Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zestig jaar politiedierenbescherming

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zestig jaar politiedierenbescherming

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ieder begrijpt meteen dat het terrein in die zestig jaar veel groter is geworden. Tijdens de oprichting kwam natuurbescherming pas op gang en in hetzelfde jaar verscheen onder andere de Mollen-, Egels- en Kikvorsenwet. Er werden van die tijd af heel wat wettelijke maatregelen vastgesteld in het belang van de dieren. Nu is het niet meer louter dierenbescherming maar natuurbescherming, waaronder alles valt wat bescherming vereist. En dat wordt - helaas - steeds meer. Daarom ook: Goed dat er politie is die ook daaraan volop aandacht schenkt. diersoorten, die van belang is omdat Nederland altijd een centrum van internationale dierenhandel is geweest. Er moet dus terdege worden gelet op bedreigde soorten, die natuurlijk niet mogen worden verhandeld. Verder moet toezicht worden gehouden op huisdieren, het vervoer van kippen, dat soms op wrede manier gebeurt, het veevervoer dat soms schillenophaler liet een kreupel paard zijn wagen trekken. Een bezitter Van een hondekar liet een drachtig dier de kar trekken. Tijdens de tocht wierp het een jong, dat door het dier werd opgegeten. Een paard dat geen kans zag een zwaar beladen kar door een sponsig weiland te trekken, werd door twee boerenknechts afgeranseld met zware stukken hout.

Tijdsehrlfl VOO* dièfêh- én nattiurbèscHermihg

Stap voor stap

Er is in de loop der jaren veel veranderd... en verbeterdl Lijstervangst met paardeharen strikken gebeurt niet meer; ganzen vangen met tamme lokganzen is ook al lang verboden. Het vangen van goudplevieren met netten is echter pas 8 juni 1977 verboden. Zestig jaar geleden werd zelfs door onze landmacht gebruik gemaakt van hondekarren om mitrailleurs te vervoeren. Nu zou dit atoomtijdperk toch wel de hondekar uit het leger hebben verdreven. In 1920 waren er echter nog tachtigduizend trekhonden in ons land, die vaak een erbarmelijk bestaan hadden. De Trekhondenwet, al van 1910, bracht verbetering en daaraan besteedde de jonge Politiedierenbescherming veel aandacht. Die wet gaf toen al veel werk.

Na de tweede wereldoorlog was het vooral de wildstroperij die een grote vlucht had genomen, wat in de oorlog natuurlijk evenmin geoorloofd, maar wel gemakkelijker verklaarbaar was. Vanaf die tijd begonnen de activiteiten zich uit te breiden. De slfcrmramp in februari 1963 had oitder andere tot gevolg de oprichting van de Stichting Dierenrampfonds, waarin de Politiedierenbesoherming een groot aandeel had. In 1959 was ook de propaganda op gang gekomen voor een nieuwe wet op de dierenbescherming. In 1961 werden de niéuwe bepalingen van kracht. Al eerder was de bond actief geweest bij het totstandkomen van de Jachtwet 1954, waarbij vooral aan voorlichting en publiciteit werd gedaan.

Natuurbescherming:
ook onverantwoord plaats vindt, terwijl de , politiefunctionarissen ook optreden als beschermde planten worden uitgestoken of vernield.

Zelfs paddestoelen hebben in onze tijd bescherming nodig en overal en altijd zijn het de politiemannen die kunnen en moeten optreden tegen vernieling, verwaarlozing en zelfs beulen van dieren. Het vervoer van kippen is een zaak apart; veelal worden er teveel dieren in een te hkleineiiimte samengepropt, zodat al tijdens het verVoer veel kippen doodgaan. Vroeger ging dat in het klein maar nu in het groot. Toen waren er alleen scharrelkippen, nu worden de dieren grootgebracht door de bio-industrie. Wie dit grootschalige gedoe ziet, schrikt van de omstandigheden waaronder de dieren moeten leven als eierenlegmachines.

Uit de praktik

De strijd om het behoud van de natuur begon een breed terrein te bestrijken. De Politiedierenbescherming werd er ook mee geconfronteerd en in 1972 kreeg het orgaan van de bond de toevoeging: „Tijdschrift voor dierenen natuurbescherming". Het werkterrein in onze tijd omvat onder andere: vogelslachtoffers van olie, nog steeds waak- en heemhonden, vivisectie, mestkalveren. Daarbij komt nationale en internationale samenwerking met andere organisaties die hetzelfde doel nastreven. Zo zijn er nog veel meer activiteiten. Er is ook eên Wet bedreigde uitheemse

Als er soms een lezer is die niet direct overtuigd is dat een politiedienst voor de bescherming van flora, fauna en ook milieu nodig is, dan moet deze zich de volgende situaties eens indenken. Een landbouwer werd bekeurd die met zijn tractor over een nog levende hond reed, die door een vrachtauto was overreden. Iemand sloeg een kat tegen een muur dood omdat het dier zijn kamer had bevuild. Een ander had een kat gevangen en aan een touw opgehangen. Jongens die met een katapult op een eekhoorn schoten werden bekeurd. Een

Moet veevervoer worden gecontroleerd? Wel, zolang er winst kan worden gemaakt door meer dieren te vervoeren dan is toegestaan, zal de politie worden geconfronteerd met soms ellendige omstandigheden voor de dieren. De controle vindt plaats bij vrachtwag'ens, aanhangwagens en personenwagens, maar ook vervoer per spoor of vliegtuig vraagt aandacht.

Veranderingfen

De moderne tijd heeft niet steeds in het voordeel van de dieren gewerkt. Kwaadwillenden

goed voor el uw advertenties

Geef ze schriftelijk op!
* familieberjchi « zakei adv. * vergadervaria * schakeltjes (doorhalen hetgeen niel wordt gewenst) 1979 Bestemd voor het R.D. van en • groot . kolom (4 cm br.) mm hoog. Prijs per mm ƒ0.61 met een minimum van 15 mm (bij contract aanmerkelijk lager). Voor familieberichten en ,,Schakeltjes" geldt een tarief van ƒ 0.51 per mm. Vooi „Schakeltjes" ƒ 2.- adm.kosten extra. Voor brieven onder no. wordt ƒ 2.25 berekend. Exclusief 4% BTW. De tekst 'dient 1 dag voor plaatsing uiterlijk om 15.30 uur tn ons bezit te zijn. Voor de krant van zaterdag: vrijdag uiterlijk om 12.00 uur. Nota zenden aan.' Adres Postcode. Woonplaats: Bon tn open enveloppe zonder poslx«s«l, zenden aan Antwoordnummer 92,7300 VB Apvtdoorn

Tekst:
(stropers, vogelvangers e.d.) beschikken over auto's en kunnen grote afstanden afleggen en daardoor meer kwaad aanrichten. Zij beschikken ook over de beste en nieuwste technische hulpmiddelen. De verboden vogelvangst geeft de politie ook handen vol werk. En stropen...? Denkt u dat dit al lang tot het verleden behoort? Vergis u niet. Er zijn speciale jachtbrigades opgericht in de strijd tegen de stropers. Er kan gerust worden gesteld dat de politie dagelijks in de weer is om zoveel mogelijk het clandestien doden van wild te voorkomen.

Erger is het dat de politiemannen bij het mtoefenen van hun taak niet meer hebben te doen met sportieve stropers, maar vaak met misdadigers, die niet terugdeinzen om zich met hun wapens te verdedigen. De politie kan voor de in het wild levende dieren die onder de Jachtwet vallen, al sinds 185Ü optreden. Van dat jaar dateert de eerste echte Jachtwet. Voor andere dieren en ook planten heeft de Natuurbeschermingswet van 1967 de politie de taak gegeven voor de instandhouding daarvan te zorgen. Zij doet dat in samenwerking met controleurs Natuurbeschermingswet.

De natuurlijke omstandigheden in ons land zijn zo (arm) geworden dat men nu kan worden bekeurd als men volwassen kikkers of salamanders vangt. Wijngaardslakken zijn ook beschermd, evenals het rapunzulklokje. Het is in dit bestek niet mogelijk alle activiteiten van de politie op dit gebied te noemen. Het zijn er veel meer!

Somber

Ih het aprilnummer 1979 van het tijdschrift van de bond staat een artikel met de kop: „Voortgaande achteruitgang van fauna en flora". De paradox in de titel is meesterlijk; het verhaal triest. De achteruitgang gaat inderdaad door, voor soort en aantal van wilde dieren en planten. Van de in 1900 voorkomende 1400 plantesoorten is meer dan 5% uitgeroeid en wordt 35% bedreigd. Van de fauna worden vooral de kleine dieren bedreigd en ... ach zo kan ik nog wel doorgaan.

Het is vooral zo somber als je, na enkele tientallen jaren observatie, de theorie van dit verhaal overal in de praktijk vaststelt. Dit is een verarming die pas laat door het publiek is onderkend. De natuur moet beschermd worden... tegen de mens die zijn opdracht verwaarloost en vergeet. Daarom mag de politie en met name haar Bond tot bescherming van dieren, in deze rubriek wel eens aandacht krijgen. Vaak kan zij optreden in allerlei situaties waarin dieren of het milieu worden bedreigd. Zoals de foto met de in beslag genomen (levende) buizerd toont. 80

Opnieuw rijst hetzelfde beeld onvermijdelijk voor haar op. De komende weken en maanden gaan in gedachten voorbij aan haar geest. Het lijkt wel alsof het nu al voor haar vaststaat dat ze in verwachting is. De schrik daarvan is erg, maar ze is veel banger voor het feit dat ze daardoor voor altijd met Bert zal moeten leven. Dat kan ze nooit. Want dit alles is haar opgedrongen, in een roes is het mooiste van haar gestolen en haar grootste angst is het verbonden te moeten zijn met iemand die haar wel heeft geïmponeerd maar van wie ze niet houdt. Ze zucht en laat' haar hoofd in haar handen zakken. Al gauw zullen ook vader en moeder dit horen. En ze weten nog niet eens dat ze deze winter regelmatig met Bert Otterdoom uitging. Dat zouden ze immers hebben afgekeurd, want Bert is zeven of acht jaar ouder en komt uit heel andere kring, is misschien wel rijk. Hij is ook ongelovig, hoewel hij soms naar de kerk gaat volgens zijn zeggen. Nu weet ze plotseling ook dat dit niet waar is, dat hij het maar gezegd heeft om haar vertrouwen te krijgen. Wat zal dat erg zijn, vooral voor vader. Daarover heeft zij zelf nooit gedacht; hij was steeds netjes en aardig. Maar dit ... dit had ze niet verwacht, Hij was altijd zo beheerst geweest en zo keurig, zo echt een heer. Weer zucht ze diep, doet de lamp aan en kijkt haar kamer rond. Er is echter

333. Ik denk niet, dat je vader dat doen zal. Ik zal ook wel met hem spreken. En hij is toch een christen. Jij moet echter, Anna ook al wordt vader in drift scherp tegen jou, eerbiedig blijven. Je moet bedenken, dat het je vader is, die jij moet eren en liefhebben. Beloof je me dit?" „Ja, dominee", zefgt Anna, nauw hoorbaar. „Dan komt het andere", vervolgt ds. Van Kleffens. „Moet je nu zwichten voor de dreigingen van Jelle Piebes? Nu, die vraag is gemakkelijk te beantwoorden. Dat mag je in geen geval doen. Jelle Piebes is een gemeentelid van mij, en ik ben niet gewoon om over m'n gemeenteleden met anderen te spreken. Maar ik kan tegen jou wel openhartig zijn, Anna. En dan zeg ik je met alle aandrang: neem hem niet. Hij is niet te vertrouwen. En dit voorstel, dat hij jou deed, toont wel heel duidelijk de laagheid van zijn karakter, 't Is een schande. Je moet hem niet eens meer willen ontmoeten. Schrijf nu maar een kort briefje, dat je op zijn voorstel niet ingaat en van zijn bezoeken verschoond wenst te blijven". „Maar Hessel en Klaas dan? Als die dan eens veroordeeld worden?"

334. „Gekheid, Anna. Niets anders dan grootspraak van Jelle. Ik neem aan, dat hij met de Fransen heult. Maar hij heeft niets in te brengen. En hij maakt jullie nu wel bang, dat misschien de doodstraf wordt uitgesproken, maar zo'n vaart loopt dat niet. Er zijn ook nog rechtvaardige Fransenl En er moeten bewijzen zijn tegen Hessel en Klaas. Neen, maak je maar niet al te ongerust. Natuurlijk kunnen ze wel een tijdje opgesloten worden." Ds. Van Kleffens verzwijgt, dat hij zelf de luitenant heeft opgezocht. Ja, dat hij zelfs een reis naar Leeuwarden heeft gemaakt, om de kolonel te sprekenl „Dus dominee denkt niet, dat ze ter dood gebracht zullen worden?" „Neen, geen sprake van. Schrijf maar gauw aan JeUe Piebes, dat je niets meer van hem wilt weten en aan de luitenant ook. En dan naar je vader en moeder, Anna. Je mag hier wel even die brieven schrijven. Dan kim je vanmiddag of vanavond ze nog wel bezorgen en naar je vader en moeder gaan. Grootmoeder verwacht je toch zeker vandaag niet meer terug, wel?" „Nou, we hebben afgesproken, dat ze niet ongerust zou zijn, als ik niet kwam. Maar morgen moet ik wel weer naar haar toe. Als het te laat zou worden kan ik vanavond bij m'n vriendin Sietske slapen".

twee jongens op de hei
' i NEL VERSCHOOR-VAN DER VUS Ja'p Kratnar

16 — Nu geeft hij Manus een duwtje, net zoals Klaas daarstraks heeft gedaan: „En... en de schapen, Manus, hoe ging het dóér mee?" Manus schudt zijn grijze hoofd. „Och, och," zegt hij, „dèt was het ergste, het aller ergste. Er was een schaap weg, we konden het nergens vinden. M'n vader heeft gezocht tot het bijna nacht was. Het Is nooit teruggekonrren, misschien is het verdronken of gestolen. Dat hebben we nooit geweten. Maar de boer van het schaap was kwaad. Hij gaf m'n vader elke week een gulden minder, net zolang tot het betaald was. Dèt was erg! ledere keer ais m'n vader thuiskwam met die gulden minder, sloop ik het huis uit met mijn zieke arm, dan kon ik wei huilen van verdriet." Nog eens houdt Manus op met verteilen, weer zit hij te denken aan die dagen, dat zijn vader met zo weinig centen naar huis kwam. „Manus," zegt Kiaas, „kreeg Je geen straf van Je vader?" Manus schudt van nee. „Ik had al straf genoeg door mijn zieke arm, zei m'n vader.

Maar weet je, wat hij wèl deed. Jongens? En dat ben ik nooit van m'n leven meer vergeten. Zo oud als ik nou ben. M'n vader ging naast m'n bed zitten 's avonds en toen zei hij: „Jochie, als de Goede Herder nou es nèt zo voor Zijn schapen zorgde ais Jij deed, hoe zou je dèt dan vinden?" Meer zei hij niet.Maar dat ben Ik nooit vergeten, zie je, jochies. Ik begreep het o zo goed en ik denk dat Jullie het óók wel begrepen hadden!" Nou Manus dèt zegt, wordt Wim verlegen, hij draalt z'n hoofd een beetje om. Maar Kléès niet. Hij knikt en hij zegt: „Nou en öf ik het weet. De Goede Herder is de Heere Jezus, hè Manus? Daar heeft de meester pas zo mooi van verteld.hDe Heere Jezus zoekt Zijn schapen altijd op, hè Manus?"

Dwaalwegen van het hart
niets wat haar moed geeft en er is niemand die haar opbeurt. Er is ook niets wat haar aan God herinnert of naar Hem heenwijst. Wat ze van thuis meekreeg, haar bijbeltje en de tekst, zijn ver opgeborgen. Thuis? Ze is er al een paar weken niet geweest. Nu is ze bang dat moeder iets aan haar zal merken, want ze weet hoe scherp die kan zien en hoe ze situaties kan aanvoelen. Nu de nacht om Mientje begint te vallen komt ze niet tot inkeer. Voor God, Die ze zo ver heeft teruggeduwd in haar leven, naar Wie ze niet neeft willen luisteren, met Wie ze geen rekening heeft gehouden dit laatste jaar, is nog geen plaats in haar hart. Wel voor de verbittering en de haat die steeds meer voedingsbodem vinden. Het geluid van de bel haalt haar uit haar gepeins. Ze hoort een mannenstem, merkt dan met schrik dat die van vader is. Ook dit nögl Ze was juist in gedachten met thtiis bezig. Nu komt vader er aan en zij kan er niet aan ontkomen. Hij komt al de trap op met zijn bekende stap. „Dag kind." „Dag pa." Ze zwijgt. Vader neemt een stoel en zwijgt ook een poos, zodat de stilte beklemmend wordt. Meestal begint zij te praten en dan komt vader ook wel los. Nu weet ze niets te zeggen, absoluut niets. Er is alleen angst in haar hart dat vader iets aan haar zal merken, hoewel ze weet dat het dwaas van haar is om zo te denken. Ze staat eindelijk op en zegt: „Ik zal koffie maken pa." „Maak maar geen drukte Mientje, ik heb al koffie gehad hoor. Ik wil alleen even met je praten." „Ja ja, dat is goed vader. Ik maak toch even kofile. Wacht maar." Ze moet ervoor naar de keuken en doet er langer over dan nodig is. Dat pa juist nu moet komen. En hij wil weer praten natuurlijk. O, als hij toch eens wist wat er met haar is gebeurd, wat ze heeft gedaan voor onvergeeflijk dwaas. Dwaas? Voor vader? Zonde, erge zonde tegen God en een schande voor hem en moeder. En met zo iemand bij wie ze nooit zal passen en die nooit in hun kringen zal willen komen. Ze loopt langzaam de trap op met de kofflepot, schenkt zwijgend twee kopjes vol en wacht tot vader iets zal zeggen. De stilte maakt haar nerveuzer dan ze al was. „Ja Mientje, ik moet je toch eens iets vragen. Ik hoorde van de dochter van mevrouw Jobse, waar ik spullen breng, dat ze jou al een paar keer heeft gezien met een jongeman die steeds bij de notaris komt, waar je vriendin Lies werkt. Klazien Jobse werkt daar ook elke vrijdag." Mientje is bleek geworden, want dit had ze niet gedacht. Natuurlijk, Klazien kent Bert en vader komt bij haar moeder. Dat ze daar nooit aan heeft gedacht. Ook dat nog! Ze kan voor vader al niet veel meer verbergen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 december 1979

Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's

Zestig jaar politiedierenbescherming

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 december 1979

Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's