Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Olieland Mexico kruipt zoekend en tastend uit economisch dal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Olieland Mexico kruipt zoekend en tastend uit economisch dal

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEXICO — Drie jaar geleden devalueerde Mexico zijn munteenheid met bijna vijftig procent en stond het eigenlijk aan de rand van de afgrond. Nu lijkt het land opnieuw te kunnen beginnen als grote olieëxporteur.

Op nationaal en internationaal niveau is Mexico naar een beleid aan het zoeken om de risico's van dit nieuw begin zoveel mogelijk te kunnen beperken en tegelijkertijd zoveel mogelijk voordeel eruit te putten, niet alleen op economisch, maar ook op sociaal terrein.

De Mexicaanse olie-industrie ligt twee jaar voor op haar schema. Het is de bedoeling dat Mexico rond 1985 2,25 miljoen vaten (van 159 liter) ruwe olie per dag produceert, waarvan de helft is bestemd voor de export. Op het ogenblik voert het land per dag ongeveer 800.000 vaten uit, hoofdzakelijk naar de Verenigde Staten, zo meldt IPS, het persbureau dat zich bezighoudt met de berichtgeving betreffende landen in de derde wereld.

Geen werk

Met enkele cijfers kan worden duidelijk gemaakt dat olie niet een middel is voor alle economische kwalen van Mexico, maar dat erdoor de rand van de afgrond wel een stuk buiten handbereik raakt. De Mexicaanse bevolking telt zeventig miljoen zielen. De beroepsbevolking wordt gevormd door 35 miljoen mensen, waarvan er 18,6 miljoen nauwelijks of helemaal geen werk hebben. De welvaart valt ongeveer een half miljoen gezinnen ten deel, die met elkaar profiteren van een kwart van het nationaal inkomen. Het beste af is nog de vrij kleine groep van industriëlen, financiers en andere zakenmensen, die onderling een monopoliepositie te verdelen heeft en de Mexicaanse economie volledig beheerst. Twaalf miljoen Mexicanen leven in de ergste armoede: zeventig procent daarvan leeft in een huis met slechts één kamer zonder voorzieningen als stromend water. Vijfendertig procent van de Mexicaanse bevolking kan lezen noch schrijven en bijna twee miljoen Mexicaanse kinderen gaan niet naar school.

Tot 1976 kende Mexico een economische groei van zes a zeven procent per jaar. Daarna ging het een stuk slechter: toen de groei met de helft was teruggelopen, kreeg de pas benoemde president, José Lopez Portillo, het „gezag over een crisis" in de schoot geworpen, In 1977 werden de mogelijkheden van de olie ontdekt. Daarvoor was Mexico een olie-importerend land. 's Lands reserves werden voortdurend groter en de Mexicaanse regering besloot de voordelen ervan te plukken en „voor eens en altijd uit het economische dal te kruipen".

Herstel

In november vorig jaar bedroegen de bewezen reserves 45,8 miljard vaten, de vermoedelijke reserves 45 miljard en de mogelijke reserves 192,8 miljard vaten. De eerste tekenen van het herstel werden in oktober vorig jaar zichtbaar. Mexico bleek in staat te zijn aan zijn verplichtingen te voldoen voordat de looptijden van de leningen waren afgelopen. Drie jaar daarvoor had het land zich aan het Internationale monetaire fonds (IMF) geboden voor een economisch hulpprogramma. De economische groei van zeven procent per jaar kwam weer terug: voor 1981 wordt gemikt op acht procent.

Meevaller

De invloed van de olie is op allerlei terreinen merkbaar. Er wordt bijvoorbeeld voortdurend minder geïnvesteerd in de agrarische sector: dat geld wordt dan gestoken in de olie-industrie. Officiële schattingen gewagen van een percentage van 52,7 als het gaat om dat deel van de buitenlandse leningen dat in deze industrietak is gestoken. Van het geld dat in omloop is is 79 procent afkomstig uit de opbrengsten van de olie. Halverwege vorig jaar nam de olie 45 tot 49 procent in beslag van de Mexicaanse export. Was dit niet zo, dan zou het tekort op de Mexicaanse handelsbalans 73,8 procent groter zijn geweest.

De economen zijn voortdurend bezig met wijzigingen in de cijfers van de olie-industrie. Aanvankelijk dacht men dat Mexico in 1982 1,25 miljoen vaten olie per dag zou uitvoeren. Nu blijkt dat dit halverwege dit jaar mogelijk is. Hierdoor komen financiële moeilijkheden om de hoek kijken. Er was voorzien in investeringen van in totaal 13,4 miljard dollar in de periode van 1977 tot en met 1982. De schuld aan het buitenland zou in die tijd stijgen tot 1,48 miljard dollar en 's lands inkomsten tot 41,2 miljard. Deze cijfers presenteren zich echter al dit jaar, zonder dat er een samenhangend beleid is uitgestippeld om de gevolgen daarvan op te vangen. De Mexicaanse president José Lopez Portillo, begeleid door zijn lijfwacht.

In de genoemde periode nemen de inkomsten van de industrie toe tot ongeveer ruim 6,8 miljard dollar per jaar. Dat is meer dan de waarde van de totale Mexicaanse export in 1977. In bankkringen noemt men de gevolgen van de ,,ontdekking van de olie" zowel gunstig als bedreigend. Gunstig doordat Mexico economisch wat makkelijker komt te zitten, bedreigend doordat plotseling welvaart door sociale onrust kan zorgen. In november vorig jaar is bijna de hele agrarische industrie ineengestort. Dit leidde tot enorme import van voedselprodukten: er werd 87 procent meer melk en maar liefst 360 procent meer tarwe ingevoerd dan normaal.

Het is duidelijk dat de regering van Mexico er alles aan moet doen om de inkomsten uit de olie in de juiste banen te leiden zodat alle sectoren in de economie er baat bij hebben. Niet alleen moet de agrarische sector een forse duw in de rug krijgen, maar ook moet de weg worden gebaand voor industrialisatie. Bovenal dienen de sociale spanningen te worden opgeheven. In de olierijke staat Tabasco bijvoorbeeld staat de boel op springen.

De regering verwacht veel van de plannen voor de ontwikkeling van de industrie die op stapel staan. Ze heeft veel vertrouwen in de ideeën voor het herstel van de landbouw en veeteelt. Er zijn al ambitieuze regeringsprogramma's opgesteld voor de bouw van huizen om de bevolking te herhuisvesten en om de economische bedrijvigheid in het hele land te stimuleren. De ambtstermijn van Lopes Portillo loopt in 1982 af: zijn opvolger zal zich geplaatst zien voor een grote druk, niet alleen vanuit het binnenland, maar ook vanuit het buitenland.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 7 januari 1980

Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's

Olieland Mexico kruipt zoekend en tastend uit economisch dal

Bekijk de hele uitgave van maandag 7 januari 1980

Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's