Ostrea
ROTTEBDAM — Op de VDSMwerfte Rozenburg is het in opdracht van Volker Stevin Baggeren bv gebouwde baggerplatform te water gelaten. Het platform is ruim 100 meter lang, circa 65 meter breed en 70 meter hoog. Het is ontworpen om in open zee baggerwerkzaamheden in vrijwel alle grondsoorten uit te voeren. Met de bouw is een bedrag van ruim SOO miljoen gulden gemoeid.
Het hefschip, dat Ostrea (Oester) gaat heten, wordt 87 meter lang en 47 meter breed en heeft een portaalhoogte vang 36 meter. Met de bouw ervan is een bedrag van ruim 72 miljoen gulden gemoeid. De laatste pijler zal eind 1983 op zijn plaats worden gebracht. Het hefschip zal dus bijna twee jaar in de Oosterscheldemonding heen en weer varen om pijlers uit het bouwdok te halen en naar hun plaats van bestemming te brengen.
339. Maar toen kwam z'n dwaze trots boven. Anna had toegegeven. Nu ook het andere.... Ook het andere... En de schaduw van Jelle Piebes viel weer over het gezin van Lubbert Klazes. Het was Lubbert die zijn naam 't eerst noemde.Nadat Anna had uitgesproken, zei hij: „Ik ben blij, dat je je ongelijk inziet. Je kunt wel thuiskomen. Natuurlijk. Maar 't zal niet voor lang wezen. Want nu zul je Jelle Piebes wel niet meer weigeren." Toen had Anna een lang verhaal gedaan van Jelles schandelijke voorstellen, van wat grootmoeder gezegd had en dominee Van Kleffens. Maar Lubbert wilde er zelfs niet naar luisteren. Anna had gesmeekt - vergeefs. Neen, het arme kind had nu geen schuld. Lubbert.... Lubbert..., was hard geweest. Het hamerde aldoor in Japkes ziel. En toen was het vreselijke gebeurd. Lubbert had met de vuist op tafel geslagen en geschreeuwd, dat Anna Jelle Piebes zou trouwen, of dat zij niet meer zijn dochter was. En Anna, ach, ze had bijna niets gezegd. Alleen maar: „Dan is er voor mij geen plaats meer thuis." En ze had moeder gekust en gezegd: „Dag, vader," en zo was ze \dt huis gegaan. Misschien voorgoed. In Japkes ziel stormt het.
340. Neen, ze wil niet opstaan tegen haar man. Maar 't valt zo moeilijk....Anna is weggegaan. Vannacht is ze bij Sietske, haar vriendin. En morgen gaat ze weer naar Dijkshome. Bitterheid is in Japkes ziel tegen Lubbert. Lubbert is boos de kamer uitgelopen. Hij heeft op de dijk gestaan. IJzig waaide de oostenwind hem vlak in 't gelaat. Ha, dat deed goed. Onder aan de d^k, aan de binnenkant, stond het wachthuis en het kruitmagazijn, pas gebouwd. Buiten schoof het drijfljs. Het vormde hoge bergen. De wind haalde aan. Maar in Lubberts ziel stormde het. Lubbert, o Lubbert, hoe kon je zo tegen je eigen kind zijn? Maar de oude trots sprak: ze zal gehoorzamen. Gods Geest fluisterde: „Lubbert, is de schuld niet bij jou?" Boven op de dijk streed Lubbert z'n strijd. De wind nam toe. 't Werd storm.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 24 december 1979
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 24 december 1979
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's