier met de werkelijkheid bezig te zijn".
Als handreiking voor de praktijk ontwikkelde het begeleidingscentrum een 'basisidee'. De presentaties van de regiovergaderingen geven allen een illustratie van een fragment uit het idee. Belangrijk is dat er gebruik wordt gemaakt van concreet materiaal en de omgeving van de school.
De bezoekers van de regiovergadering mogen hun indrukken en het basisidee presenteren op een personeelsvergadering binnen hun eigen school. Drie leerkrachten van de Ridderkerkse Ursinusschool zijn dat zeker van plan. „We willen niet blijven steken in het evalueren. We gaan het nu daadwerkelijk in praktijk brengen". Met een aantal scholen wil het BGS het basisidee verder uitwerken.
Het thema van de bijeenkomsten leent zich in ieder geval voor verdere uitwerking. In de pauze sneuvelt er ergens een kop koffie. Een paar meesters en juffrouws drommen samen rond de koffieplas. Droog klinkt het: „Het ligt voor het grijpen...".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 april 1988
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 april 1988
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's