De helden van de Willemsbrug aan de vergetelheid ontrukt
I ROTTERDAM — ,^el. I den bestaan niet, zij worden ^ gemaakt. Wij hebben alleen I onze plicht gedaan." BescheiI den kijkt een handjevol oudi mariniers terug op de vij^ I meidagen in 1940, waarin zij I het klaarspeelden om met 1 verouderde wapens een over1 weldigende Duitse overmacht I de overtocht over de WilI lemsbrug in Rotterdam te beI letten.
'M Il (Van één onzer verslaggevers)
Hun heldenrol is beschreven door Wim Hemman in het doorII Omega uitgegeven boek „De helden van de Willemsbrug". Nadat p minister J. de Ruiter van Defensie gisteren het eerste exemplaar ^ in ontvangst nam, droeg hij het Ë boek op aan allen die hun leven § in de ongelijke strijd rond de Ë Maasbruggen lieten.
Homman sprak met overle^ venden om een antwoord te vinden op de vraag of de heldhaftige ^ strijd van de mariniers werkeII lijkheid of een legende was. Tot Il zijn verrassing hadden zij de geM beurtenissen nog messcherp in 1 hun geheugen.
Blote hand
H Homman trok na meer dan een jaar voorbereiding de con§ clusie dat het verhaal van „De § Zwarte Duivels" zoals de Duitj| sers in mei 1940 de mariniers noemden totaal anders was dan II de legende ons laat geloven. :i Homman: „Nooit zijn mariniers ^ met het mes tussen de tanden de Il Maas ingedoken. Nooit hebben P ze de Duitsers met de blote hand i| aangepakt. Wel hebben ze de Duitsers door gericht vuur vijf ^ dagen lang tegengehouden, totdat het Duitse opperbevel op^ dracht gaf Rotterdam te bom
barderen." II De oplossing van de legende Il over de messen ligt volgens Il Homman misschien in wat serII geant Karstanje hem na zovele II jaren vertelde: „Kijk, we leefden ^ in 1940 in de tijd van het gebroken geweertje. Omdat we eigenII lijk slecht materiaal hadden, zei ^ ik tijdens de opleiding tegen p mijn mariniers: „Behoorlijke p wapens hebben we niet, maar als 1 we ooit moeten vechten hebben we gelukkig scherpe tanden P waarmee we de vijand de strot kunnen afbijten". „Hadden we ze toch maar de strot afgebeten", mompelde Karstanje voor zich heen toen hij de binnenstad voor zich zag die brandde als een reusachtige fakkel, een inferno van vernietiging en dood.
Trots?
Het verhaal gaat dat Rotterdam altijd trots is geweest op; zijn mariniers. „Ook dat is niet waar", ontdekte Hornman, „en vertekent volkomen de werkelijkheid. Vóór 10 mei 1940 kregen ouders de schrik van hun leven als hun dochter met een marinier werd gezien en alleen het aflossen van de wacht bij de marinierskazerne op het Oostplein was een spektakel waar men nogal eens naar kwam kijken. Maar eigenlijk vond men het maar niks. Duitsland zou Nederland toch immers nooit binnenvallen. We bleven natuurlijk neutraal, zoals in de oorlog '14'18. Waarom hield de regering er dan dure korpsen op na, zoals de mariniers? Dat was toch verspilling van belastinggeld? Weg met de bewapening!"
Zes onervaren mariniers verdedigden met verouderde wapens dagenlang de Willemsbrug. Een Mannlicher-Repeteergeweer uit 1798, de Hoover-mitrailleur die veel te vaak weigerde en de zogenaamde ei-handgranaten. Dat was alles. „Maar de voorstanders van het gebroken gevyeertje lieten Nederland geloven dat bewapening onzin was, omdat we te allen tijde neutraal zouden blijven", aldus Hornman.
i^^'Wl Kinderen
De zes van de Maasbrug leven op één na allen nog. In de meidagen van 1940 kenden zij het vak nog niet. Zij waren sinds januari || in dienst. „We waren kinderen", ^ zegt Bèr Seegers. „We konden i| niet voor- of achteruit. En daar- § om bleven we daar maar. Het ^ was verschrikkelijk." Rotterdam || wil hen vergeten, verwijt Horn- ^ man het stadsbestuur. ^
„Een plaquette op de nieuwe p brug kregen zij niet. Over de an- ^ deren wordt helemaal niet meer g gesproken. Het lijkt of zij omge- § komen zijn in een brandende g stad, maar zij zijn nog springle- § vend. De Militaire Willemsorde ^ hebben zij nóóit gekregen. Men § zou kunnen zeggen dat de ge- 1 schiedenis van de Zwarte Duivel ^ de doofpot in is gegaan, en dat is § jammer." §
Na de overgave verschenen ze § op de brug, helmen op, jassen 1 aan, beroet, bevuild, met de han- 1 den omhoog voor de Duitsers die ^ hen onder schot hielden. De 8 angstdroom was over. Een dikke 1 Duitse Oberleutnant, die hen 1 staande hield, sprong stram in de 1 houding en salueerde toen hij i hoorde dat zes man van nog geen 1 twintig jaar met drie maanden |i opleiding de ongelijke strijd tot i het uiterste hadden volgehouden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 mei 1984
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 mei 1984
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's