Brandende braambos nog niet verteerd

Het braambos waaruit de Engel des HEEREN aan Mozes verscheen, was hef beeld van de kerk door alle tijden. Jehovah Zelfwas in dat brandende braambos. Daarom verteerde het niet. De Engel des HEEREN maakte Zich immers aan Mozes bekend als de IK ZAL ZIJN, DIE IK ZIJN ZAL.

Het beeld van het braambos zegt ons dat de kerk des Heeren op deze aarde niet in aanzien is. „Het is Sion, zeggen zij; niemand vraagt naar'haar". Als liet anders is, gaat het meest niet goed.

Jehovah wil echter in dat braambos wonen: de God des eeds en des verbonds. Jehovah had zeer wel gezien de verdrukking Zijns volks, zoals Hij Mozes deed weten. Hoe vertroostend is dat voor het Sion Gods. Menigmaal schijnt het alsof God van al de bittere plagen en de rampen Zijns volks geen kennis draagt.

Mozes verwonderde er zich over, toen hij een braambos zag,branden en nigj verteren. Dit deed hem zeggen: „Ik zai mij nu daarheen wenden en bezien dat grote gezicht, waarom het braambos niet verbrandt".

Middellijk

Aan het einde van het bijna vervlogen jaar gekomen, moge het ons ook vergund zijn om dat grote gezicht te bezien.
De kerk des Heeren is er nog. Ze zal er zijn tot het eind der dagen toe. God brengt Zijn uitverkorenen toe in de middellijke weg. Waar Zijn Woord zuiver wordt gepredikt en de Sacramenten naar de instelling van Christus worden bediend, alsook de tucht wordt gehandhaafd, daar openbaart zich Zijn kerk.

God gedenkt aan Zijn verbond tot in der eeuwigheid. Hij is Jehovah, de
Onveranderlijke, de Getrouwe. Het braambos heeft ook dit jaar weer gebrand, ook in ons kerkelijk leven. Echter is dat kleine onaanzienlijke braambosje nog niet verteerd. Twee gemeenten sloten zich zelfs nog bij ons aan. Veel veranderingen deden er zich verder in ons kerkelijk leven niet voor. Een eigen kraam- en gezinshulp werkt zeer goed. Voor degenendie op medisch terrein werkzaam zijn, werd een vereniging opgericht, omdat de moeilijkheden waar zij mee te maken krijgen, daartoe noodzaakten. Zo mogen we de handen nog ineenslaan, want we zijn steeds meer op elkaar aangewezen.

Bij alle verdeeldheid die deze tijd kenmerkt, mag ons dit nog tot blijdschap stemmen. En al is het geestelijk leven, zeker in vergelijking met vorige en betere tijden niet zoveel, het is er nog, omdat Jehovah in het braambos is en omdat Hij Zijn werk verheerlijkt en in stand houdt tot het einde toe, Zijn Naam ter eer.

Rechtvaardig had Hij het braambos kunnen laten verbranden, want ook de Gereformeerde Gemeenten in Nederland hebben het dit jaar verzondigd. Maar Jehovah zegt:„Want Ik, de HEERE, word niet veranderd; daarom zijt gij, o kinderen Jacobs, niet verteerd".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen