Lucas Lindeboom tien jaar organist van de Grote Kerk in Zwolle
ZWOLLE - Lucas Lindeboom, Zwollenaar in hart en nieren, kreeg tien jaar geleden de aanstelling tot organist van de Grote Kerk in Zwolle. Hij bespeelt daar 's zondags het unieke Schnitgerorgel." In ons gesprek legt Lucas een ongelofelijke bewondering aan de dag voor een van 's Neêrlands groten uit de orgelwereld, Feike Asma. Hij heeft het slechts summier over zijn eigen leven. Het liefst praat de veertigjarige organist over zijn hobby die tevens zijn beroep is: orgelmuziek.
Lucas werd als zevende en tevens laatste telg geboren in een Zwols banketbakkersgezin. Naast banketbakkers waren de "Lindebomen" reeds enkele geslachten verwoede organisten.
„Mijn vader, opa en overgrootvader zijn kerkorganist geweest. De meeste Zwollenaren hebben mijn vader, die 42 jaar lang kerkdiensten in de Oosterkerk en daarna in de Plantagekerk begeleidde, wel gekend". Lucas' voorliefde voor orgelmuziek is dan ook niet moeilijk te verklaren.
„De interesse was bij mij al vroeg aanwezig. Als zevenjarig jochie vond ik het carillon van de Peperbus fantastisch. Net als mijn broers en zussen werd ik ook verplicht om op orgelles te gaan". Lindeboom haalt zijn rapport van het eerste jaar op de muziekschool te voorschijn. Naast opmerkingen als "netter" en "preciezer", prijken er alleen cijfers tussen de 5 en de 6 op de lijst.
Commentaar van Lucas: „Ik wilde wel spelen, maar niet die verplichte lessen. Toen ik vijftien jaar was, hoefde ik niet meer naar de muziekschool en mocht ik lessen volgen bij Jan Bonefaas".
Hobby
De vader van Lucas Lindeboom wilde dat het orgelspelen van zijn zoon slechts een hobby zou blijven en hij stond er daarom op dat zoon Lucas een vak zou gaan leren. De organist in spe heeft toen een jaar op de afdeling mechaniek van pianohandel Ansingh gewerkt.
„Vaak moest ik er met de bakfiets op uit om klanten te bezoeken. Ik mocht niet naar het conservatorium, want in de muziek was volgens mijn vader geen droog brood te verdienen. Dank zij onder meer ds. Jac van Dijk, die in 1984 is overleden, ben ik echter toch in de muziek terecht gekomen".
„Hij heeft mijn vader ervan weten te overtuigen dat ik waarschijnlijk talent zou hebben. Zodoende mocht ik naar het muzieklyceum. Daar heb ik mijn onderwijsakten gehaald. Omdat er toentertijd in Zwolle geen conservatorium was, heb ik mijn solistendiploma aan het conservatorium van Rotterdam behaald. Ik heb les gehad van Arie Keyzer, die mij een stuk zelfverzekerdheid mee heeft gegeven".
Aan de wand in de woonkamer van Lucas hangen drie foto's. Op een ervan staat Feika Asma afgebeeld, de ander toont ds. Jac. van Dijk, terwijl op de derde foto Lucas zelf achter het Schnitgerorgel toont. „Niet alleen ds. Jac van Dijk, maar ook Feike Asma heeft een grote plaats in mijn hart".
Lovende woorden
Als het gesprek op Feike Asma komt, spreekt Lindeboom alleen maar lovende woorden. „Feike Asma was een goede vriend van mijn vader. Van hem heb ik veel goede adviezen gehad, vooral tijdens mijn conservatoriumtijd. Ik stuurde Asma bandjes met daarop mijn orgelspel".
„Hij beluisterde ze dan en gaf, meestal per brief, zijn mening erover. Asma was voor mij een soort vaderlijk figuur, een muzikaal criticus. Hij had uitstraling en het vermogen om een vonk over te laten gaan. Op dit ogenblik is er in Nederland qua zeggingskracht geen vergelijkbare organist te vinden".
Lindeboom vindt het te betreuren dat Asma tijdens het JanZwartjubileumjaar te kort gedaan wordt. „We moeten Asma, ook in de Jan-Zwartherdenking, niet onderschatten".
Op de vraag waar Lucas Lindeboom zichzelf plaatst in de rij van organisten, antwoordt hij: „Ik laat me niet aan de kant zetten. Maar ik kan zeggen dat ik met collega's die meer kunnen dan ik, goede contacten heb. Ik noem bij voorbeeld Arie Keyzer en Charles de Wolff".
Dit jaar is de "Zwolse speelman" tien jaar organist op het beroemde Schnitgerorgel van de Grote- of St. Michaëlskerk in de Overijsselse hoofdstad. „Ik begon mijn loopbaan als kerkorganist bij de hervormde evangelisatie in het gebouw Elim. Vijftien jaar was ik toen. Daarna mocht ik twaalf jaar kerkdiensten begeleiden in de Broerenkerk".
Eerste liefde
Lindeboom heeft goede herinneringen aan deze jaren. „Dat orgel van de Broerenkerk is mijn eerste liefde. Het is een subliem instrument". In januari 1977 werd Lucas Lindeboom officieel benoemd tot organist van de Grote Kerk.
„Ik vind dat het orgelspel bij kerkdiensten vaak onderschat wordt", zegt Lucas. „Soms heb ik het gevoel dat predikanten maar wat versjes bij hun preek zoeken. Men moet af van het abonnemen op Psalm 98 en 89. Het lijkt we! alsof het orgel een speeldoos is van deze psalmen. Ik weet niet meer wanneer ik bij voorbeeld Psalm 3 voor het laatst heb gespeeld".
Spelen tijdens een kerkdienst vindt Lindeboom veelal moeilijker dan het geven van een concert. 's-Zondags moet je improviseren Terwijl ik me tijdens een concert achter een componist kan ver schuilen".
Lucas Lindeboom gaf zijn eerste orgelconcert toen hij zestien jaar was. „Dat was in de Plantagekerk. Ik speelde onder andere de toccata van Widor". Tegenwoordig geeft hij regelmatig concerten. Lucas Lindebooms' kerst- en koninginnedagconcerten zijn in Zwolle erg populair.
Beide schaart Lucas onder de categorie "familieconcerten". Voor orgelconcerten buiten zijn geboortestad wordt Lucas ook regelmatig gevraagd. „Dat zijn er zo'n 25 per jaar". Van spelen in het buitenland is tot nu toe niets gekomen, ook al heeft Lindebooms daarvoor wel invitaties ontvangen.
„Valse bescheidenheid"
„Ik ben geen reiziger. Een verzoek om concerten in Oxford en Berlijn heb ik dan ook afgezegd.. Misschien was het ook wel valse bescheidenheid".
Twee maal per zondag begeleidt de organist de diensten in de Grote Kerk. Daarnaast geeft hij ook les aan de stedelijke muziekschool en moet hij natuurlijk ook zelf studeren. Veel tijd voor hobby's heeft Lucas zodoende niet.
Zijn enige liefhebberij is het bezig zijn met bandrecorders. „Op het orgel zit ik met een microfoon en bandrecorder vaak eigenhandig preken op te nemen". In een kast staan talloze cassettebandjes met preken van de meest uiteenlopende predikanten.
Naast cassettebandjes beslaan muziekboeken een groot gedeelte van zijn wandmeubel. Voorkeursmuziek heeft Lucas Lindeboom echter niet. „De stukken waar je op dat moment mee bezig bent, daar moet je in geloven. Dat kan zowel Bach, Sweelinck als Jan Zwart zijn".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 september 1987
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 september 1987
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's