Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dagboek van een fractievoorzitter

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dagboek van een fractievoorzitter

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dinsdag 25 november 1986
Dinsdagmorgen, het vaste tijdstip voor de wekelijkse fractievergadering. De agenda van de Kamer wordt doorgenomen, vele zaken besproken. Ook wordt ons stemgedrag bepaald. Aan het begin van de Kamervergadering dinsdagmiddags worden de stemmingen gehouden, vele tientallen soms. Die moet je goed voorbereiden en dat kost tijd. Een gevecht tegen de klok dus. Voor mij is er vanmorgen eerst nog iets anders. Spoedvergadering van de visserijcommissie uit de Kamer. Ik ben daarvan ondervoorzitter en moet de vergadering ook leiden. De eerste voorzitter is namelijk verhinderd. Belangrijkste punt is een brief van het lid Tazelaar (PvdA) met het voorstel om een onderzoek in te stellen naar de praktijken op de visafslagen en de rol van het departement hierin. Er blijken — naast de officiële— 'grijze' markten te bestaan, die het de vissers mogelijk moeten maken hun te veel aangevoerde vis toch te verhandelen. Op Europees niveau zijn maximale hoeveelheden per land en per vissoort vastgesteld, waaraan elke lidstaat van de EEG zich heeft te houden. Een heel probleem voor onze moderne vloot. Onze vissers kunnen veel meer vangen dan ze mogen. Dat verlokt blijkbaar tot clandestien, of voorzichtiger, officieus gedrag. Dat zou door overheidsinstanties zijn gedoogd. Dat kan niet en daarom dat onderzoek. Al met al een politiek gevoelige materie en daarom is behoedzaam optreden geboden. Op die wijze zijn zelfs afgesproken procedures invloedrijke politieke wapens. Definitieve reacties op de brief van de oppositie kunnen pas na fractieberaad worden gegeven. Aldus besloten. Snel naar de fractievergadering. Zij wachten al op me. Ik lees een gedeelte van Psalm 78 en ga voor in gebed. Geprobeerd wordt de noden van land en volk op te dragen en een zegen over het werk van die week af te smeken. Wat is het een zegen en voorrecht zo wekelijks met elkaar bijeen te mogen zijn. Het is ook verplichtend. Ootmoed past ons, maar ook beslistheid waar de eer van God in het geding is door een steeds weer en meer zich afkeren van het gehoorzamen aan Gods Woord en Wet in het openbare leven en het overheidshandelen. Vandaag komt ook de vraag aan de orde of de fractie geen actie moet nemen tegen het blijkbaar voorgenomen staatsbezoek van Hare Majesteit de Koningin aan Japan. In dat kader zal ons staatshoofd een bezoek brengen aan keizer Hirohito, die ook al keizer was ten tijde van de Tweede Wereldoorlog en toen onze natie een bittere oorlog aandeed, die werd uitgevochten in ons koninkrijksdeel Nederlands Oost-Indië. Velen die daarbij indertijd betrokken waren en de littekens ervan nog altijd meedragen, zullen door een dergelijk officieel bezoek pijnlijk kunnen worden getroffen. Er wordt besloten om schriftelijke vragen te stellen. Dat instrument staat het Kamerlid ter beschikking om zijn controlerende taak ten opzichte van de regering uit te oefenen. In dit speciale geval moeten de vragen wel heel zorgvuldig worden geformuleerd, immers de staatsrechtelijke positie van ons staatshoofd is in het geding en kan snel betrokken geraken bij heftige politieke discussie. Dat is onze bedoeling niet. Het gaat om de zaak. Belangrijkste punt is verder een beleidslijn uit te stippelen voor het fractieoptreden in het debat over het weduwenpensioen aan mevrouw Rost van Tonningen. Haar man zat voor de oorlog voor de NSB in de Kamer, was in de oorlog actief aan de zijde van de onderdrukker en onttrok zich na de Tweede Wereldoorlog aan berechting door zelfmoord. Zijn weduwe kreeg en heeft een pensioen van de Staat. Bleef zij nu maar op de achtergrond, maar neen, zij provoceert juist door met de oude nazi-ideeën de openbaarheid te zoeken. De politieke discussie wordt spannend. Wat te doen? Zijn er eigenlijk geen redenen —die juridisch deugen— om te twijfelen aan de rechtmatigheid van de toekenning van het pensioen, zoveel jaren terug? Wij zullen daarover indringende vragen stellen en intussen nauwkeurig sonderen naar de diverse argumenten en gevoelens. Deze kwamen gisteren op de hoorzitting trouwens pregnant en bewogen naar voren. Voor mijzelf zijn er deze week drie agendapunten in de plenaire vergadering. De behandeling van de begrotingshoofdstukken van Onderwijs en wetenschappen én Sociale zaken en werkgelegenheid én het debat over de instelling van een parlementaire enquête naar overheidssubsidies in de bouw. Bij de begroting van Onderwijs is het voornaamste gesprekspunt hoe de gestelde bezuiniging verwerkt moet worden. De coalitiepartners, het CDA en de VVD, komen met een panklaar alternatief voor de voorstellen van het kabinet. De andere fracties zijn daarbuiten gehouden, hoewel ik bij navraag in de persoonlijke sfeer tevoren wel een tip van de sluier opgelicht kreeg. Twee nieuwe collega's hielden bij dit debat hun maidenspeech. Bij Sociale zaken en werkgelegenheid, waarvan de eerste termijn ook vandaag wordt gehouden, valt het accent op het werkgelegenheidsbeleid. Terecht natuurlijk. Ik heb bij beide punten slechts zeer beperkte spreektijd. Wat is het toch vervelend dat je zulke belangrijke zaken in luttele minuten moet afdoen als lid van een kleine fractie. Tussendoor heb ik nog contact met Eversdijk van het CDA (hij vervangt kamervoorzitter Dolman die met een parlementaire delegatie in het Verre Oosten verblijft) over zijn idee om volgende week met een motie paal en perk te stellen aan uitbreiding van de zondagsarbeid bij de PTT. Doorverwezen naar collega Van den Berg, die dat voor ons behandelt. Het gaat ons niet alleen om afkeuring van de uitbreiding, maar om het principe bij al deze niet echt noodzakelijke zondagsarbeid. Rond elven rijd ik Maartensdijk binnen. Korte uitwisseling van belevenissen. Mijn vrouw gaat vast naar boven. Ik achter de typemachine voor de speech voor morgenochtend in de Kamer. Als de laatste aanslag ervan op het papier belandt is het woensdag.

Woensdag 16 november 1986
Half uur eerder op, kwart over zes dus. Onze tweede dochter is jarig en dat verdient in huiselijke kring aandacht. Trouwens, wij ontbijten altijd gezamenlijk, het enige moment van de werkdag dat we als gezin kunnen optrekken. Ze reageert hartelijk op haar cadeaus. Dan snel naar Den Haag. We nemen met elkaar de speeches voor de parlementaire enquête èn die over het pensioen van Rost van Tonningen door. Het debat begint om kwart over tien. Alle fracties zijn het erover eens dat een parlementaire enquête naar de subsidies in de woningbouw moet worden ingesteld. Berichten over frauduleuze handelingen volgden elkaar in snel tempo op. Het gaat om de besteding van overheidsgelden en de controle daarop. De Kamer heeft haar controlerende taak.

Het sterkste instrument daarbij is zulk een enquête, waarbij een commissie uit de Kamer getuigen kan oproepen en onderede horen. Onlangs werd de RSV-enquête gehouden. Fractiegenoot Van Dis had daarin een werkzaam en gewaardeerd aandeel. Wij vinden dat we ook nu weer een vertegenwoordiger in de commissie moeten nebben. In wezen gaat daarover nu nog het debat. Alle kleine fracties van links en rechts steunen de kandidatuur van coHega Van Dis. Maar de grote fracties willen daar niet aan. Het zou de verdeling van de commissieplaatsen, door hen overeengekomen, opnieuw openbreken. Gevolg, een enquêtecommissie, waarin vijf van de negen fracties uit de Kamer niet zijn vertegenwoordigd. Dat is slecht voor het draagvlak in de volksvertegenwoordiging en voor de objectiviteit van het onderzoek, waar juist dezelfde vier wèl vertegenwoordigde fracties in het te onderzoeken tijdvak regeringsverantwoordelijkheid droegen op Volkshuisvesting. Na afloop van het debat bespringen ons van alle kanten de media om commentaar. Als altijd, staan wij selectief te woord. We moeten dus tevreden zijn met een plaatsvervangend lidmaatschap. Hoe moet dat' worden ingevuld? We bespreken dat onderling. Zolang het kan, toch maar zo goed mogelijk meedraaien. Op de middag dienen wij cle vragen in over het staatsbezoek aan Japan. Per omgaande diverse reacties uit de Kamer en het hele land. Het maakt zelfs onderdeel uit van de ANPnieuwsberichten. Onderwijl een telefoontje van de griffie. We worden allemaal in de zaal verwacht. Daar zal Betico Croes worden herdacht. Na een auto-ongeluk drie kwart jaar in coma, vandaag overleden. Hij was de voorvechter van de "status aparte" van Aruba binnen ons koninkrijk. De ernst van het leven komt weer even extra op je af. Wat is het toch nodig bereid te zijn voor dat gewichtvolle ogenblik. Gaat dat niet te veel verloren in de overmatige beslommeringen van een parlementariër? Het debat over de onderwijsbegroting kenmerkt zich door scherpe confrontatie tussen oppositie en coalitie. Tussendoor opgeroepen voor een spoedvergadering van de commissie voor Antilliaanse en Arubaanse zaken. Naar de begrafenis van Croes, ja of neen? Er zal een kleine afvaardiging afreizen naar Aruba. De grote fracties polsen ons wat betreft ons standpunt morgen, bij het debat over het pensioen. Journalisten proberen ook voorschotjes los te peuteren. Dat lukt niet. Vandaag doet ons de SGP-studievereniging uit Leiden en omgeving de eer aan van een bezoek. Onze nijvere fractievoorlichter vangt hen op en laat een en ander zien. Dan volgt een gesprek met mij. Een goeie zaak, die directe contacten met onze eigen jeugdige achterban. Om half elf in de avond start ik de auto. Terug naar huis.

Donderdag 27 november 1986
Zo vroeg mogelijk naar Den Haag. Laatste evaluatie van de standpuntbepaling in de kwestie die de gemoederen de hele week intensief bezighoudt. De grote fracties zijn zeer verdeeld. Uitkomst dus erg onzeker. Er komen telefoontjes binnen van mensen uit onze partij met goede raad. Voordat het debat begint nog gauw wat instructies aan de medewerkers over de debatten DV aanstaande maandag over visserij en ouderenbeleid. De redevoeringen in de Kamer zijn beheerst van toonzetting, waardig en bewogen. Tegelijk vraagt een gesprek van de commissie Volksgezondheid uit de Kamer met het Landelijk Platform Patiëntenbelangen nog mijn aandacht. Gesprekspunten zijn bezuinigingen en kwaliteitsverlies in de gezondheidszorg alsmede subsidies voor dit platform, waaraan ook de NPV deelneemt. Daarom stel ik maar eens de vraag naar de pluriformiteit in het licht van het behoud en de doorwerking van het pro lifestandpunt en het wetgevingsprogramma op punten klacht- en tuchtrecht. Collega Van den Berg houdt namens ons zijn betoog. Juridisch goed onderbouwd, met indringende vragen naar de rechtsgronden en de rechtmatigheid van de toekenning van het pensioen indertijd. Zaal en tribunes puilen uit van de mensen. Minister Van Dijk reageert heel sterk. Als de meerderheid van de Kamer en daarmee de Kamer zelf het pensioen wil beëindigen daar is een twee derde meerderheid voor nodig in Tweede en Eerste Kamer, het gaat immers om een pensioen van een Kamerlid of zijn nabestaanden— dan is de Kamer ook verplicht om een begaanbare weg daarvoor te wijzen. Emotioneel heeft iedereen moeite met continuering van de uitkering, maar de Kamer als medewetgever zou een blunder begaan in een zo delicate kwestie een daad te stellen die bij onafhankelijke toetsing juridisch niet houdbaar zou blijken te zijn. Het gaat om de grondbeginselen van onze rechtsstaat. Zelden een debat meegemaakt met zo veel schorsingen voor intern politiek beraad van alle fractievoorzitters. Het ligt heel moeilijk. Tot het laatst is het onzeker welke uitspraak de eindstreep halen zal. Hoofdelijke stemming brengt die duidelijkheid. De Kamer gaat toch de inspanningsverplichting aan om een eind te gaan maken aan het pensioen. Daarvoor moet wetswijziging tot stand worden gebracht. Wij stemmen tegen. Wij willen niet verwachting wekken dat lukt, terwijl wij echt niet zien hoe dat kan binnen onze rechtsorde. Na afloop van het debat is eigenlijk niemand echt opgelucht. Enkele groepen leerlingen 5-VWO uit Amersfoort hebben wij vandaag moeten teleurstellen. We vonden echt geen tijd voor een discussie.

Vrijdag 28 november 1986
De dag begint met een voor een ontmoeting op hun verzoek met het gemeentebestuur over de visserijproblematiek. Hartelijke ontvangst, instructief gesprek. Kan ik aanstaande maandag mijn winst mee doen, in eigen verantwoordelijkheid en onafhankelijkheid. Daarna voert de reis naar Groningen, waar ik vanavond een spreekbeurt mag houden voor de kiesvereniging. Lange reis in de mist, gelukkig vergezeld van mijn vader, die met moeder deze dagen bij ons gelogeerd is. De zaal bij de kerk van de gereformeerde gemeente zit propvol met ouderen en gelukkig ook veel jongeren. Hartverwarmend. Na zulk een treffen teken ik altijd weer graag bij. Dominee Hakkenberg, samen met zijn catechisanten de hele avond in ons midden, besloot de avond passend. Terug naar Holland, zoals ze het daar uitdrukken. Ver in de nacht thuis.

Zaterdag 29 november 1986
Uitslapen is er nauwelijks bij. Twee dochters moeten op tijd de deur uit, helpen in een winkel van kennissen. Voor mij de kranten, de post, een achterstand op mijn bureau, de telefoon. Natuurlijk ook de agenda voor volgende week. Dat alles strijdt om voorrang met het gezin. Voor het belangrijkste deel van de dag wint het gezin en dat is zeer goed zo. Wat een offers moeten toch al worden gebracht door vrouw en kinderen. Zij doen dat in liefde, het bezwaart mij vaak wel.

Zondag 30 november 1986
Opgevoed bij en van harte staand achter een strenge opvatting omtrent de heiliging van de zondag als de Dag des Heeren, ben ik die dag naarmate ik het drukker kreeg nog meer gaan waarderen. Godsdienstigprincipieel, maar ook sociaal. Wat een wijsheid, en wat een voorrecht: een dag van rust en afzondering, bezinning en zang. Maar niet te vergeten ook de kerkgang, waar velen buiten schijnen te kunnen. Wat missen zij veel. Dat breekt eenmaal op. Als het dan maar niet te laat is. Wij hebben overigens ook onszelf wel te onderzoeken.

Maandag 1 december 1986
Een dag vol uitgebreide commissievergaderingen. Deze zijn indertijd gehouden gaan worden ter ontlasting van de agenda van de plenaire vergadering van de Tweede Kamer. Intussen is het gewoon een extra vergadering in de week. Zeker voor de leden van kleine fracties. De aan de orde zijnde onderwerpen noemde ik elders in dit weekoverzicht al. Ook in de ucv's geldt voor ons een drastische beperking in spreektijd. Vier a vijf minuten tegenover twee a drie kwartier voor de grote fracties. Verdelende rechtvaardigheid!? Ik zit er regelmatig mee en doe nogal eens een beroep op geduld en lankmoedigheid van de voorzitter. Dat zijn in de ucv's collega-kamerleden en zij zijn doorgaans niet kinderachtig. Anderzijds, regels zijn regels. Juist een SGP'er hecht aan orde, regel en stijl. Als de kern van de zaak maar verwoord mag blijven worden op de daarvoor geschikte momenten. De overheid is Gods Dienares en heeft een beleid te voeren dat Gods Woord en Wet gehoorzaamt. Dan alleen regeert zij het volk ten goede. Zie artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Inverdrietig is het en ronduit zorgelijk, dat daarmee zo weinig rekening wordt gehouden. Maar ook hier dient het einde te zijn de belijdenis van Psalm 106:4 berijmd.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 januari 1987

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's

Dagboek van een fractievoorzitter

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 januari 1987

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's