Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het bedrijfsleven en de niet joodverklaringen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het bedrijfsleven en de niet joodverklaringen

Of hoe aan de Arabische boycot te ontkomen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De niet-joodverklaringen. Een vorm van rassendiscriminatie of valt het opgeven van iemands geloof daar niet onder? Over deze vraag doet de Hoge Raad, Nederlands hoogste rechtsorgaan volgende week dinsdag uitspraak. Een evaluatie van jarenlange juridische touwtrekkerij en een boycotmeldingswet.

Het oordeel van de Hoge Raad, die zich slechts beperkt tot het controleren van de juiste naleving van de rechtsregel door de rechtsorganen, is het laatste in een serie die het gevolg is van aanklachten die het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël (CIDI) tegen vier bedrijven bij justitie indiende. Het centrum dat zich sinds de oprichting in 1974 vooral richt op zaken als anti-semitisme en de positie van de joden in de wereld kwam in 1978 met een zwartboek over de niet-joodverklaringen.
Het CIDI dat vindt Fläkt, Ballast Nedam, Holland International en het Nederiands Centrum voor Handelsbevordering (NCH) door het afgeven van niet-joodverklaringen voor het verkrijgen van visa voor hun personeel voor Saoedi-Arabië zich schuldig maken aan overtreding van artikel 429 van het Wetboek van Strafrecht. Dit artikel stelt: „Hij die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf, bij het aanbieden van goederen of diensten dan wel bij het gestanddoen van een aanbod, iemand wegens zijn ras achterstelt, wordt gestraft met ten hoogste een maand of geldboete ten hoogste duizend gulden."

Bottleneck
De bottleneck bij de niet-joodverklaringen zit hem in het feit dat het hier gaat om het opgeven van iemands geloofsovertuiging en dat dit bepalend is voor het al dan niet verkrijgen van een visum. Dus niet het ras maar het geloof geeft de doorslag.
De niet-joodverklaringen zijn een gevolg van de Israëlboycot door de landen van de Arabische Liga. Deze landen willen slechts zaken doen als hun Nederlandse partners verklaren dat geen van de geleverde goederen uit Israël komt of uit Israëlische grondstoffen is vervaardigd. Daarnaast mogen de partners geen zaken doen met Israël zolang zij dat ook met de Arabieren doen. Alle Arabische landen hanteren deze eisen, enkele waaronder Saoedi-Arabië voegen daar de niet-joodverklaringen aan toe voor het uit te zenden personeel.
Als bedrijven meewerken aan de niet-joodverklaringen is dat volgens het CIDI rassendiscriminatie. „Joden worden aldus door de bedrijven uitgesloten naar Saoedi-Arabië te gaan of lopen de kans niet in bepaalde posities binnen het bedrijf te worden toegelaten omdat daar een eventuele uitzending Saoedi-Arabië naar aan verbonden is."

Honderden
Het eerste bedrijf dat door het CIDI bij justitie wordt aangeklaagd was Ballast Nedam. Op 8 januari 1982 stuurt zij een brief naar de Amsterdamse officier van Justitie met het verzoek een onderzoek naar het gebruik van niet-joodverklaringen in te stellen. Voor de Amsterdamse kantonrechter, we schrijven inmiddels januari 1983, geeft het bedrijf toe in het verleden honderden van die niet-joodverklaringen te hebben afgegeven. Toch is het opgeven van een religie geen rassendiscriminatie meent het Amsterdamse bedrijf. „Saoedi-Arabië is echter wars van racisme. Ze accepteren alles en iedereen ais die maar meewerken aan de opbouw van het land. Onder al die witte jurken gaan allerlei soorten rassen en religies schuil", zegt de advocaat van Ballast Nedam zijn argumenten kracht bij.
Behalve Ballast moeten ook Fläkt, Holland International en het NHC zich voor de kantonrechter verantwoorden. De officieren van Justitie eisen tegen de bedrijven geldboetes van resp. 750, tweemaal 750 en twee maal 250 gulden. In alle gevallen legden de kantonrechters de eisen naast zich neer en spraken ze de bedrijven vrij. De Amsterdamse kantonrechter liet de zaak voornamelijk strijken over vormfouten in de dagvaardiging. Zijn Amersfoortse collega vindt dat ook Fläkt vrij uitgaat „omdat er niet gesproken kan worden van het joodse ras, maar uitsluitend van het joodse volk". 
De officieren gaan tegen de vonnissen in beroep. Hun collega's bij de rechtbanken eisen opnieuw geldboetes. De Amsterdamse officier eist in beroep in plaats van 750 gulden zelfs drie maal 750 gulden boete. Alleen Fläkt wordt door de Utrechtse rechtbank tot twee maal 750 gulden boete veroordeeld. De andere bedrijven gaan opnieuw vrijuit. Zij maken zich niet schuldig aan rassendiscriminatie oordelen de rechtbanken. Voor de Haagse rechter gold vooral dat Holland International en het NCH alleen „de formulieren doorstuurden en het niet vaststaat dat Saoedi-Arabië in haar toelatingsbeleid van vreemdelingen onderscheid maakt naar ras en dit zou baseren op een opgave van de godsdienst van de reiziger". Een vreemde redenering omdat een Nederlandse journalist juist omdat hij opgaf de joodse godsdienst aan te hangen geen visum voor Saoedi-Arabië kreeg om de reis van de toenmalige minister van buitenlandse zaken. Van der Klauw te kunnen verslaan.

Terecht
De officieren van Justitie bij de Amsterdamse en Haagse rechtbank en Fläkt tekenen tegen de vonnissen beroep aan bij de Hoge Raad. De procureur-generaal van dit rechtscollege concludeerde in januari van dit jaar dat Holland International en het NCH door de Haagse rechtbank terecht waren vrijgesproken en vroeg de raad het hoger beroep niet ontvankelijk te verklaren". In de zaak tegen Ballast Nedam was een fout in de dagvaardiging gemaakt. In plaats van de omschrijving beroep of bedrijf zoals in artikel 429 quater vermeld werd daarin alleen van beroep gesproken.
Wat Fläkt aangaat concludeerde de procureur-generaal dat deze zaak naar het Amsterdamse gerechtshof terugverwezen moest worden. De Utrechtse rechtbank had in zijn ogen een fout gemaakt door bij de uitspraak een andere samenstelling te hebben dan toen de zaak voorkwam. Of de raadsheren van de Hoge Raad de conclusies van de procureur-generaal delen zal dinsdag blijken. Vaststaat dat ook na uitstel de Hoge Raad niet op de principiële kanten van de niet-joodverklaringen in zal gaan.

Wet
Op de achtergrond van de niet-joodverklaring speelt mee wat officieel heet de wet melding buitenlandse boycotmaatregelen. Deze wet die het bedrijven verplicht melding te maken als zij met boycotmaatregelen door het buitenland worden bedreigd, trad onlangs in werking. De wet geldt echter maar voor drie jaar en is een gewijzigde vorm van het eerst onwerp dat in 1981 bij de Kamer ingediend werd. In het gewijzigde ontwerp worden bedrijven niet verplicht te melden wat zij met de boycoteisen hebben gedaan. Met andere woorden ze hoeven niet zichzelf aan te geven als zij toegegeven hebben.
De wet, zelfs door de ijveraars voor de meldingsplicht, een wet met melktanden genoemd, loopt dus de kans na drie jaar ingetrokken te worden. Een gevaar dat ook al in eerdere instanties dreigde. De commissie-Van der Grinten adviseerde het kabinet namelijk het ontwerp in te trekken omdat het voor het bedrijfsleven een te grote belasting zou betekenen. Een geluid waarmee het bedrijfsleven van harte instemde. Om te voorkomen dat de wet na drie jaar wordt ingetrokken heeft het CIDI aangekondigd na te zullen gaan of bedrijven zich aan de nieuwe wet houden. Doen zij dat niet dan zal het CIDI niet „aarzelen het openbaar ministerie in kennis te stellen".

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 juni 1984

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's

Het bedrijfsleven en de niet joodverklaringen

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 juni 1984

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's