Vragen rond aankoop bussen door NS
FNV: Waarom order naar buitenland?
EINDHOVEN — Het aankoopbeleid van de streekvervoerbedrijven van de Nederlandse Spoorwegen heeft verbazing gewekt bij Frans Westenbrink, districtsbestuurder van de Industriebond FNV in Eindhoven. Hij wil daarover op zo kort mogelijke termijn in Den Haag opheldering.
Met name wil hij weten waarom de verschillende bedrijven onlangs 170 bussen in het buitenland hebben besteld terwijl het Valkenswaardse carlosseriebedrijf Bova bv kortgeleden op de markt is gekomen met een nieuw type bus. Voor de ontwikkeling van die bus heeft het bedrijf van het ministerie van Economische zaken enkele tonnen subsidie ontvangen.
Volgens directeur W. Lijmer van het Valkenswaardse bedrijf, kopen de Nederlandse vervoersbedrijven niet bij Bova, „omdat wij met de ontwikkeling van onze nieuwe bus kennelijk tegen de gevoelens van de NS hebben aangeschopt". Eén openbaar vervoersbedrijf in Nederland, de CAD, in Overijssel heeft al wel vijftien bussen bij Bova besteld. Dit vervoersbedrijf is nog zelfstandig en heeft geen binding met de NS.
Nadelen
De nieuwe bus van Bova heeft een extreem lage vloer en daardoor ook een lage instap. Aanvankelijk heeft ook de NS samen met haar vaste busleverancier anderhalf jaar gewerkt aan de ontwikkeling van een dergelijke bus. „Op zeker moment is de NS weer overgestapt op een bus met hoge vloer terwijl iedereen weet dat daaraan grote nadelen kleven. Het instappen is moeilijk voor bejaarden, mindervaliden en kinderen. De stoptijden worden daardoor langer. De bus zoals die onder auspiciën van de NS is ontwikkeld is een buitenbeentje in Europa. In alle omringende landen rijden al bussen met een lage vloer", aldus
Struikelblok
Mr. H. A. Dupuis van ESO (het samenwerkingsorgaan van de openbaar vervoersbedbrijven) zei desgevraagd, dat met de eigen busleverancier (Den Oudsten) inderdaad lang is gewerkt aan een bus met lage vloer, maar dat daar uiteindelijk om allerlei redenen van af is gezien. De lage vloer loopt namelijk niet door over de hele lengte van de bus: er is binnenin een opstap, die - zo is gebleken bij onderzoek voor veel passagiers letterlijk een struikelblok vormt.
Verder speelt de plaats van de motor een rol en daarmee de gewichtsverdeling, de bestuurbaarheid, en bijvoorbeeld de geluidsisolatie. De hoogte van de busvloer ten opzichte van de straat kan niet zonder meer worden verlaagd, omdat de voorkant van de bus bij het „aandoen" van een halte vrij over het trottoir moet kunnen draaien. Aan de opstaphoogte van de eerste tree valt om dezelfde redenen weinig te veranderen en verder hebben bussen met een lage vloer hoogstens één trede minder. Mr. Dupuis zei, dal de maten van de treden van de „Eso-bus" voldoen aan de normen die gelden voor trappen in bejaardenhuizen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 8 januari 1980
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 8 januari 1980
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's