Ds. Pronk deed intrede te Ede

In de middagdienst werd ds. Pronk bevestigd door ds. E. du Marchie van Voorthuijsen uit Leersum, met als tekst psalm 149 vers 6 en 9. In de avonddienst, waarbij het grote kerkgebouw alle belangstellenden niet kon bevatten, verbond ds. Pronk zich aan de gemeente van Ede, met de tekst uit 2 Kor. 4 vers 7: „Maar wij hebben deze schat in aarden vaten, opdat de uitnemendheid der kracht zij van God, en niet uit ons."
De predikant behandelde twee gedachten: ten eerste het wonder der bediening of wel het wonder van het knechtschap, ten tweede het wonder der goddelijke genade, of wel het wonder van het kindschap. Ds. Pronk zei onder meer: „Ik ben niet in staat de plaats van ds. Van der Poel in te nemen. Ik hoop hier nog te vinden meezuchters, meedenkers, meebidders en meeprekers. God drieënig wil de dwaasheid der prediking nog gebruiken tot bekering. Alleen als de Heere er in mee komt, kan ik onder u werken en preken. God komt Zijn volk in te winnen, voor Zijn dierbare deugden. Dan loopt het voor de kerk uit op het door U, door U alleen om het eeuwig welbehagen."
Na de dienst werd nog het woord gevoerd door ds. W. Kamp namens de classis ds. D. van den Berg, namens de plaatselijke kerken, ds. J. Karens namens omliggende kerken, meester Mol namens de school, ouderling Oskam namens de gemeente van Dordrecht en als laatste spreker riep ouderling G. van Dam ds. Pronk en zijn gezin een hartelijk welkom toe en liet de nieuwe predikant toezingen de bede uit psalm 134.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen