Mini-tuintjes in een mandfles
Het is op alle manieren mogelijk om in huis planten te hebben en te houden; in bakken, schalen en wat al niet meer. Naar aanleiding van een reeds in februari gestelde vraag over planten in een zogenaamde mandfles, zullen we eens gaan bezien hoe we dat voor eIkaar kunnen krijgen. Over het aIgemeen zien we deze flessen helaas niet veel meer, omdat de plastic container veelal de vervanger is geworden. Helaas, zouden we zeggen.
Zo hier en daar zijn ze nog te vinden en zijn dan zeer goed bruikbaar om er een mini-tuin in te maken. Onze eerste zorg is, dat de fles heel goed gereinigd wordt, er kunnen scherpe en bijtende stoffen in geweest zijn: dus met heet water goed schoonmaken en naspoelen. Dan de fles kurkdroog laten worden, even geduld hebben, want anders geeft dat problemen met het vullen.
Inrichten
Het inrichten van zo'n fles is een leuke bezigheid, het vergt wat handigheid en in een uurtje kan het wel geklaard zijn.
Uiteraard zijn de grootste flessen het meest geschikt en later ook het mooiste om te zien. De meeste flessen zijn van groen of ongekleurd glas, dat doet er niet zoveel toe, maar blank glas geeft een betere inkijk. In beide kunnen de planten het goed doen.
Als de fles na een paar dagen goed droog is kan men beginnen met het aanbrengen van een laagje fijn grint ter dikte van ongeveer 4 a 5 cm. Hierop komt dan de potgrond ter dikte van ongeveer 10 cm. De grond moet absoluut onkruidvrij zijn, daarom moet men goedgekeurde potgrond kopen. Deze is vrij van ziekten en onkruiden; zou men gewone grond nemen, dan is deze in korte tijd overwoekerd met gewassen die men niet wenst. Het vullen doet men met kleine gedeelten tegelijk en door voorzichtig te schudden kan men de grond verdelen, want boven de vulopening ontstaat een heuveltje; ook met een dun stokje kan men de grond wat verdelen. Nu komt het moeilijkste karwei, namelijk de plantjes erin te zetten op de juiste plaats.
Vocht
We gebruiken hiervoor verschillende soorten die een vrij hoge luchtvochtigheid kunnen verdragen, zoals o.a. varens, Hedera helix of Klimop en andere die we nog zullen noemen. Uiteraard moeten het kleine en jonge planten zijn, daar ze anders niet door de opening kunnen. Sommige planten, zeker de meeste varens, kan men wel voorzichtig delen, daarna kan men de wortelkluit nog wat samendrukken.
Men laat het plantje vallen door de hals en daarna met een dun stokje schuift men het naar de buitenzijde over de grond; met het stokje maakt men voorzover mogelijk een klein kuiltje en daar drukt men het plantje dan in. Men werkt dus eerst in de rondte en het midden houdt men voor het laatste. Het mooiste is ook om wat grotere en hogere planten aan één zijde te houden en zo aflopend naar voren te werken. Men krijgt dan wat meer effect en dieptewerking in het geheel.
Als eerste noemden we reeds de Klimop, neem een fijnbladige, hetzij een groene of bonte soort. Verder de varens Adianthum of Venushaar; de Pteris cretica of Vleugelvaren, de Pteris ensiformis. Ook de Cyperus diffusus of het Parapluplantje doet het zeker goed in een fles. Ook de Sansevieria hahnii, een zeer laag blijvende soort, liefst de bontbladige, is zeer geschikt om op de voorgrond te houden. Verder ook de Selaginella martensii en Selaginella apoda, ze worden wel Tropisch mos genoemd, mogen zeker niet ontbreken. Ze blijven beide zeer laag, dus goed voor op de voorgrond.
Besproeien
Het spreekt vanzelf dat we dus jonge en kleine planten gebruiken; en plant ze niet te dicht op elkaar. In zeer korte tijd zullen we de groei zien en loopt de fles gauw te vol met groen, zeker na een maand al. Als men dus met één of twee dunne stokjes bezig is geweest om alles op zijn plaats te krijgen, zitten we al een eind in de goede richting.
Daarna nemen we een plantespuit met vernevelaar erop en gaan de hele fles besproeien, zodat alles goed wordt bevochtigd. De eerste dagen daarna zal het glas aan de binnenzijde wel beslaan door condenswater, maar geleidelijk aan wordt dat minder. Is de fles helemaal droog geworden dan kan men er desnoods een kurk in de hals doen, nodig is Het spreekt vanzelf dat we dus jonge het niet. maar schaden doet het ook niet.
Verder water geven is overbodig geworden; men kan beter iets te droog houden als te nat, dit om schimmelvorming te voorkomen. Zo kan de fles ongeveer 1,5 tot 2 jaar goed blijven, het is dus zeker de moeite wel waard en een mooi gezicht als alles is begroeid.
Het kan zijn dat er wel eens wat moet worden gesnoeid, dan doet men een scheermesje aan een stokje en snijdt zo al wat weg moet. Met een ijzerdraad met omgebogen punt vist men zo de rommel eruit; dit geldt ook voor dode of beschimmelde bladeren.
Als alles volgens de regels is gedaan, zal men er lang met plezier naar kijken. We wensen u er veel succes mee.
Florist
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 mei 1983
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 mei 1983
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's