AAW

Behalve de wet die de herziening van het 'aanpassingsmechanisme en de hoogte van het sociale minimum regelt, is een dezer dagen een wet tot stand gekomen, die fundamentele wijzigingen heeft gebracht in de aanspraak op uitkering ingevolge de AAW.

De belangrijkste punten van deze wet zijn, dat iedereen, hetzij man of vrouw, gehuwd of ongehuwd, een zelfstandig recht verkrijgt op AAW-uitkering. Een nieuwe voorwaarde om voor uitkering in aanmerking te komen is thans, dat men inkomen uit of in verband met arbeid in het bedrijfs- of beroepsleven mist: dat inkomen moet minstens 15 procent van de gehuwden-grondslag zijn.

Aan een gehuwde uitkeringsgerechtigde kan een gezinstoeslag worden gegeven. Of deze wordt toegekend en zo ja hoeveel, is afhankelijk van de hoogte van het inkomen uit arbeid van de uitkeringsgerechtigde en zijn of haar echtgeno(o)t(e). In deze gevallen wordt de uitkering gebaseerd op een grondslag, vergelijkbaar met 85 procent of 100 procent van de voor deze wetswijziging geldende gehuwdengrondslag.

Indien iemand in het jaar, voorafgaande aan de arbeidsongeschiktheid een inkomen heeft verworven, dat lager is dan de voor hem of haar geldende uitkeringsgrondslag op jaarbasis en dit mede een gevolg is van de omstandigheid, dat hij of zij in minder dan normale omvang arbeid heeft verricht, wordt de uitkering gebaseerd op dit lagere inkomen.

Deze wijziging in de AAW heeft, zolang er geen verandering in de burgerlijke staat optreedt, geen gevolgen voor de mensen die nu al een AAWuitkering hebben. Zij blijven eenzelfde uitkering houden.

Voor de vaststelling van de AAW-grondslagen is evenals voor de andere sociale uitkeringen de zogenaamde netto-netto-koppeling tot uitgangspunt genomen.

In verband met de handhaving van de koopkracht zijn de AAW-grondslagen verhoogd met een tijdelijke toeslag.

Deze grondslagen, inclusief toeslag, bedragen per 1 januari 1980: individuele grondslag voor 21 jr en ouder ƒ 67,17; individuele grondslag voor 20 jr en ouder ƒ 60,46; individuele grondslag voor 19 jr en ouder ƒ 53,74; individuele grondslag voor 18 jr en ouder ƒ 47,02.

Grondslag voor gehuwden met inkomsten van henzelf of van echtgenoot: tot 15 pet van de grondslag ƒ 95,65; tot 30 pet van de grondslag ƒ 78,77.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen