Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

"De computers rukken de scholen voor voortgezet onderwijs binnen"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

"De computers rukken de scholen voor voortgezet onderwijs binnen"

Samenwerking tussen overheid, onderwijsorganisaties en bedrijven

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZOETERMEER — Alle 2250 scholen voor voortgezet onderwijs beschikken voor het eind van 1988 over een computerlokaal en ten minste drie opgeleide docenten. In zo'n lokaal kan het computernetwerk bestaan uit een docentencomputer, acht leerlingencomputers en programmatuur voor op praktijk ingestelde leerplannen. De scholen krijgen tot 1 januari 1989 de computers in bruikleen. Daarna wordt de apparatuur gratis in eigendom overgedragen aan de scholen. De plannen zijn te beschouwen als een forse inhaalmanoeuvre om de achterstand van Nederland ten opzichte van het buitenland op het gebied van de informatietechnologie weg te werken.

  Voor die inhaalmanoeuvre hebben de overheid, drie Nederlandse bedrijven en de vier grote ondernemerskoepelorganisaties recent een overreenkomst gesloten. Bij elkaar zal er in dit project, dat in de volksmond het NIVO-project wordt genoemd, zo'n 160 miljoen gulden worden geïnvesteerd. Voor het beheer van de computers en de ontwikkeling van de programmatuur voor de projectfase zal een stichting in leven worden geroepen. Via die stichting zullen de computerbedrijven IBM Nederland, Philips en Compudata een beroep doen op het bedrijfsleven om in totaal 113 miljoen gulden in het project te steken. Vanzelfsprekend geven die drie bedrijven daarbij het goede voorbeeld. De overheid stelt  .miljoen gulden beschikbaar. Alle scholen voor lbo, mavo, havo vwo moeten aan het eind van de projectfase over ten minste drie opgeleide docenten beschikken. Dat betekent dat er ongeveer 7000 docenten in betrekkelijk korte tijd moeten worden opgeleid. Daarvoor zijn de nieuwe lerarenopleidingen aangewezen.

Informatiekunde
  Op korte termijn zullen 30 docenten van deze NLO's bij de drie ondernemingen informatiekunde volgen. Die groep van 30 zal vervolgens de collega's bij de NLO-scholen, zodat de NLO's straks in staat zijn de stroom van docenten uit het voortgezet onderwijs op te vangen.
  
Voor het einde van dit jaar zal voor elke school worden vastgesteld welke computers beschikbaar zullen worden gesteld. Vervolgens wordt er een schema opgesteld over de totale looptijd van het project voor de installering van de apparatuur. Voor elke school zal worden bepaald hoe de docenten- en leerlingencomputers er zullen uitzien. In vaktermen wordt dan gesproken over de samenstelling van de configuraties. Nu we toch aan vaktermen zijn begonnen, voor de liefhebbers nog wat specificaties. Docenten- en leerlingencomputers vormen met elkaar een lokaal netwerk. Dat netwerk kan worden uitgebreid tot 16 leerling-computers zonder dat de prestaties van de computers teruglopen.
  
De systemen zijn gebaseerd op 16-bits architectuur, MS-DOS als besturingssysteem. Afhankelijk van het schooltype zal een enkelvoudige of meer complexe configuratie worden geleverd. De enkelvoudige configuratie is alleen geschikt voor het vak informatiekunde. Bij complexe systemen kunnen ook de tweede fase van de informatica, computerondersteunend onderwijs en beroepsgerichte toepassingen worden verwezenlijkt.

Randapparatuur
  De leerlingcomputers beschikken minimaal over een 64-K intern geheugen. Maar die computers zijn uit te breiden tot 256-K intern geheugen. Aan randapparatuur kan een diskettestation, een kleurenmonitor, een printer en dergelijke aan de computer worden gekoppeld.
  
De docentencomputer heeft 256-K intern geheugen en een schijveneenheid waarop 10 miljoen tekens kunnen worden weggeschreven. Deze computer is uitbreidbaar tot 512-K intern en 20 miljoen tekens extern of schijfgeheugen.
  
Maar nog is de koek niet op. Elke school krijgt de beschikking over twee vakspecifieke computers. Die zullen in principe worden uitgerust met 256-K intern geheugen en twee diskettestations. Als de plannen overeenkomstig de gesloten overeenkomst worden uitgevoerd, kan inderdaad gesproken worden van een forse inhaalmanoeuvre. Nu zou de gedachte licht kunnen postvatten, dat het bedrijfsleven zich de rol van liefdadigheidsinstelling heeft aangemeten. Dat is natuurlijk niet zo. Commercie is een van de drijfveren geweest voor de drie bedrijven om de overeenkomst te sluiten. Leerlingen zullen met hun computers werken in scholen, wat ongetwijfeld zijn uitstraling zal hebben als die leerlingen een baan vinden.
  
In de eerste plaats wordt het kennis-peil van de schoolverlaters versneld aangepast aan de maatschappelijke behoefte. Maar vervolgens houden de leerlingen prettige herinneringen over aan hun werken met een bepaald merk computer in school. Daarover zullen ze ongetwijfeld thuis en in de bedrijven praten. Eigenlijk hebben zowel de drie computerbedrijven als het totale bedrijfsleven belang bij dit project. Daarom zal het bedrijfsleven ook worden gevraagd een financiële bijdragen hieraan te leveren.

Goede perspectieven
  Het kan niet worden ontkend dat de overeenkomst voor het voortgezet onderwijs goede perspectieven biedt. Eigenlijk is het een knap stukje werk van minister Deetman van onderwijs, die het initiatief voor dit project heeft genomen. Voor betrekkelijk weinig kosten wordt het voortgezet onderwijs in één klap voorzien van de noodzakeiijke outillage om goed onderwijs in informatiekunde te geven.
  
Eind februari 1986 zal het leveringsschema voor de apparatuur voor dit project bekend worden. Natuurlijk zullen scholen niet zo dwaas zijn om voor die tijd nog zelf te investeren in dit soort voorzieningen. „De computers rukken onweerstaanbaar de school binnen". Op zich is dit een goede zaak. Maar daarbij moeten de ethische aspecten van het verschijnsel „computer" niet uit het gezichtsveld verloren raken.
  
Op dat gebied hebben scholen voor voortgezet onderwijs die vanuit de specifiek bijbelse levensbeschouwing willen functioneren er op korte termijn een taak bijgekregen. Het is zaak die taak op te pakken en uit te voeren, zodat leerlingen niet alleen met en via computers leren werken, maar ook zicht krijgen op de ethiek van de informatiekunde.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 29 oktober 1985

Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's

"De computers rukken de scholen voor voortgezet onderwijs binnen"

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 29 oktober 1985

Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's