Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Moorddadige Barbie kent geen spijt over misdaden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Moorddadige Barbie kent geen spijt over misdaden

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

LYON — Franse artsen hebben zich in Lyon ingespannen voor de gezondheid van Klaus Barbie, alias de ,,slager van Lyon". De operatie aan een beknelde breuk, zoals de medische omschrijving luidt, is goed geslaagd ondanks het feit dat deze oorlogsmisdadiger al bijna 70 is en bovendien een „vrij ernstige" hartaandoening heeft. Barbies op 30 juni 1941 in Trier geboren dochter Ute bezocht hem in het ziekenhuis. Wie deze huilerige vrouw over haar „Vati" hoorde praten had een ogenblik de neiging kunnen krijgen tot medelijden. Dat is dan wel het laatste wat de voormalige Hauptschafführer van de Duitse Gestapo (SS-dienstnummer 272/284) verdient.

Want Barbie, die na de Tweede Wereldoorlog met hulp van het Vaticaan en het Rode Kruis, (die beide nog steeds Israël weigeren te erkennen) naar Zuid-Amerika ontkwam, werd in Frankrijk bij verstek ter dood veroordeeld: wegens „de moord op 4.342 mensen en de deportatie van 7.591 joden plus de arrestatie van 14.311 leden van de ondergrondse". De merkwaardige tegenstelling in het vonnis waar er sprake was van de „moord op mensen" en de „deportatie van joden", die immers ook de dood vonden, is door de rechter niet bedoeld als discriminatie maar om de categorieën van Barbies slachtoffers aan te geven: allicht waren die joden ook mensen, alsook Barbie zelf als keiharde nazi die mening moet toegedaan zijn geweest.

Jean Moulin

Barbie is overigens niet van oordeel veranderd, want een nationaalsocialist is hij gebleven. Hij was een misdadiger par excellence, een man die er een sadistisch genoegen in schiep zijn slachtoffers persoonlijk te martelen en te vermoorden. Is het vreemd, dat toen Barbie vorige maand door de Boliviaanse regering van president Hernan Siles Suazo werd uitgewezen, en hij als gevangene op het burgervliegveld Satolas van Lyon werd verwacht, daar een vrouwelijk familielid van een aantal van zijn slachtoffers werd ontdekt, met een jachtgeweer onder haar jas? „Ik had de schoft een kogel door zijn lijf willen jagen," gaf de doodsbleke vrouw die door gendarmes werd aangehouden, wanhopig toe. „Hij heeft mijn familie doodgemarteld." De vrouw wachtte overigens op de verkeerde luchthaven. Want de Franse autoriteiten dirigeerden het toestel dat Barbie, via Surinames buurland Frans Guyana van Bolivia naar Lyon bracht, naar de luchtmachtbasis Corbas, vanwaar hij ijlings in een gepant.serde wacrpn „i-i'- -^^ •"•'•* • re Montluc-gevangenis werd vervoerd.

Door heel Frankrijk ging een siddering, toen bekend werd dat er een nieuw proces tegen Barbie zou komen. Want deze nazi is méér dan alleen maar een ordinaire schakel in de Duitse moordmachinerie geweest. Niet alleen martelde hij zijn slachtoffers als hij de kans schoon zag persoonlijk dood, hij deed dat ook met Jean Moulin, de legendarische vertegenwoordiger van generaal Charles de Gaulle in het bezette Frankrijk. Jean Moulin zweeg zelfs onder de zwaarste martelingen en noemde niet één naam van zijn medestrijders. Om die reden gaf de Franse auteur en latere minister André Malraux de legendarische „Max" uit het verzet de erenaam „De held in de schaduw", het symbool van de Franse weerstand tegen het macabere systeem van het nationaal-socialisme.

„Ik heb gezien hoe Barbie Moulin aan handen en voeten bond en hem de keldertrap afsmeet," heeft de Zwitser Gottlieb Fuchs, die gedwongen als tolk van de Gestapo optrad, verteld. „Barbie heeft mij toen verzekerd dat hij hem dood zou krijgen." Moulin stierf inderdaad. En Barbie werd bij verstek voor onder meer deze misdaad ter dood veroordeeld.

„Opruiming" weeshuis

Fuchs, nu 80 jaar oud, heeft zich bereid verklaard opnieuw te getuigen. Maar de tegen Barbie opgestelde aanklacht geldt niet langer de dood van Moulin waarvoor hij immers reeds is berecht. De waslijst aan misdaden is groot genoeg om een nieuwe aanklacht te rechtvaardigen, voor zaken die niet eerder in het geding zijn gebracht. Centraal zal vooral het lot staan van 41 joodse kinderen die Barbie uit het weeshuis Colonic Enfant te Izieu liet sleuren. Dat gebeurde op de morgen van de vijfde april 1944. De kinderen werden naar het Durchgangslager Drancy gebracht en vandaar naar Auschwitz gedeporteerd, waar zij werden vergast.

In zijn rapport maakte Barbie er trots melding van dat hij het weeshuis had „opgeruimd". Een rapportage die hem bij zijn superieuren nauwelijks extra in aanzien kan hebben doen stijgen, want de Gestapo-chef van Lyon had in 1944 zijn sporen als lid van het criminele systeem al ruimschoots verdiend. Al twee jaar voordat hij toetrad tot de nazi-partij werd hij een overijverige functionaris van de Duitse Sicherheitsdienst.

Barbie in Nederland

En al ver voordat hij naar Frankrijk kwam, deed hij in de ogen van zijn chef in Berlijn belangrijk werk in Amsterdam en Den Haag, waar hij samenwerkte met beulen als Lages, Aus der Fünten en Kotalla, de latere Drie van Breda. In ons land meer dan 100.000 Nederlandse joden die in oorden als Auschwitz en Sobibor in Polen zijn vergast of op andere wijze zijn vermoord. In Amsterdam speelde Barbie een voorname rol bij het breken van de februari-staking, die niet-joodse arbeiders ontketenden uit protest tegen de deportaties van hun joodse medeburgers.

Barbie speelde ook een rol bij de deportatie van 250 joodse jongeren die in de Vl^ieringermeer als zionistische groep wachtten op toestemming om naar Palestina te vertrekken. Toen zij order kregen naar Amsterdam te gaan om in gezinnen te worden ondergebracht, doken velen onder. Maar vervolgens werden zij met de valse aankondiging dat emigratie naar het Heilige Land toch in het verschiet lag, in de val gelokt. Zij kwamen in Polen om.

In Amsterdam w^rd Klaus Barbie op 20 april 1941, twee maanden na de februaristaking, door het Berlijnse Führerhauptquartier voor zijn ijver beloond met het „Kriegsverdienstkreuz tweede klasse met zwaarden". Op 4 juli 1941 meldde Barbie dit alsmede de geboorte van zijn dochter Ute Eegine aan de personeelsdienst van de SS in Berlijn met de opmerking: „Betrifft: Meldung persönliche Veranderung". Zijn werk voor het zogenaamde Judenreferat IV B 4 in Nederland heeft van begin 1941 tot maart 1942 geduurd.

Later, in 1944 en 1945, is Barbie nog in ons land teruggeweest. Hij is hier toen onder meer gesignaleerd in Heemstede. Ook vandaag zijn er nog banden tussen Barbie en Nederland. Dochter Ute, zo heeft nazijager Simon Wiesenthal ontdekt, bezoekt regelmatig „oude vrienden" in Amsterdam. Een macaber gegeven als men bedenkt dat intussen weinigen kunnen beweren nooit van Barbies misdaden te hebben gehoord, zeker niet zij die Barbie kennen.

Moordplan

Voor royale aandacht heeft het Franse echtpaar Serge en Beate Klarsfeld al lang geleden gezorgd. Zij kwamen Barbie in Latijns-Amerika op het spoor en hebben alles in het werk gesteld om hem uitgewezen te krijgen. Jarenlang hadden die pogingen geen succes, integendeel: in het begin van de jaren zeventig wezen de Boliviaanse autoriteiten nota bene Beate Klarsfeld uit omdat haar acties in La Paz de hoofdstad van dit land, niet op prijs gesteld werden. In 1972 ketenden Beate Klarsfeld en de voormalige Poolse Ita Halaunbrenner zich bij wijze van protest zelfs vast aan een rek in het centrum van La Paz. Het hielp niet.

In diezelfde periode vloog de Franse oud-bankier Michel Goldberg wiens vader door Barbie werd gedeporteerd, naar Bolivia met het plan om de nazi-moordenaar neer te schieten. Maar toen hij tenslotte de revolver gericht had, zag hij in dat hij met zijn daad slechts zijn eigen leven en dat van zijn gezin zou verwoesten en liet hij de gehate Barbie leven. Goldberg heeft deze dramatische gebeurtenis beschreven in zijn boek Ecorché Juif, dat bij uitgeverij Hachette in Parijs is verschenen. Hierin verhaalt Goldberg ook van zijn belevenis als een der inzittenden van de Franse Boeing die in de jaren zeventig door PLO-terroristen naar het Oegandese Entebbbe werd ontvoerd.

Geen spijt

Intussen bleef Barbie in La Paz als een regelmatig bezoeker van een „oud-kameraden-café", en trad hij op als trainer van de zogenaamde para-militairen, die onder de Boliviaanse dictators, de generaals Hugo Banzer en Garcia Meza, tot 1981 de cocaïne-maffia in dit land ten dienste stonden. Hoeveel duizenden Bolivianen de dood hebben gevonden door het werk dat Klaus Barbie, toen bekend onder de naam Klaus Altman - Hansen? Het waren er in elk geval vele duizenden.

Dezelfde Altmann trad ironisch genoeg ook op als Boliviaans agent van de Amerikaanse Geheime Dienst CIA, zo is onthuld. Dit laatste is overigens niet zo vreemd als het lijkt, want volgens de informaties die in Jeruzalem zijn ontvangen, bestond Barbies taak als CIAagent uit het verkrijgen en verschaffen van informaties over Oostduitse oorlogsmisdadigers. Hij gaf dus zijn eigen ex-collega's aan. Bovendien is hij als overtuigd neo-nazi in Latijns-Amerika een fel bestrijder van communisten gebleven. Dat de CIA daarvan gebruik heeft willen maken, nu Barbie toch niet uitgeleverd of berecht kon worden, is op zichzelf misschien niet wettig maar evenmin compleet verwerpelijk.

Intussen is Barbie in 1966 naar eigen zeggen nog in het geheim in Frankrijk geweest. „Om bloemen te leggen op het graf van Jean Moulin", die de moordenaar in een interview als „een respectabele tegenstander" heeft getypeerd. Dat is nog een macaber trekje van deze misdadiger: Hij heeft herhaaldelijk de pers te woord gestaan, en steeds betoogd, dat hij geen enkele spijt heeft van zijn bloeddorstige gedrag in de Tweede Wereldoorlog. Door het blad O Globo gevraagd naar eventuele spijt, zei hij in 1973: „Wat? Waarom" In een oorlog doodt iedereen iedereen. Dan zijn er geen goeden en slechten. Ik ben een overtuigde nazi. Ik aanbid de nazi-discipline en ik ben ei\trots op dat ik commandant ben geweest van het fijnste korps van het Derde Rijk, de SS. Al zou ik nog duizendmaal geboren worden, dan zou ik nog duizendmaal doen wat ik gedaan heb voor Duitsland en voor Bolivia."

Levenslang

Hitler-Duitsland beloonde hem in 1944 opnieuw, door hem bij bevordering met het IJzeren Kruis eerste klasse met zwaarden te onderscheiden. Vaticaan en Rode Kruis hebben hem met vrachtpapieren beloond. Frankrijk veroordeelde hem bij verstek ter dood.

In Lyon zal hij nu terrecht staan: niet vanwege „oorlogsmisdaden" maar wegens misdaden tegen „de mensheid", die sinds 1964 voorgoed vervolgbaar zijn verklaard. De doodstraf is in Frankrijk afgeschaft. Voor Barbie, die volgens de rapporten tal van slachtoffers persoonlijk met een mes de hals afsneed („er daarbij voor zorgend dat zijn hagelwitte manchetten niet met bloed besmeurd raakten") zou de doodstraf naar de smaak van zeer veel Fransen nog te mild zijn. Hoe dan ook: levenslang kan hem zeker wachten. Nu wordt Barbie als gevangene behandeld, zoals hij zijn slachtoffers nooit bejegend heeft: met alle zorg die de Franse artsen hem kunnen geven bij zijn ziekte. Lichamelijk kan deze bejaarde misdadiger misschien beier worden. Zijn zieke geest is ongeneeslijk.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 maart 1983

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's

Moorddadige Barbie kent geen spijt over misdaden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 maart 1983

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's