Binnenstebuiten
VAN AGT (I)
Hoewel hij bepaald niet onomstreden was, staat het buiten kijf dat anr. A. A. M. van Agt zich tijdens zijn politieke loopbaan bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt. Met fname het CDA is hem veel dank verschuldigd omdat hij erin is geslaagd het kabinet waaraan hij leiding gaf, vier jaar lang bijeen te houden én omdat hij het als lijsjtrekker bij de verkiezingen zo goed deed dat de partij redelijk op sterkte kon blijven, iets wat anderen hem voorlopig nog zullen moeten nadoen. Je zou dus denken dat de populariteit van Van Agt in CDA-kringen niet meer stuk kon, ook niet nadat hij als Kamerlid had gekozen voor de luwte in plaats van voor het strijdgewoel. Maar de geluiden die af en toe vanuit de CDA-fractiekamer tot de buitenwereld doordrongen, wezen erop dat de gewezen minister-president zelfs openlijk gekritiseerd werd vanwege zijn voortdurende afwezigheid. De fractievergaderingen van het CDA woonde hij nog maar een enkele keer bij, terwijl hij wel tijd had voor de uitreiking van grammofoonplaten, het openen van tentoonstellingen en het beantwoorden van de vele brieven („koffers vol", aldus Van Agt) die hem vanuit het land bereiken. Kortom, hij maakt het Kamerlidmaatschap tot een aanfluiting, zo luidde de kritiek van fractiegenoten.
En zo ontstond een uiterst merkwaardige situatie. Toen Van Agt nog premier was, joeg hij de Tweede-kamerfractie van het CDA met zijn uitspraken keer op keer in de gordijnen. Bij voorkeur vanuit het buitenland liet hij menig ballonnetje op, was het niet over de kernwapens dan was het wel over zijn gevoelens van genegenheid jegens de VVD. En iedere keer weer briesten zijn partijgenoten van verontwaardiging. Maar de laatste tijd deed Van Agt geen uitspraken meer die in Den Haag voor grote beroering zorgden. Dat kon ook bijna niet, gezien de zeer bescheiden rol die Van Agt nog in het Haagse gebeuren speelde. Ook liep hij in de tractie, die doorgaans uit nogal ambitieuze lieden bestaat, niemand voor de voeten. Sterker nog, hij liep daar in het geheel niet. Maar toen was het weer niet goed. Dan heette het plotseling dat hij zijn Kamerlidmaatschap onwaardig was. Wie dat nog kan volgen moet het ons maar eens uitleggen.
VAN AGT (II)
Hoe het ook zij, het rumoer in de CDA-fractie zal geheel verstommen nu de benoeming van Van Agt tot commissaris der Koningin in Noord-Brabant een feit is. Aan die benoeming is overigens wel het nodige vooraf gegaan. De CDA-fractieleiding moest Van Agt zelfs vragen vanuit Moskou te verklaren dat hij nog steeds grote belangstelling had voor deze provincie. Van Agt was op dat moment op privé-bezoek bij de Nederlandse ambassadeur, een familielid van hem, en terwijl hij daar vertoefde waren hier in Nederland geruchten verspreid dat hij plotseling meer belangstelling zou hebben voor de post van commissaris in Gelderland dan voor diezelfde post in Noord-Brabant. Die geruchten waren wel te verklaren, want Van Agt heeft er nimmer een geheim van gemaakt dat hij graag in Nijmegen zou blijven wonen. Bovendien heeft het CDA de Gelderse post, die in september vrijkomt in verband met de pensionering van mr. Geertsema geclaimd. Door persvertegenwoordigers was Van Agt dan ook al eens eerder gevraagd of hij mogelijk in Gelderland geïnteresseerd was. Maar kennelijk had hij zich toen niet duidelijk genoeg uitgedrukt want al spoedig gonsde het van de geruchten. Vandaar dus die verklaring vanuit Moskou.
Eigenaardig is dat toch. Zelfs nadat hij afscheid had genomen van de politiek bleef Van Agt voor opschudding zorgen, en die opschudding ontstond wederom toen hij in het buitenland verbleef. De Brabanders zijn gewaarschuwd!
---------------------------------------------------------------------------------
ADDERTJE (I)
Als we het goed doorhebben, is in de maand april een landelijke huisaan-huiscollecte gehouden voor de Federatie van instellingen voor ongehuwde-moederzorg (FIOM). In verband daarmee bereikte ons de vraag of het verantwoord is aan die collecte een bijdrage te geven. Wel, de lezer oordele zelf. De FIOM is een organisatie die zich bezighoudt met de opvang van ongehuwde vrouwen (meisjes), die al dan niet buiten hun schuld zwanger zijn geraakt. Dat is op zich uiteraard een nobele doelstelling maar onder dit gras schuilt toch duidelijk een zeer giftig addertje. De FIOM biedt namelijk, zoals dat zo verhullend heet, „een volledig pakket" aan. Daarmee wordt bedoeld dat in dat pakket ook abortus provocatus zit. Een ongehuwde, aanstaande moeder die zich tot de FIOM of een daarbij aangesloten instelling wendt, wordt dus in het geval zij niet in staat is het kind zelf op te voeden, niet alleen gewezen op de mogelijkheid van adoptie maar ook van abortus provocatus. De FIOM gaat daar nogal prat op; toen de Vereniging tot bescherming van het ongeboren kind (VBOK) enkele jaren geleden voor het eerst in aanmerking kwam voor overheidssubsidie, tekende de FIOM meteen protest aan. De VBOK biedt, zo zei de FIOM, een onvolledig informatiepakket omdat zij tegenstander is van abortus. Terwijl het pakket van de FIOM wél volledig was... en aan dat „volledige pakket" betaalt iedereen mee die een bijdrage in de collectebus stopt!
ADDERTJE II
Nu we het toch over collectes hebben, in de maand juni zal in vele regio's weer worden gecollecteerd voor het Anjerfonds. We werden daar opmerkzaam op gemaakt toen we een berichtje onder ogen kregen dat het Anjerfonds in Drenthe een bedrag van 12.500 gulden per jaar beschikbaar wil stellen voor de regionale popmuziek. Nu is daarmee niet gezegd dat dit in andere provincies eveneens gebeurt maar enige voorzichtigheid is toch wel op haar plaats. De veertien Anjerfondsen in ons land ressorteren onder het Prins Bemhardfonds in Amsterdam en laatstgenoemd fonds steunt, naast allerlei nobele doeleinden op het gebied van natuurbehoud, bijvoorbeeld ook zaken als het Holland- Festival en Jazz-orkesten. Over de Anjerfondsen wist een woordvoerder van het Prins Bemhardfonds te vertellen dat deze veelal financiële steun verlenen aan de amateuristische kunstbeoefening. Onder dat begrip vallen plaatselijke fanfare-orkesten en zangkoren maar ook toneelgezelschappen en theatergroepen. Het is maar dat u het weet, waarbij u zich overigens kunt troosten met de gedachte dat er nog genoeg andere organisaties zijn waar men zijn bijdrage wél met, een gerust hart aan toe kan vertrouwen.
-------------------------------------------------------------------------------
ONGEBREIDELD I
De directeur van de gemeentelijke, sociale dienst in Leeuwarden J. de Boer vindt dat de overheid paal en perk moet stellen aan „het ongebreideld verschaffen van consumptief krediet". Hij heeft de Tweede kamer daartoe via een persoonlijk schrijven opgeroepen. Niet voor het eerst overigens want ook vorig jaar richtte De Boer zich tot de volksvertegenwoordiging met een brief, waarm hij erop wees dat op dat moment twee van de vijf gezinnen een schuld hadden van 7.000 gulden of meer en dat er 300.000 salarisrekeningen voor gemiddeld 2.000 gulden in het rood stonden. Thans constateert De Boer dat er sinds zijn laatste brief weinig tot niets aan dit probleem is gedaan, terwijl het consumptief krediet, na een kleine daling, weer een duidelijke stijging te zien geeft. De overheid mag nu, zo vindt De Boer, niet langer blijven toezien en dient zo snel mogelijk maatregelen te treffen. Als voorbeeld van zo'n maatregel noemt hij het verplicht stellen van een aanbetaling van tenminste 25 procent.
ONGEBREIDELD II
Iemand die het volledig met De Boer eens is, is directeur A. K. van der Staay van de gemeentelijke sociale dienst in Tiel. Alhoewel De Boer er blijkens interviews in diverse bladen nogal bonte opvattingen op nahoudt, staat Van der Staay op dit punt helemaal achter hem. „Ik zeg niet dat ik het met de wijze waarop hij de aandacht op het probleem heeft gevestigd, eens ben. Ik denk dat het schrijven van brieven naar de Tweede kamer eerder een taak is van b en w of de gemeenteraad. Maar op zich heeft De Boer helemaal gelijk. Het verstrekken van consumptief krediet is de laatste jaren enorm gestimuleerd. Met name de postorderbedrijven hebben het lenen erg aantrekkelijk gemaakt. Die bedrijven zijn echter veelal niet aangesloten bij een controlerende instantie die nagaat of iemand ook elders al leningen is aangegaan. En zo ontstaan de problemen. Persoonlijk vind ik dan ook dat aansluiting bij zo'n instantie verplicht moet worden gesteld. Het blijkt in de praktijk gewoon nodig dat een aantal mensen tegen zichzelf wordt beschermd."
Het geven van voorlichting zou volgens Van der Staay ook al een stap in de goede richting zijn. „Dat de schuldenlast toeneemt, is duidelijk een mentaliteitskwestie. Men heeft niet meer geleerd om zuinig met geld om te gaan en velen vinden sparen ouderwets. Er zijn zelfs mensen die van de ene dag in de andere leven. Voorlichting is dus zeker niet overbodig en die wordt ook wel gegeven. Het probleem is alleen dat je de mensen wie het aangaat, moeilijk kunt bereiken. Daarom verwacht ik nog het meest van maatregelen die het lenen minder aantrekkelijk maken", aldus de heer Van der Staay.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 17 mei 1983
Reformatorisch Dagblad | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 17 mei 1983
Reformatorisch Dagblad | 10 Pagina's