Liefde en trouw
„Jezus zeide tot hem: Voorwaar, Ik zeg u: in deze zelfde nacht, eer de haan kraait, zult gij Mij, driemaal verloochenen" (Matth. 26:34).
Dit zijn woorden van gloeiende liefde en trouw, uit 's Heilands mond, en als deze nu in bijzondere zin tot ons komen, wat doen wij daar dan mede? De een hecht er geen waarde aan en past het niet op zichzelf toe zeggende: „Wat 'n mooie preek!" Een tweede wordt venijnig; want hij wil best een zondaar heten, ook nog wel een arme zondaar, maar dan een van de velen uit de grote arme zondaarshoop; doch geen zondaar op dat stuk, waarin speciaal zijn zonde bestaat.
Een derde snorkt op 't kussen van zijn geloof, van zijn verkiezing of bekering. Een vierde vindt het onrechtvaardig, dat hem zoiets onder het oog gebracht wordt. Een vijfde heeft voortaan rust noch duur, daar het hem blootgelegd werd, dat hij meende te staan en nu laat hij zich door de duivel heen en weer drijven, in plaats dat hij zich met zijn schuld tot God begeeft.
En toch moet dit zo niet zijn, .broeders en zusters. Wij hebben het getuigenis van Jezus Christus op alle punten te geloven. Dat wij dit niet doen, dat is nu juist een schuld, die zwaar op ons drukt en ons des te doemwaardiger maakt.
Dr. H. F. Kohlbrugge „De gouden scepter toegereikt"
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 maart 1982
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 maart 1982
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's