Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Plagen over Egypte op historiciteit getoetst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Plagen over Egypte op historiciteit getoetst

Bespotting van heidense godenwereld

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

KAMPEN — De geschiedenis van de tien plagen die over Egypte zijn gegaan, toen farao weigerde het volk Israël te laten wegtrekken zal onder de lezers van dit dagblad genoegzaam bekend zijn. Op school en zondagsschool zullen velen onder ons als kind deze geschiedenis gehoord hebben.Wanneer wij het boek Exodus lezen komen we onder de indruk van de wonderlijke wijze waarop de Heere Zijn volk ten slotte na 10 plagen uit de hand van farao heeft bevrijd.Wat valt nu op grond van buiten-bijbelse bronnen over deze plagen te zeggen? Vullen zij de bijbelse gegevens aan, corresponderen zij daarmee of lijken zij daarmee juist in strijd te zijn?Op die vraag gaat dr. J. Broekhuis, Ned. Herv. predikant te Voorthuizen in, in een boekje dat niet lang geleden verscheen bij uitgeverij Kok te Kampen.

De eruditie en belezenheid waarvan de auteur blijk geeft, dwingen respect af. Met grote kennis van zaken boort hij met name Egyptische bronnen aan, vergelijkt die met de Schriftgegevens zoals die in het bijzonder in het boek Exodus tot ons komen en komt uiteindelijk tot de conclusie dat zij een grote mate van overeenstemming vertonen.

Heket en Re
Zo zegt hij bijvoorbeeld naar aanleiding van de slavendienst die aan Israël werd opgelegd: „De historische betrouwbaarheid van de Israëlieten die niet alleen op het veld werkten(Ex. 14 : 1) maar ook zwoegden in Pithom en Raamses is bepaald geen misslag of anachronistische zonde te noemen". 
Uitermate interessant is de wijze waarop de auteur de plagen plaatst tegen de achtergrond van de godsdienst van de Egyptenaren. Hij laat overduidelijk zien dat zij niet alleen dienden om de Egyptenaren te kastijden zonder meer, maar dat deze onderdrukkers van het Verbondsvolk in hun godsdienst werden getroffen.
Zo blijkt de kikvors op kunstvoorstellingen vaak als attribuut van oosterse godheden voor te komen. Als voorbeeld noemt dr. Broekhuis Heket van Antinoöpolis die in de gestalte van een kikvors werd vereerd.
De sprinkhanen die in grote zwermen kwamen aanvliegen onderschepten als een dichte wolk het zonlicht. Daardoor was deze plaag voor de Egyptenaren een godslastering ten aanzien van de verheven god Re. Zijn rechteroog immers werd als de zon en zijn linkeroog als de maan beschouwd.
Op een heldere wijze En bovendien uitvoerig gedocumenteerd wordt iedere plaag afzonderlijk behandeld. De auteur doet zich hier in eerste instantie kennen als Egyptoloog, die zijn vak grondig beheerst en zich strikt houdt aan de skopus van zijn onderzoek zoals hij die in het begin heeft geformuleerd (pag. 8). Dat betekent dat de theologische relevantie van Schriftgedeelten die op het onderwerp betrekking hebben niet naar voren wordt gebracht.
Eén belangrijk bezwaar heeft het boekje bij het lezen opgeroepen. Het betreft de datering van de uittocht uit Egypte. De wijze waarop de auteur in deze kwestie de archeologische gegevens aan de orde stelt en ze vervolgens met de Schriftgegevens vergelijkt heeft ons niet bevredigd.

Twee perioden
Wat is het geval? In het algemeen worden door Egyptologen twee perioden genoemd waarin de uittocht plaatsgehad zou kunnen hebben: de vijftiende eeuw voor Christus met als farao Amenophis II en de dertiende eeuw met als farao Ramses II.
Dr. Broekhuis kiest voor de tweede mogelijkheid, ook al drukt hij zich voorzichtig uit: „Een datering van de uittocht in de dertiende eeuw voor Christus lijkt het meest waarschijnlijke", (pag. 32).
Nu wordt in 1 Kon. 6 gezegd dat Salomo de tempel begon te bouwen in het vierde jaar van zijn regering, 480 jaar na de uittocht. Op grond van onderzoekingen en Schriftgegevens is bekend dat Salomo in ± 960 zijn regering aanving. Tellen wij nu deze twee jaartallen bij elkaar op, dan komt de  15de eeuw in aanmerking als tijd voor de uittocht.
De auteur evenwel meent dat het getal 480 in synchronistische zin moet worden opgevat. Dat betekent dat de leeftijd van personen die in dezelfde tijd hebben geleefd of gebeurtenissen die in dezelfde tijd hebben plaatsgevonden bij elkaar moeten worden opgeteld. Zodat het getal 480 in wezen een veel minder groot aantal jaren moet hebben omvat, bijvoorbeeld 300 jaren.
Dr. Broekhuis maakt dit duidelijk aan de hand van het boek Richteren, waarin naar voren komt dat niet alle richters na elkaar maar ook naast elkaar hun functie hebben vervuld.
Deze exegetische beslissing kunnen wij niet meemaken. Hoewel we ervan overtuigd zijn dat niet alle getallen in de bijbel even eenvoudig te verklaren zijn. Dat soms ook een symbolische opvatting niet geheel uitgesloten moet worden geacht, in aanmerking genomen het literaire genre van het betrokken Schriftgedeelte of bijbelboek.

Puur historisch
We denken aan apokalyptische literatuur zoals we die in het boek Daniël en in het laatste bijbelboek Openbaring van Johannes aantreffen.
Toch menen we dat in een puur historisch bijbelboek als Koningen de getallen niet in symbolische of synchronistische zin mogen worden opgevat. Het valt ook te betreuren dat de auteur voor de beslissing die hij neemt geen zwaarwegende exegetische argumenten aanvoert.
We komen tot een afronding: Dr. Broekhuis heeft een doorwrochte studie geleverd, waarin vele nieuwe gezichtspunten te ontdekken zijn in de bekende geschiedenis van de tien plagen die over Egypte gegaan zijn.
We hopen dat hij ook in de toekomst de kennis die hij in de loop der jaren heeft verworven dienstbaar kan maken voor kerk en theologie.
Zijn benadering van bepaalde Schriftgegevens roept kritische vragen op. Niettemin: voor hen die archeologisch en theologische geïnteresseerd zijn aanbevolen.
N.a.v. „De tien plagen en Egypte", door dr. J. Broekhuis; Uitgeverij Kok, Kampen, 1984; 95 blz., prijs ƒ 13,95.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 september 1984

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's

Plagen over Egypte op historiciteit getoetst

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 september 1984

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's