Reusachtige melkoverschotten dwingen tot contingentering
Voorzitter Landbouwschap: meer marktgericht denken
DEN HAAG — Er zijn voor dit jaar nog steeds geen nieuwe landbouwprijzen vastgesteld. Volgende week vindt er weer een gespreksronde plaats van de ministers van Landbouw. Dan moet men er haast wel uitkomen. Verhogingen zitten er voor Nederland nauwelijks in. De middelen van de EEG zijn niet meer toereikend om de grote overschotten te financieren. De produktie zal op de een of andere manier terug moeten. Een harde boodschap voor de boeren. ,^ij vinden dat het aardig goed gaat, maar ik moet hen wel waarschuwen", zegt Landbouwschapsvoorzitter Van der Veen.
We zitten nu wel in een erg moeilijke situatie. Maar zo'n overschotsituatie komt toch niet uit de lucht vallen. Wat is er tot nu toe gedaan om tot een redelijk evenwicht te komen?
Tja, we zitten natuurlijk met een gegarandeerde prijs op een vrij hoog niveau. Dat is voor de boeren erg gunstig. Wat weer leidt tot uitbreiding van de produktie. Om daar wat aan te doen zijn er bepaalde maatregelen genomen. De problemen zijn inderdaad al een paar jaar oud. Daar is op gereageerd met in de laatste jaren een vrij matige prijsverhoging. Daarnaast is er een medeverantwoordelijkheidsheffing ..ingesteld van twee procent. Ik noem ook een premieregeling voor het overschakelen van de produktie van melk op vlees. Om de voorraden niet al te hoog te laten oplopen is er een „varkensplan" opgesteld, zodat het mogelijk was om melkpoeder in veevoer te verwerken.
Ook kennen we natuurlijk de gesubsidieerde uitvoer naar arme landen. Maar dat laatste roept natuurlijk ook vraagtekens op. Hulp aan arme landen mag je niet laten afhangen van je eigen overschotsituatie. Bovendien moeten we oppassen, dat onze hulp de ontwikkelingen in die arme landen niet in de wielen rijdt. Als wij daar te goedkoop leveren komt de verbetering van de eigen produktie daar nooit op gang. Om nog een voorbeeld te geven van de problemen, die je ontmoet bij het subsidiëren van de export van landbouwprodukten, is de verhouding met Amerika.
Men pikt het nauweijks meer dat wij almaar met grote exportsubsidies op de wereldmarkt opereren. De EEG heeft al de helft van do markt in handen. Ik moet er wel even bij vertellen, dat die wereldmarkt een overschottenmarkt is. Ieder blok zorgt in principe voor zijn eigen zuiyelvoorziening. De rest komt op de wereldmarkt. Naar schatting ligt dat tussen de 10 en 15 procent van de totale produktie. Als wij nu nog meer naar die wereldmarkt sturen dan zakt de prijs. Dus hoe meer je stuurt, des te duurder wordt het. Het kan alleen beter worden als de koopkracht in de wereld weer gaat stijgen. Een paar jaar geleden profiteerde de zuivel er geweldig van dat de koopkracht in de Opec-landen zo toenam. Maar ook die situatie is helemaal veranderd.
De maatregelen die in het verleden werden genomen hebben onvoldoende opgeleverd, dus er moeten andere dingen gebeuren om uit het moeras te komen. Welke?
We zijn in Nederland altijd voorstander geweest van vrijwillige beperkingsmaatregelen. Laten we oudere boeren een bepaalde premie geven als ze bereid zijn wat minder melk te leveren. Dat plan hebben we ook in Brussel op tafel gelegd. Daar zouden we best geld voor willen gebruiken uit de pot van medeverantwoordelijkheidsgelden, waar miljarden inzitten. Dat geld zou ook gebruikt kunnen worden voor een meer uitgebreid varkensplan. Daardoor zou wel een paar honderdduizend ton melkpoeder naar de veevoedersector geloodst kunnen worden. Trouwens, het plan dat ik zojuist noemde om oudere boeren wat minder te laten leveren, zou je in principe voor iedere boer kunnen gebruiken. Een premie voor minder melk. Maar onze collega's in de andere landen voelen daar niets voor. Die willen geen boerengeld gebruiken om boeren uit te kopen. Bovendien is het wel de vraag of het zou helpen. Want wat gaat zo'n boer doen die minder melk kan leveren? Hij gaat zijn koeien verkopen aan zijn buurman en hij gaat zijn land verkopen aan zijn buurman. Dus de produktiefactoren schakel je niet uit.
Het zou alleen wat helpen als er ook een boete op méér leveren kwam. Als je dat gaat doen dan kom je toch wel terecht op constructies die veel weg hebben van contingentering. Niet alleen een premie op minder, maar ook een boete op méér. Eigenlijk willen we wel zo lang mogelijk buiten zo'n discussie blijven, want het leidt toch tot een hoeveelheidsbeperking en daar zit nogal wat aan vast.
Toch lijkt het er op dat u die richting uit zal moeten. Is er een voorkeur hoe dat zal moeten worden aangepakt?
Je kan natuurlijk nooit tegen een boer zeggen, dat hij maar zoveel mag produceren en niet meer dan dat. De koe geeft nu eenmaal melk en hoeveel invloed kan het weer al niet hebben. Je kan dus hoogstens tegen een boer zeggen, dat als hij meer gaat produceren hij er minder geld voor krijgt. Per boer valt dat echter haast niet te regelen. Dan krijg je een enorme bureaucratie en een stuk verstarring. We zien daar niets in. Per land de zaak regelen vinden we ook heel gevaarlijk. Dan loop je namelijk de kans, dat vooral moderne boeren, zoals in Nederland, gepakt gaan worden. De andere EEG-landen zullen al gauw zeggen dat Nederland in de laatste jaren zo hard gegroeid is en dat wij dus eerst maar eens een flinke portie in moeten leveren. Het minst slechte in dit verband is, denk ik, dat een superheffing wordt gelegd op fabrieken. Die zouden dan te horen moeten krijgen dat ze voor de gemiddelde hoeveelheid van de laatste jaren de normale prijs krijgen uitbetaald. Komen ze echter met meer aan dan wordt daarvoor minder uitbetaald.
U bedoelt dat ze dan minder krijgen uitbetaald voor het meerdere dat ze voor interventie aanbieden?
Nee, ik denk dat het beter is om dan de totale melkplas in het vizier te hebben. Als het alleen om interventieprodukten gaat dan zal men proberen naar andere artikelen zoals kaas uit te wijken. Als dat gebeurt komt ook die hele markt onder druk. De bodem gaat dan uit de prijs en dat zou wel eens grote gevolgen kunnen hebben.
Dus het is toch noodzakelijk om in contingenteerachtige maatregelen terecht te komen?
Ik sluit dat helemaal niet uit. Nogmaals, wij zijn er absoluut voor om eerst alle mogelijke vrijwillige beperkingen uit te putten. Het is een heidens karwei om regelend te gaan optreden. De verschillen binnen de EEG zijn heel groot. Er zijn zoveel soorten boeren die zich bezig houden met de melkproduktie. Een eenduidig systeem is dus erg moeilijk. Maar er moet wel wat. Zo.als het er nu voorstaat dreigen aan het eind van het jaar de EEG-middelen uitgeput te raken. Dat is het erste wat kan gebeuren, want dan zou er geen boter en melkpoeder meer ter interventie kunnen worden aangeboden. Nu zal er dan wel een oplossing worden gezocht, maar het geeft wel een enorme druk. Het hele verhaal komt er op neer, dat de boer in de komende tijd meer voelt van wat er op de marict aan de hand is. Dat is een vrij harde boodschap. Ik zeg niet dat dit gewenst is, maar het is onvermijdelijk. Het wordt een keus tussen kwaden, want het gaat de boeren altijd geld kosten. In de komende tijd gaan we met dit verhaal naar de melkveehouders toe en dan moeten ook zij maar zeggen wat hun het minst ongewenst voorkomt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 10 mei 1983
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 10 mei 1983
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's