Haags jaarboek
Het al dan niet voortbestaan van het kabinet-Van Agt en de moeizame totstandkoming van het CDA, stond het afgelopen jaar volop in de belangstelling. Om met het laatste te beginnen, de onvrede bij met name een aantal ARP-ers over het functioneren van het CDA, is het afgelopen jaar alleen maar groter geworden. De voorzitter van de ARP, Hans de Boer, liet begin dit jaar dan ook duidelijk doorschemeren dat een synthese tussen een christelijke beginselpartij en een open programpartij het einde betekent van de christelijke politiek. De christelijke grondslag is volgens hem geen bindmiddel voor het CDA, maar wel een drijvende kracht. Deze discussie laait steeds weer op en met name bij de problemen rond de modernisering van de kernwapens, wordt niet zelden met een beroep op het evangelie, steeds weer geponeerd dat een christelijke partij dient te breken met het machtsdenken, zoals dit binnen de Navo in praktijk zou worden gebracht.
En zoals was te verwachten werd het afgelopen jaar een grimmig gevecht geleverd tussen ARP-KVP en CHU. Alle partijen willen zich immers zo goed mogelijk profileren en begrippen als „eigen identiteit" zijn dan ook niet van de Haagse lucht.
Ongeloof en revolutie
Zo schreef oud-AR-voorzitter Veerman in Nederlandse Gedachten van 18 januari, dat de Abraham Kuyperstichting, het wetenschappelijk bureau van de ARP, „een goede rol zou kunnen vervullen bij het opbouwen van een AR-krachtcentrale". Bovendien pleitte hij voor het voortbestaan van de
anti-revolutionaire jongerenorganisatie, de Arjos.
Het was deze Arjos, die de vorige maand niet weinigen verbijsterde door ter gelegenheid van haar 50-jarige bestaan een brochure uit te geven met een veelzeggende titel: „Geloof en revolutie".
Dit is een variant op Groen van Prinsterers „Ongeloof en revolutie" en het behoeft geen nader betoog dat de inhoud van de 20-eeuwse Arjos-versie van een volstrekt andere aard is dan dat van Groen.
De begrotingsdebatten werden dit jaar vrij laat afgerond. De vele spoeddebatten waren hier niet zelden de oorzaak van, terwijl aan het nut ervan achteraf werd getwijfeld. Het rumoerigste en meest spectaculaire debat was wel dat over de begroting van Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening. Het liep (traditiegetrouw) deze keer zelfs zo over de parlementaire schoenen heen, dat een vertoornde Den Uyl, de (ogenschijnlijk) onbewogen bewindslieden achter de regeringstafel toebeet: „Het beleid is bij u niet veilig. Minister, ga weg". Dit ongetwijfeld welgemeende verzoek, werd overigens niet gehonoreerd en de bewindslieden bleven rustig zitten waar zij zaten.
Verrechtsing CDA
Het huurdebat dit jaar leverde het aardige beeld op van een krampachtig het CDA links inhalende VVD-er Pol de Beer, die door deze manoeuvre in de PvdA-gelederen terecht kwam en zich daar wat onthutst afvroeg wat hij daar nu eigenlijk deed.
Marcel van Dam hielp hem gauw uit de droom: „Gefeliciteerd Pol", riep hij deze bemoedigend toe. De VVD had namelijk met de PvdA-fractie gestemd voor een huurverhoging van 5% in plaats van de door het kabinet en het CDA gewenste 6%. „De huurders zullen er wel snel achterkomen dat die 5% niet in hun belang is", merkte CDA-er Van Dijk wat bitter op. Deze CDA-er van CH-huize heeft zich in het afgelopen jaar sterk geprofileerd.
In dit opzicht is het accent binnen het CDA wat verschoven. De ARP is vrijwel al haar „sterke mannen" kwijt, terwijl binnen de CH mensen als Van Dijk, Van Leyenhorst en Eversdijk steeds meer aan de weg timmeren. In de wandelgangen werd dan ook niet zelden wat smalend gesproken van „verrechtsing van het CDA".
Met argusogen en knarsetandend moest men toezien hoe een niet bepaald progressieve Mateman, in de CDA-fractie plaatsnam.
Opmerkelijk was ook het optreden van de opvolger van Aantjes, de voorzitter van de CDA-fractie, Lubbers. Was er aanvankelijk scepcis over zijn kwaliteiten als fractievoorzitter, het afgelopen jaar heeft hij getoond deze kwaliteiten wel terdege te bezitten. Allengs werd het duidelijk dat hij een bijzondere gave heeft om mensen uit zijn fractie op een lijn te krijgen. Dit levert wel steeds het operette-achtige beeld op van fractie-leden die weer zo nodig moeten en haastig naar de jongens van de pers dribbelen om toch maar getuigenis af te leggen van hun progressiviteit. Dat ze daarna door een ernstig kijkende en vermanende fractie-chef Lubbers weer worden teruggefloten deert hen niet: 't volk hebben zij immers laten weten van hun worstelingen die zij in de in hun ogen wat reactionaire club moeten doormaken?
Rode ayatollah
Was 1979 het jaar van de bloeddorstige ayatollah Chomeiny, ook de PvdA kreeg haar ayatollah en wel in de persoon van de „Raspoetin en Lenin uit het noorden", Max van den Berg. Sommigen krijgen van deze oudwethouder nog de rillingen en ook burgemeester Hendriks van Sliedrecht kreeg slapeloze nachten toen hij hoorde dat de man die hem op een vuile manier als wethouder uit Groningen wegwerkte, nu voorzitter is van de' partij die hem burgemeester van Sliedrecht maakte. Het gerucht gaat dat hij nog snel even zijn „achterstallige verplichte bijdrage" als hooggeplaatst partij-lid overmaakte. Dat was op het nippertje, want de nieuwe voorzitter liet enkele maanden daarna bikkelhard weten dat socialisten die via de partij een bepaalde job kregen, daar ook voor moesten betalen. Maar ook de
PvdA-fractie-leider Den Uyl heeft het enkele maanden op zijn zenuwen gehad, toen Van den Berg zijn fractie terugfloot omdat het niet altijd overeenkomstig de „leer" handelde. De vrede werd wel getekend, maar de fractie-leden moeten in het vervolg wel „Das Kapital" van Marx tot hun verplichte lektuur rekenen en worden daartoe door een commissie van wijze partij-ayatoUah's iedere keer verhoord onder leiding van de rode ayatollah Van den Berg.
In ieder geval moeten zij wat linkser denken. Links praten, maar rechts handelen is er dus niet meer bij. Ook D'66 maakte een duidelijke ruk naar links, en werd dit jaar, vooral op het terrein van de kernbewapening door de partij teruggefloten.
Vondeling
Op 6 januari werd de toenmalige en in november verongelukte kamervoorzitter dr. Anne Vondeling tot lijsttrekker bij de Europese verkiezingen gekozen, hetgeen uiteraard weer zeer werd betreurd door de veel zuiverder in leer zijnde radicalen. Van den Berg had een ander op het oog, docti op dat moment had hij nog geen invloed als partijvoorzitter, zodat het meer nuchter denkende deel van de rode natie besloot toch de eminente Vondeling te kiezen.
Deze heeft zijn taak als europarlementariër niet mogen volbrengen. De mens wikt, doch God beschikt. In november maakte een zogenaamde spookrijder in de dikke Belgische mist een einde aan zijn arbeidzame leven. Na zijn afscheid was hij vele malen het voorwerp van bijtende kritiek doch de moed en vasthoudendheid, waarmee hij de problemen te lijf ging, dwong bij vriend en vijand respect af.
In de persoon van Dolman kreeg de Tweede kamer een waardig opvolger als voorzitter. In de luttele maanden van zijn voorzitterschap, maakte hij niet alleen indruk door de hem zo kenmerkende wijze van herdenken van overleden oud-kamerleden en politici, (Beernink, Nederhorst, minister Van Trier, Vondeling en Roolvink), maar ook de efficiënte wijze waarop hij de kameragenda hanteert. Zelden werd het later dan 11 uur, hetgeen zowel voor de kamerleden, personeel als journalisten een verademing is.
Explosieven
Het kabinet-Van Agt zit er, alle koffiedikkijkerij ten spijt, nog steeds en het zal de rit met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid uitzitten, hoewel ef ook binnen het kabinet explosieven voldoende zijn om het voortijdig de lucht in te doen gaan.
Doch aangezien er geen bewindslieden zijn met een „Van Speykachtige" mentaliteit, zal niemand het in zijn hoofd halen „dan maar de lucht in" uit te roepen en daarmee de lont in het kruitvat te gooien. Uit Nipo-onderzoeken dit jaar, bleek dat het vertrouwen in het kabinet weliswaar aan schommelingen onderhevig was, doch dat men toch over het algemeen van oordeel is dat de huidige ploeg de rit moet uitzitten.
Abortus
De abortusproblematiek hield ook dit jaar de gemoederen bezig. Op 16 januari diende het kabinet het wetsontwerp inzake abortus in bij de Tweede kamer: de regeringspartijen oor'deelden positief, terwijl de oppositiepartijen het wetsontwerp van de hand wezen.
Tegelijk met dit ontwerp dienden ook SGP en GPV een initiatiefwetsontwerp in. In dit ontwerp is abortus slechts geoorloofd wanneer het leven van een vrouw wordt bedreigd of wanneer het gaat om de verwijdering van de dode vrucht. Volgens Abma en Verbrugh moeten naast de christelijke overtuiging van beschermwaardigheid van het ongeboren leven de door velen gehuldigde opvatting van geestelijke vrijheid eveneens leiden tot afwijzing van inbreuk op de eerste ontwikkeling van het menselijk leven.
Het regeringswetsontwerp stuit echter op grote bezwaren van enkele CDA fractie-leden, terwijl in de partij zelf ook grote weerstanden bestaan, zo bleek ook dit jaar op het CDA-congres in Den Haag. Vooral de vice-fractievoorzitter van het CDA, drs. G. van Leyenhorst en de fractie-leden Van Dijk en Eversdijk nemen een afwijzend standpunt in. Hun bezwaren gelden voornamelijk het ontbreken van een algemene norm in de wet, die omschrijft wanneer abortus wel en wanneer niet aanvaardbaar is. „Als het gesprek tussen vrouw en arts een farce zou zijn, dan betwijfel ik of de keuze van de regering wel haalbaar is", aldus Van Leyenhorst. Maar ook in ARP-kring lijken meer en meer bezwaren te ontstaan, hoewel hier wellicht pragmatische overwegingen een rol spelen. Hebben mensen als Van Leyenhorst op spreekbeurten steeds van hun verontrusting blijk gegeven, in AR-kring vond men nauwelijks gehoor, omdat men het aldaar te druk had met kernbewapening, kernenergie en andere zaken. Nu werpt men zich ineens op als beschermers van het ongeboren leven en als de ARP toch nog ter elfde ure uit de CDA-boot stapt, (hetgeen niet uitgesloten wordt geacht) is dit meteen een mooie verkiezingsstunt.
Kernwapens
Hiermee zitten wij dan onmiddellijk in de actualiteit. Op het moment dat dit artikel wordt geschreven is het nog niet zeker of het kabinet de rit al dan niet uitzit. De Navo-ministerraad besloot begin deze maand tot de produktie en stationering van nieuwe kernwapens in Europa.
Nederland en België namen een geheel eigen standpunt in, hetgeen erop neerkomt dat ons land in een wachtkamer plaats neemt.
Met betrekking tot het Nederlandse standpunt is het zo dat twee jaar moet worden gewacht tot definitief over stationering wordt beslist, terwijl de Belgen een half jaar voor zich opeisen.
Het kabinet zag zich door het verzet uit het parlement genoodzaakt in de Navo-ministerraad stelling te nemen tegen de voorgenomen modernisering.
In het debat in de Tweede kamer werden minister Scholten en minister van der Klaauw onaangenaam verrast door het uit de boot vallen van de tien dissidente CDA'ers. Deze ontwikkelingen zouden weleens de totstandkoming van het CDA kunnen blokkeren. Op de Unieraadsvergadering enkele weken geleden, waar fel stemming werd genomen tegen de progressieve ARP'ers, sprak CDA-senator Van Hulst over de zwakte van het kabinet- Van Agt, dat immers in feite van dag tot dag in stand wordt gehouden door een handvol progressieve dissidenten. De aversie tegen de totstandkoming van het CDA, neemt bij de meer progressieve ARP-ers met de dag toe. Toch lijkt het erop dat zij zich van hun eigen achterban hebben vervreemd, aangezien vele
AR-leden (waaronder ook Schakel) afstand hebben genomen van de opstelling van de tien. De stemming was dan ook op het laatste CDAcongres om te snijden en op de hoofden van de tien daalde een stroom van bittere verwijten neer. Wat de tien bezielt is vooralsnog een raadsel. In Navo-kringen begrijpt men er althans niets van. Gaat het om de werkelijke terugdringing van de rol van de kernwapens dan is deze houding nog wel te begrijpen, doch het is , een ongewenste ontwikkeling als het parlement bij iedere stap van de regering meent mee te moeten regeren.
Het jaar afsluitend moet worden geconstateerd dat het parlementaire gebeuren de afgelopen maand niet bepaald verheven was en dat ons aanzien internationaal aanzienlijk is geschaad.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 december 1979
Reformatorisch Dagblad | 52 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 december 1979
Reformatorisch Dagblad | 52 Pagina's