Regering beknot aftrekposten
De regering heeft bekendgemaakt dat zij van plan is de arbeidsongeschiktheidsaftrek in het kader van haar bezuinigingsplannen ingaande 1980 te bevriezen op het niveau van 1979, namelijk op ƒ 1815. Verder is zij van plan de bejaardenaftrek, die m.i.v. 1979 al is bevroren, te verlagen in 1981 en 1982; de verlaging is voor gehuwde bejaarden ƒ 438 en voor ongehuwde bejaarden ƒ 307 per jaar. Het huidige bedrag, dat dus ook voor 1980 geldt, is voor gehuwde bejaarden ƒ 2691 en voor ongehuwde/ 1886.
Aanvulling
De arbeidsongeschiktheidsaftrek geldt voor iemand die voor meer dan 45% arbeidsongeschiktheidsaftrek en nog geen 65 jaar is. Hij moet dan door zijn ziekte of gebrek niet in staat zijn in een heel jaar met werken 55% te verdienen van wat hij verdiend zou hebben als hij gezond zou zijn geweest. Krijgt hij een aanvulling op zijn loon tot wat hij normaal verdiende, dan krijgt hij de aftrek toch; dit is gebaseerd op een beslissing van de rechter voor een werknemer, die wegens ziekte voor minder dan 55% werkte, terwijl zijn salaris tot het normale niveau werd aangevuld.
Alsnog
Is iemand in de loop van een jaar ernstig ziek geworden, maar blijkt aan het eind van dat jaar dat hij toch meer dan 55% van zijn inkomen verdiende met werken, dan heeft hij in principe geen recht op aftrek.
Deze aftrek wordt voor dat jaar echter alsnog verleend als hij op 31 december nog ziek is en het te verwachten is, dat hij het volgend jaar door deze ziekte wèl minder dan 55% werkt.
De regeling van de arbeidsongeschiktheidsaftrek geldt ook voor de werkende gehuwde vrouw.
Voor de bejaardenaftrek komt men in aanmerking als men aan het eind van het jaar 65 jaar of ouder is; deze regeling geldt niet voor de werkende gehuwde vrouw die ouder is dan 65 jaar.
Systeem
Het systeem van de arbeidsongeschiktheids- en bejaardenaftrek werkt als volgt: Zoals bekend wordt over een bepaald gedeelte van het inkomen geen belasting betaald; dit is de zgn. belastingvrije som. De grootte van de belastingvrije som hangt in de eerste plaats af van de tariefgroep waar men in zit. (Tariefgroep I, werkende gehuwde vrouw, kent in 1979 bijvoorbeeld een belastingvrije som van ƒ 2017,-, terwijl tariefgroep 4, gehuwde zonder kinderen, een belastingvrije som heeft van ƒ 10.070,-). Wanneer men nu recht' heeft op de arbeidsongeschiktheids- of bejaardenaftrek, wordt de belastingvrije som met het bedrag van de arbeidsongeschiktheids- of bejaardenaftrek verhoogd.
Bijstelling
De belastingvrije bedragen van de tariefgroepen en de bejaardenen arbeidsongeschiktheidsaftrekken werden steeds bijgesteld door de infalt.ie door nu deze inflatiecorrectie op deze beide laatste aftrekken niet meer toe te passen en daarnaast de bejaardenaftrek in 1981 en 1982 zelfs te veriagen, gaan degenen die recht hebben op een van deze aftrekken er bepaald niet op vooruit.
De regering is verder van plan op den duur de arbeidsongeschiktheids- en bejaardenaftrek alleen dan toe te staan, als aangetoond kan worden dat door ziekte of ouderdom extra kosten, bijv. huishoudelijke hulp, gemaakt worden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 31 december 1979
Reformatorisch Dagblad | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 31 december 1979
Reformatorisch Dagblad | 10 Pagina's