Pleidooi CDA: Elke gevangene eigen kamer
DEN HAAG — Een motie van het CDA, met als eerste ondertekenaar CDA-kamerlid Dijkman, om elke gedetineerde een eigen kamer (cel) toe te kennen, stuit bij de regering op bezwaren.
Tijdens het staartje van de behandeling van de nota „taak en toekomst van het Nederlands gevangeniswezen" betoogden de bewindslieden van justitie, minister Korthals Altes en staatssecretaris Korte-Van Hemel, dat door dié maatstaf de gloednieuwe, open inrichting van Heerhugowaard vijftig gedetineerdenplaatsen minder zou tellen.
In weerwil van die bezwaren hield het CDA zijn motie staande. Dijkman stond daarin maandag niet alleen. Zijn fractiegenoten Evenhuis-Van Essen en Buikema hebben de motie mede ondertekend, en het ziet er naar uit dat de motie met steun van de PvdA en de kleine linkse fracties op een kamermeerderheid zal kunnen rekenen.
Evenals de kleine linkse fracties lieten ook de fracties van SGP, GPV en RPF weten niets te voelen voor bezuinigingen bij het gevangeniswezen. RPF-kamerlid Leerling werd in zijn pleidooi voor het behoud van door de overheid bekostigde geestelijke verzorging, gesteund door mevr. WesselTuinstra (D'66). ÖAG EN NACHT BEREIKBAAR BEGRAFENIS - ONDERNEMING Gisteren werd voor de LBO en de Mavo-kandidaten Wiskunde open vragen geëxamineerd. Deze leerlingen kregen vier vraagstukken die in twee uur tljds moesten worden opgelost. De opgaven voor LEAO, LHNO, lager landbouwonderwijs, lager middenstandsonderwijs, LTO en Mavo-C waren gelijk. Het eerste vraagstuk betrof een eerstegraads vergelijking en ongelijkheden. Een som zoals deze meestal wei elk jaar terugkomt.
De tweede som ging over een kubus; een leuke som, hoewel het C-onderdeel voor sommigen wat lastig was. De derde opgave, een tweedegraadsfunctie, gecombineerd met een eerstegraadsfunctie, zal voor de meeste leerlingen niet zo vreemd zijn geweest. De laatste opgave ging over een cirkel. Voor Maco-C waren drie van de vier opgaven aan het eind van de derde klas door veel leerlingen redelijk te maken. Met betrekking tot de LTO gold: een goed niveau, een tevreden docent en tamelijk tevreden leerlingen.
Het Mavo-D examen omvatte de volgende onderdelen; Opgave 1 over eerste en tweedegraadsfuncties, opgave 2 over een cirkel, opgave 3 over vectoren, de laatste opgaven ging over een stukje goniometrie. In vergelijking met MavoC gaf het D-niveau een duidelijk verschil te zien. Daarnaast omvat het D-examen ook onderdelen extra, (onder andere vectoren). Een aantal leerlingen zal het best jammer hebben gevonden dat er ook dit jaar geen statistiek in het examen voorkwam. Gegeven het feit dat er geen verrassende dingen in voorkwamen en dat de vraagstelling in de lijn van de laatste jaren ligt, kon gezegd worden dat ook dit examen redelijk te maken viel.
VWO
Het examen Wiskunde-II was wat moeilijkheidsgraad betreft een zeer reëel examen maar wel erg eenzijdig. Er werd eigenlijk maar één onderdeel vrij grondig afgevraagd: negentig procent van de opgaven betrof vectormeetkunde, een onderwerp dat als regel in 5-VWO behandeld wordt. En dit terwijl een onderwerp als lineaire afbeeldingen, dat ongeveer de helft van het eindexamenprogramma uitmaakt, in het hele stuk niet voorkwam. Aan dit laatste is vijf è zes maanden in het examenjaar gewerkt. Bij dit examen speelde evenals bij de meeste examens wiskunde II naast routine en handigheid een hoeveelheid inzicht, een grote rol. Elk van de drie opgaven, uitgesplitst in A, B en C begon met een routinematig deel. Bij de eerste som was het B-onderdeel al tamelijk pittig. De C-onderdelen vroegen stuk voor stuk een flink stuk inzicht. Een voldoende behoort bepaald niet tot de onmogelijkheden, echt hoge cijfers zullen er waarschijnlijk niet veel bij zijn.
Engels
Voor de leerlingen van het LBO werd maandagmiddag Engels geëxamineerd. Zij kregen in anderhalf uur tijd vijf opgaven te maken. Het eerste betrof tien vragen die gesteld werden naar aanleiding van een tekst van 19 regels. De tekst handelde over twee dames die bij de brandweer gekomen waren, daar moeilijkheden hadden ondervonden maar zich nu toch konden bewijzen. De vragen hadden niet zoveel met het stuk te maken. Een voorbeeld: in het stuk stond dat om drie uur 's nachts de alarmbel ging: een vraag die daarop aansloot was „hoe zou je zelf op zo'n alarmbel reageren". Het tweede gedeelte betrof vijf zinnen waarvan twee woorden gegeven waren en deze moesten dan aangevuld worden tot minimaal 6 woorden. De derde opgave betrof zinnen waarvan drie è vier woorden gegeven waren die dan verder afgemaakt moesten worden. De vierde opgave omvatte een brief die een dame aan een krant schreef waarin een aantal woorden weggelaten waren die door de leerlingen dan moesten worden ingevuld en het laatste onderdeel bevatte een mixture van een aantal losse woorden waaruit een goed lopende Engelse zin moest worden samengesteld. Met name de opgaven 2 tot en met 5 waren heel goed te doen. De eerste opgave met de tien vragen was wat moeilijker. Over het algemeen waren de LTO-leerlingen zeer tevreden over dit slot van het examen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 17 mei 1983
Reformatorisch Dagblad | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 17 mei 1983
Reformatorisch Dagblad | 10 Pagina's