Anna...
„En deze, terdierzelfder ure daarbij komende, heeft insgelijks de Heere beleden, en sprak van Hem tot allen, die de verlossing in Jeruzalem verwachtten" (Luk. 2:38).
De Schriftgeleerden en Priesters waren In die dagen wel van een grote glans omstraald; maar daar de Geest Gods In Simeon en Anna woonde, en de voornaamsten des volks daarvan geheel verstoken waren, zo verdienen zij beiden meer achting, dan de grote menigte dergenen die slechts met uitwendigheden pralen.
Lukas roemt hier de gewijde melodie, die uit de woorden van Simeon en Anna weerklonk, opdat de gelovigen elkander met hun voorbeeld opwekken om eenstemmig de lof des Heeren te verheffen en elkander dien bij beurte te doen zingen.
Als hij zegt dat Anna sprak tot allen die de verlossing verwachtten, geeft hij daarbij bij vernieuwing te kennen, hoe klein het getal der vromen was. Want het zwaartepunt van hun geloof was in deze verwachting gelegen. Blijkbaar echter waren het weinigen, die haar werkelijk in hun binnenste koesterden.
Calvijn
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 december 1979
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 december 1979
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's