Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Greep vakbonden op leden wordt een groot probleem

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Greep vakbonden op leden wordt een groot probleem

C. Groenendijk (CNV): ook werkgevers schuldig

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik denk dat de collega's van de Vervoersbonden FNV een bijzonder moeilijke periode tegemoet gaan. Het zal niet meevallen om het vertrouwen van de leden, met name in de Rotterdamse havens, te herwinnen. Daarbij wil ik direct opmerken, dat naar mijn mening ook de werkgevers daaraan schuld hebben. Zij benaderen de problemen veelal puur economisch. Als de mensen maar binnen de poort kunnen worden gehouden, als een project maar op tijd klaar is, ais men maar goed in de markt ligt en, om in de havensfeer te blijven, als de schepen maar snel gelost en geladen kunnen worden, daar gaat het om. Daarvoor is men dan bereid om meer geld te geven. Maar dan is de arbeid gedegradeerd tot koopwaar, de zin van de arbeid wordt uit het oog verloren.

Dat zegt Cor Groenendijk, de voorzitter van de Vervoersbond CNV, als hij nadenkt over de verhouding tussen de vakbonden en hun leden. De vakbondsleider vindt dat veel meer aandacht moet worden geschonken aan zaken als betere arbeidsomstandigheden, humaner werk, beperking van bezwarende omstandigheden. Daar komt men nauwelijks aan toe, omdat zoiets een stukje structureel denkwerk vraagt. Men doet het daarom maar met geld af. „Naar mijn smaak haalt men daarmee de vakbeweging weg van hervormingen, van het fundamentele aanpakken van onze samenleving."

We vragen aan Groenendijk of de vakbeweging dan eigenlijk wel zit op het spoor 'van haar leden. Allerlei immateriële zaken vragen natuurlijk ook geld. Zijn bijvoorbeeld de havenarbeiders bereid om van hoger loon af te zien in ruil voor andere zaken „Dertig gulden schoon erbij", was toch de strijdkreet tijdens de stakingen in de afgelopen maanden?"

„In mijn kring is die bereidheid zeker aanwezig", zegt de vakbondsleider. „Tijdens de gesprekken die wij gevoerd hebben met onze mensen in de havens - we hebben daar zo'n 1100 leden - is duidelijk gebleken, dat meer geld niet het belangrijkste is, maar dat menswaardiger arbeidsomstandigheden veel hoger aangeschreven staan. Ik kan natuurlijk niet zeggen hoe de situatie bij de Vervoersbonden FNV ligt, maar ik heb toch reden om aan te nemen, dat een belangrijk deel van hun leden er niet anders over denkt. De Nederlandse werknemer van nu stelt nu eenmaal hogere eisen aan de kwaliteit van de arbeid. Daarbij wil men medezeggenschap hebben in de verbetering van de arbeidsomstandigheden, maar bijvoorbeeld ook bij het doen van investeringen. Dat heeft immers direct te maken met de werkgelegenheid. Er zit momenteel al een stukje overcapaciteit in de havens. Het zit er dus dik in, dat er binnenkort weer wat bedrijven sneuvelen. Dat kost dan weer arbeidsplaatsen.
Maar nogmaals, als de werkgevers niet aan deze wensen tegemoet komen, dan denken de werknemers dat er dan maar centen moeten komen. Ik denk toch dat er ook binnen de FNV een grote groep mensen zit, die zien, dat ze èn door het optreden van de werkgevers èn door de opstelling van de radicale groepen in de havens, afgehouden worden van fundamentele verbeteringen."

Groenendijk denkt dus dat als de werkgevers wat meer zouden inspelen op die immateriële wensen van de vakbeweging, met name de FNV haar Jeden wat meer in de hand zou kunnen houden?

„Ik durf het haast niet uit te spreken", is zijn antwoord, „maar ik ben bang, dat de werkgevers de vakbondswensen om de mensen medeverantwoordelijkheid te geven voor de gang van zaken bij de bedrijven buiten de deur proberen te houden. Het lijkt er op, dat men in werkgeverskringen door middel van geld de werknemers tracht te vervreemden van de vakbonden."

Is het eigenlijk zo vreemd, dat de werkgevers nou niet zo staan te springen om de vakbondswensen in te willigen? Waar gaat het heen met inspraak en medezeggenschap die misschien uit zal monden in zeggenschap? Hoe zit het dan met het eigendom, dat toch een bijbels gegeven is?

„Dat behoeft helemaal niet in de knel te komen", zegt de vervoersbondsvoorzitter. „Ik ben het met u eens dat het recht op eigendom in de bijbel gegrond is, maar dat houdt toch geen absolute zeggenschap in. Je zou het ook van een andere kant kunnen benaderen. Is het niet veel barmhartiger dat men met elkaar praat en beslist over gewenste ontwikkelingen? Moet echt één alleen de verantwoordelijkheid dragen? Waarom wordt wel de verantwoordelijkheid gebracht bij een Raad van commissarissen en niet naar alle mensen die in zo'n onderneming werken? Persoonlijk ben ik van mening dat daar waar je verantwoordelijkheid mee laat dragen, de zaak veel beter functioneert dan daar waar men de mensen alleen maar in een onderhorige' positie stelt en uit laat voeren wat de leiding opdraagt. In de christelijke vakbeweging is er echt niemand die het recht van eigendom wil aantasten, maar we ijveren wel voor een verdeling van de zeggenschap en een delen van de verantwoordelijkheid. We moeten van die baas-knecht verhouding af. We moeten het samen doen. Wat is nu gemakkelijker voor een directeur dan met z'n eigen mensen praten over hoe het beleid er uit moet zien.

In ondernemerskringen wordt wel eens gezegd, dat men bij een grote mate van medezeggenschap vreest, dat het wel goed zal gaan zolang het bedrijf floreert. Als er problemen komen, wellicht door een verkeerd beleid, dan verdwijnt de werknemer.

Groenendijk denkt, dat die vrees maar ten dele opgaat. Als het verkeerd gaat in een bedrijf is een van de eerste dingen die gebeuren dat men gaat „afslanken.
Een aantal personeelsleden wordt ontslagen. Nou dan zijn er mensen die huilend de poort uitgaan. Ze hebben soms jarenlang bij zo'n bedrijf gewerkt. Er was een Jan-Piet verhouding met de baas, ze noemden elkaar bij de voornaam. Heel vaak is er toch een sterke emotionele binding met het bedrijf waar men werkt."

We zijn wat afgedwaald van de actuele situatie, hoewel de verhouding werkgeverwerknemer natuurlijk alles te maken heeft met het ai of niet gelukken van de gesprekken over de arbeidsvoorwaarden. Denkt Groenendijk dat men elkaar zal kunnen vinden in de voor ons land penibele economische situatie?

„Ik ben eigenlijk een beetje bang, dat èn de werkgeversorganisaties èn de vakbonden zich zullen verschuilen achter de politiek. Men laat dan de maatregelen die moeten worden genomen over aan regering en parlement. Dan kan men zelf veilig achter een boom gaan staan en met de vinger naar de schuldige wijzen.
Er wordt schuilevinkje gespeeld om zelf van de verantwoordelijkheid af te zijn.

Ook tijdens de havenstaking is van verschillende kanten gevraagd om ingrijpen van de regering. Ik ben blij, dat het kabinet daaraan niet heeft toegegeven. De bedrijfsgenoten samen zijn in de eerste plaats verantwoordelijk. De Stavinga's en de Van der Zande's zullen zich ook in het komende jaar waarschijnlijk nog wel duchtig roeren in de Rotterdamse havens, maar ik hoop dat de grote massa het hoofd koel houdt. De positie van de Rotterdamse haven is echt in het geding als het weer fout gaat. De concurrenten zitten heus wel op de loer. Iemand zou dan misschien kunnen denken, dat er dan een betere arbeidsverdeling in de Europese havens tot stand komt, maar als we iets af zouden willen staan zou dat toch in de eerste plaats ten goede moeten komen aan havens in de arme landen.

Als ik echter zie wat we allemaal beleven in Nederland, hoe het egoïsme hoogtij viert, is er van enige solidariteit met de derde wereld natuurlijk geen sprake.
We kunnen hier in Nederland elkaar niet eens vinden in het afstaan van een klein stukje verworvenheid ten dienste van de ander, nou hoe moet het dan met onze verre naaste?"

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 december 1979

Reformatorisch Dagblad | 52 Pagina's

Greep vakbonden op leden wordt een groot probleem

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 december 1979

Reformatorisch Dagblad | 52 Pagina's