De bruidsstoet: Verbinding tussen hemel en aarde, of een "theosophisch ratjetoe"
Steeds meer mensen in ons land zijn geveld door de griep. Ook aan het hof waart het virus rond. Prinses Sieglinde zur Lippe wordt geplaagd door een lichte aanval van influenza en het is nog niet zeker of zij donderdag bij het huwelijk van de prinses en prins aanwezig kan zijn.
Een bericht met inhoud van bovenstaande strekking vulde op 4 januari 1937 de kolommen van de Telegraaf. Vanwaar die aandacht voor de griepaanval die Sieglinde teisterde? De Duitse prinses —een nicht van de bruidegom — is niet zo maar een van de vele gasten, zij is een van de bruidsmeisjes van de prinses.
Zuinig
Kosten noch moeiten spaarde de anders zo zuinige koningin Wilhelmina om van de bruiloft van haar "geliefd kind" Juliana, een groots festijn te maken. Een koninklijke trouwerij was in die tijd niet compleet zonder een stoet van bruidsmeisjes, bruidsjonkers en bruidskinderen. Bruid en bruidegom meegerekend bestond het gezelschap uit 30 "man"; twaalf bruidsmeisjes, twaalf bruidsjonkers en vier bruidskinderen. Begin december 1936 maakt het hof bekend wie voor deze eervolle taken uitverkoren zijn. De bruidsmeisjes zijn hertogin Woislawa van Mecklenburg, hertogin Thyra van Mecklenburg. prinses Kira Kirilowna van Rusland, prinses Elisabeth zur Lippe. prinses Sieglinde zur Lippe. jonkvrouwe M. J. baronnesse van Heemstra. Maria Rooseboom, Margarithe Michelin, jonkvrouwe Clara de Brauw. jonkvrouwe Elisabeth Roëll, Martine del Court van Krimpen en jonkvrouwe A. R. baronesse van Heeckcren van Keil.
Als bruidsjonkers fungeren baron A. von Cramm, baron B. von Cramm, baron K. von Viltinghoft- Scheel. graaf Welczek, graaf Zu Dohna Schlodien, E. de Souzie. prins Von Windisch Griitz, graaf G. Ahlefeldt. mr. G. D. C. baron van Hardenbroek. jhr. dr. G. Beelaerts van Blokland, jhr. W.G. RoëllenE.Moreau.
Rol
Drie van de vier leden van de familie Von Oeynhauscn- Sierstorpff spelen een vooraanstaande rol tijdens de plechtigheden in stadhuis en kerk. Gravin Svea en graaf Kasper behoren tot de bruidskinderen, terwijl hun vader een van de getuigen is.
De overige bruidskinderen zijn prins Armin zur Lippe. een neefje van de bruidegom, en hertogin Eilika van Oldenburg, het oudste petekind van Juliana. Over de schoonheid van dit bruidskind zijn de kranten in die dagen nogal verrukt. Een week voor de trouwerij plaatsen zij een ongetwijfeld door het hof verspreid portret waarop de hertogin "en profile" staat. Een paar dagen later komt er een foto in de kranten van het inmiddels in Den Haag aangekomen bruidskind met haar ouders. Deze foto doet nogal afbreuk aan het portret. Het daarop afgebeelde meisje doet meer denken aan een uit de kluiten gewassen deern dan aan een gracieuze schoonheid.
Vervangster
Dat de kranten nogal ophef maken van de griep van Sieglinde is begrijpelijk. Immers, een paar dagen daarvoor laat prinses Sophie van Saksen Weimar weten dal zij voorde eer van het bruidsmeisje zijn bedankt. Een duidelijke reden wordt niet gegeven, de prinses laat de bruid weten verhinderd te zijn. Mocht Sieglinde ook niet present kunnen zijn, dan is men aan het hof voor de tweede keer genoodzaakt een vervangster te zoeken. Een vervangster voor Sophie had men snel gevonden. Uit de in die dagen nog omvangrijke staf van hofdignitarissen wordt de hofdame honorair van koningin Wilhelmina, jonkvrouwe A.R. baronesse van Heeckeren van Keil, „geplukt". Blijkbaar had men rekening gehouden met het uitvallen van een van de bruidsmeisjes, maareen tweede zou te veel van het goede zijn, zo valt uit een krantebericht te concluderen.
Ook een van de getuigen van de prinses, de Prins von Wied, laat het een paar dagen voor de bruiloft afweten. Zijn plaats wordt ingenomen door de Leidse professor Huizinga. Professor Huizinga was haar promotor, toen de prinses aan het eind van haar studie aan de Leidse universiteit het eredoctoraat in de letteren en wijsbegeerte kreeg.
Geheim
De meeste bruidsmeisjes nemen deel aan de festiviteiten die het hof ter ere van de bruiloft vanaf Kerst '36 organiseert. Prinses Kira Kiralowna en de hertoginnen van Mecklenburg zijn blijkbaar niet zulke feestneuzen, zij arriveren een week voor de bruiloft. Zaterdag2 januari gaan zij hun japonnen passen bij het modehuis Kuhne aan de Kneuterdijk. Hun bezoek brengt heel wat Hagenaars die hopen een glimp van de jurk van de bruid op te kunnen vangen op de been. Tevergeefs verdringen zij zich op de Kneuterdijk. Want de jurk, door de Telegraaf bestempeld als het "geheim van het paleis" wordt op paleis Noordeinde vervaardigd. Om goed beslagen ten ijs te komen houden de bruidmeisjes en jonkers maandag 4 januari de generale repetitie. Twee leden van de hofhouding fungeren als bruid en bruidegom. Het gezelschap repeteert zowel op het stadhuis als in de kerk. Bij het stadhuis hebben zich enkele honderden toeschouwers verzameld. Als de jongelui het stadhuis verlaten. gaat er een luid gejuich op.
Ratjetoe
Op de "grote dag" zijn de bruidsmeisjes gekleed in japonnen, vervaardigd van crèpe incantation. De japonnen hadden het model van gedrapeerde gewaden als van meisjes uit een Grieks koor of van muzen. De prinses had de japonnen zelfontworpen. Door de japonnen die de kleuren van de regenboog: lila, oranje, blauw, groen, geel en rose hadden, vormde de stoet heel symbolisch, zo was de bedoeling van de prinses, de verbinding tussen hemel en aarde. Critici vonden het geheel nogal een "theosophisch ratjetoe".
Bij de japonnen droegen de dames speciaal in de kleur van de japon geverfde lange handschoenen, een fluwelen haartooi, ceintuur en schoenen. Deze schoenen gemaakt van crè de chine werden vervaardigd door de firma H. J. van Bladel in Waalwijk. Een bruidsmeisje zonder boeket. of ruiker zoals dat in die dagen nog heette, is niet compleet. Dus werden de dames voorzien van een ruiker bestaande uit zachtrose anjers, bijeengehouden door een fluwelen lint in dezelfde kleur als de japon. Als het in die tijd mogelijk was geweest kleurenfoto's te maken. zou een foto van het bruidsgezelschap een wel zeer bont geheel hebben laten zien.
Berlines
De bruidsmeisjes en jonkers, op vier na. worden op de trouwdag vervoerd in berlines. De vier. twee meisjesen twee jonkers, helpen bruid en bruidegom bij het instappen in de koets bij het vertrek bij het paleis. Zij gaan "na volbrenging van hun taak per auto naar de kerk, nadat zij het paleis aan de achterzijde zullen hebben verlaten".
Van de bruidsmeisjes en bruidsjonkers doen in het stadhuis vier paren dienst. Twee paren zijn bij de ingang aanwezig en begeleiden het bruidspaar tot aan de trouwzaal. Bij de ingang van de trouwzaal worden zij opgewacht door twee andere paren. die het bruidspaar naar hun plaatsen brengen. In de kerk wordt het bruidspaar voorafgegaan door de hele stoet van bruidsmeisjes. bruidsjonkers en bruidskinderen.
Armband
Als dank krijgende bruidsmeisjes van de prins en prinses een armband. "De armbanden voltooien de bruidsjaponnen en waren voor elke japon afzonderlijk speciaal ontworpen met kleuredelstenen. die de kleur van de japon accentueerde".
De bruidsjonkers krijgen dubbele gouden manchetknopen waarin in émaille de verschillende motieven van de wapens van prinses Juliana en prins Bernhard verwerkt zijn. De sieraden worden vervaardigd door hol'juwelier Steltman te Zwolle.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 21 april 1987
Reformatorisch Dagblad | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 21 april 1987
Reformatorisch Dagblad | 10 Pagina's