Begrafenis
„Om daarmede te betuigen, dat Hij waarlijk gestorven was" (antwoord 41 catechismus).
Letten we nu op de noodzakelijkheid van deze begrafenis. Dan merken wij hierin op dat zulks noodzakelijk was ten aanzien van de eeuwige raad van God, Die zulks van eeuwigheid had bepaald. En ook dat zulks nodig was ten aanzien van Jezus' voldoening.
Het was noodzakelijk ter bevestiging van de waarheid van de dood van Christus, zoals de onderwijzer zegt: om daarmede te betuigen dat Hij waarlijk gestorven was. Het was noodzakelijk om een teken van Zijn voldoening te geven. De opgehangene was Gode een vloek en zo lang als Hij daar hing, was dit een bewijs dat de vloek nog niet van de aarde was weggenomen. De begrafenis van Christus was dus een teken dat alles was volbracht en de vloek over de aarde was vernietigd.
Daarom werd Jezus dan ook van het kruishout afgenomen en in het graf ter ruste gelegd. De begrafenis was ook noodzakelijk ten aanzien van de bewaring van het lichaam van Jezus tegen mishandeling door mensen of dieren, daar toch het lichaam,van Jezus generlei verderving mocht ondergaan.
En tenslotte ook ten aanzien van de voorzeggingen en voorbeelden, rustende op de eeuwige raad van God, die hun vervulling moesten hebben. Daarom zegt Paulus (1 Korinthe 15:4) dat Christus begraven is naar de Schriften.
Justus Vermeer (Uit: Catechismus)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 april 1985
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 april 1985
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's