Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vandaag nog

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vandaag nog

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

We gingen een der hutten binnen. Tegen een wand stonden wat banken, verder was het huis leeg op wat kookgerei na en wat stenen, die op vijf verschillende plaatsen om een hoopje as lagen. Vuurplaatsen dus. De vrouwen waren vriendelijk, maar schuw. Mijn vrouw had flanelbordplaten bij zich en toen ik de jongen, die ons begeleidde vroeg of hij van het Spaans in het Aguarunaas kon vertalen, knikte hij ,Ja". Op een meegebrachte handdoek plakte m'n vrouw de platen en begon te vertellen: „Er was eens 'n vader, die twee zonen had." De vertaling klonk als volgt: „gnoef gnaf, gnoef gnaf." We keken elkaar eens aan en je wist eigenlijk niet wat je ervan denken moest. Zou onze jonge vriend wel goed vertalen? Zelfs de naam van Christus of God de Heere herkenden we niet. Maar toen m'n vrouw tot slot zei, dat we tot God mochten bidden en dat ze dan hun handen moesten vouwen en de ogen sluiten, en het weer vertaald werd met gnoef gnaf, toen vouwden ze allemaal netjes hun handen. Het bleek toch begrijpelijk vertaald te zijn... Fred in Jalca Grande geweest en hem was door de bevolking duidelijk te verstaan gegeven, dat zijn komst niet op prijs gesteld werd. Toch heeft hij er toen, onder politiebegeleiding, kunnen preken in de open lucht en er waren er drie die aan zijn prediking gehoor gaven. Maar nü, met zo'n grote groep vreemden, dat zou wel eens een verkeerde uitwerking kunnen hebben.

Fred en Ruth werkten al meer dan dertig jaar in Peru en ze kenden de mentaliteit van deze geïsoleerd levende groepen. Maar na veel aandringen van de jongelui stemden ze eindelijk toe, vooral omdat ze het jeugdige evangelische vuur bij hen niet wilden doven.

Een paar mensen vertrokken, o.a. ook een vrouw, die 's middags meegekomen was uit een naburig dorp. Dóór een familie werd ze op een zolderkamertje verborgen. Toen ze daar zat, voelde ze zich ellendig. Ze voelde zich een verraadster. Terwijl anderen moesten lijden, was zij gevlucht. Terwijl ze bad voelde ze opeens de tegenwoordigheid des Heeren en een stem, die tegen haar zei: „Waarom ben je zo bezorgd? Het zijn Mijn kinderen tegen wie het gaat en Ik zal hen bewaren."

Ze kon het niet meer uithouden in haar schuilhoek en kroop te voorschijn. Ze ging terug naar de kerk.

Ook was er die middag een jongen van een jaar of dertien meegelopen. Veel had hij gehoord over de Heere Jezus, maar nog niet de geloofskeuze gemaakt. Midden in deze consternatie greep hij opeens een van de medewerkers uit Lima vast en zei: „Ik wil óók bij Christus horen." De medewerker keek hem aan en zei: „Goed, morgen zullen we D.V. ér verder over praten, nu is er geen gelegenheid voor". Maar het antwoord van deze jongen verbijsterde hem: „Nee, niet morgen, misschien slaan ze me vanavond wel dood en dan is het te laat, en waar zal ik dan naar toe gaan? Help me tóch om tot God te bidden." En zo knielden ze neer, tussen vechtende mensen.

Enige uren duurde het tumult. Toen kreeg de politie de overhand. Te middernacht kwam het bevel: „Vertrekken jullie, onmiddellijk, maar ga niet terug om bezittingen mee te nemen." En zo escorteerde de politie hen totdat ze veilig ver weg waren.

Nu worden er voorlopig geen samenkomsten meer gehouden in Jalca Grande, maar in Ubilonj 'n dorp aan de voet van de berg. De enkele gfclovigen van Jalca Grande komen haar beneden om de diensten daar bij te wonen. Voorzichtigheid blijft geboden. Maar het Evangelie heeft Jalca Grande bereikt en zal doen al wat Hem, 'Je Heere, behaagt.

Wat u gelezen hebt, zijn zo maar enkele impressies. Eén ding is zeker: we strijden voor een gewonnen zaak! Het gaat voor de gemeente van Christus naar een glorieuze toekomst. Niemand, ook de duivel niet, die vaak rondgaat als een briesende leei^w, kan haar uit Zijn hand rukken. Allen, die Hem van de Vader gegeven zijn, uit alle tong, taal, natie en geslacht, zullen tot Hem komen en Hem belijden tot eer van God de Vader. En het zal éénmaal volle werkelijkheid en volle heerlijkheid worden: alle einden der aarde zullen Hem vrezen. Oók mensen uit Amazonas. Afschuwelijke behuizing in de omgeving van Lima.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 31 december 1979

Reformatorisch Dagblad | 10 Pagina's

Vandaag nog

Bekijk de hele uitgave van maandag 31 december 1979

Reformatorisch Dagblad | 10 Pagina's