Kaarsen branden het hele jaar
VAN LICHTBRON TOT SFEERMAKER
Er branden deze maand heel wat kaarsen op. De associatie van een kaars met het kerstfeest is de laatste jaren steeds minder geworden. Men wil het in huis - vooral in de wintermaanden - gezellig maken, wat sfeer scheppen en men steekt wat kaarsen aan. Zeker bij een feestelijke maaltijd - wanneer dan ook - ontbreken de kaarsen niet.
Kaarsen zijn al zo oud als de weg naar Rome. Dat kunnen we rustig letterlijk nemen, want Italië is waarschijnlijk de bakermat van de kaars geweest. Ook in de graftombe van Toetanchamon werden resten aangetroffen van wat men met een beetje goede wil kaarsen kan noemen. De grondslag voor de industrie werd echter pas gelegd in 1826, toen de Franse scheikundige Chevreul ontdekte dat men uit dierlijke vetten een vaste substantie kon isoleren, die uitermate geschikt bleek voor het vervaardigen van kaarsen. Met deze stearine ging men nu industrieel kaarsen maken.
Gouda
In 1858 begon men daar ook mee in Gouda en binnen enkele tientallen jaren werd dat een fabriek waar 650 mensen hun werk hadden die daarmee een van de belangrijkste industrieën van Gouda vormde. Ook toen al voerde men voor de kaarsen de merknaam „Gouda".
Maar met die bloeiende industrie was het al gauw afgelopen toen meneer Philips een gloeilampenfabriek in het zuiden des lands begon. Een van de eerste bedrijven die bij Philips een order plaatste voor de levering van gloeilampen was... de Gouda-kaarsenfabriek. Maar de kaars had met de opkomst van de gloeilamp zijn functie verloren, althans, zijn functie als verlichting. Want de kaars kreeg later een heel andere functie, namelijk die van sfeermaker. Maar zover was men in de vorige eeuw nog niet. De klap door de gloeilamp toegebracht was dan in Gouda ook duidelijk voelbaar. Daarom zocht men naar chemische nevenprodukten, die ook uit dierlijke vetten bereid konden worden.
Men ging zich toeleggen op de produktie van oleïne en glycerine naast stearine. In 1923 ging de fabriek in Gouda samen met de kaarsenfabriek Apollo in Schiedam, waardoor de naam NV Stearine kaarsenfabrieken Gouda-Apollo werd, waar later het predikaat „koninklijk" aan toe werd gevoegd. De beide fabrieken werden in 1961 overgenomen door Unilever- Emery waardoor de kaarsenfabrieken Gouda-Apollo een klein onderdeel werden van het Unilever-concern, hoewel zij altijd nog zelfstandig naar buiten optreden als Gouda-Apollo met de befaamde „Gouda"-kaarsen.
De laatste decennia is die kaarsenindustrie weer sterk gegroeid. Niet om te voorzien in verlichting, maar, we zeiden het al, in sfeer. Omdat de gloeilamp nu niet bepaald veel gezelligheid in huis bracht, greep men om het gezellig te maken weer terug naar kaarslicht.
Levend licht zorgde — evenals het open-haardvuur — voor een zekere intimiteit. Of het nu komt door de beperkte lichtkring of door de kleur van het licht of door de lichtval of de beweging, het licht roept in ieder geval een bepaalde stemming op. Men maakt het gezellig in huis met levend vuur, of dat nu haardvuur of een brandende kaars is.
Het ontsteken van kaarsen onder het mom van ,,rookverdrijver" is misschien wel het rationaliseren van emoties. We zijn tenslotte nuchtere Hollanders! Niet dat een kaars de rook niet zou verdrijven, zeker wel, dat is dan een nuttige bijkomstigheid, als er al te veel gerookt zou worden.
Maar we hadden het over stearine en dat is niet de enige brandstof voor kaarsen. Aan het einde van de vorige eeuw verkreeg men bij raffinage van ruwe aardolie een witte stof, paraffine, die naast stearine een plaats ging innemen in de kaarsenindustrie. Nu is paraffine veel goedkoper dan stearine, maar ook veel minder van kwaliteit. Daarom gebruikt men bij Gouda-Apollo ook slechts twintig procent paraffine en tachtig procent stearine.
Het onderscheid is ook duidelijk te merken. Stearine brandt mooier, schoner en langer, paraffine walmt gauwer, geeft daardoor ook aanslag op bijvoorbeeld ramen en druipt gauwer. Een brandende paraffinekaars heeft een kommetje met een ronde, weke rand. De weke rand biedt geringe weerstand tegen druipen in tegenstelling tot de stearinekaars met een scherpe opstaande rand.
Een paraffinekaars is ook gevoelig voor hoge temperaturen, waardoor hij gemakkelijk krom kan trekken. Een stearinekaars blijft bij ongunstige temperatuuromstandigheden kaarsrecht.
Toch worden er bij Gouda-Apollo nog twintig procent paraffinekaarsen gemaakt. Dat zijn dan hoofdzakelijk de kaarsen die niet anders gemaakt kunnen worden, de sierkaarsen, die meer bestemd zijn voor de sier dan voor functioneel branden en heel dikke kaarsen.
Stearine brandt namelijk niet breder dan vier centimeter.
Vakmanschap
Maar Gouda-Apollo gebruikt voor tachtig procent stearine en dat is toch wel uniek in Europa, omdat bijna alle kaarsenfabrieken paraffine gebruiken; dat is veel goedkoper en het kaarsen maken is veel gemakkelijker. Het maken van stearinekaarsen is namelijk niet zo eenvoudig. Daar is echt vakmanschap voor nodig. Stearine moet ook op de juiste temperatuur — iets boven het stolpunt — gegoten worden; anders gaat het niet goed.
Iets wat ook heel belangrijk is bij het maken van kaarsen is de verhouding pit — diameter kaars. Een pit heeft namelijk, al naar gelang zijn dikte, een bepaalde hoeveelheid brandstof . nodig. Een dunne pit in een dikke kaars zal een hoeveelheid stearine doen smelten, die hij niet verwerken kan, waardoor de kaars gaat druipen. Een dikke pit in een dunne kaars zal te weinig krijgen, waardoor hij niet goed zal branden. Een juiste verhouding zal de kaars rustig, met een heldere vlam zonder walmen of druipen, langzaam en geheel doen opbranden.
Stijlvol
De bekende stijlvolle Goudakaarsen zijn er niet alleen in wit, maar in diverse kleuren. Dat kleuren van de kaarsen gebeurt ook volgens een procédé dat afwijkt van dat van de meeste andere fabrikanten. De meeste fabrikanten kleuren hun paraffine door-en-door. Nee, zegt men in Gouda, kleurstoffen zijn verontreinigers, waardoor de pit verstopt kan raken. Wij maken eerst een kaars van zuivere stearine en geven hem daarna een kleurbad. Dan behoudt de kaars zijn goede brandeigenschappen. Bovendien is de kleur dan mooier, dieper en heeft meer glans.
De zogenaamde druipkaarsen worden niet zoveel meer gemaakt. Dat is enige jaren geleden een modeverschijnsel geweest. Nee, de kurk waar Gouda- Apollo op drijft wordt nog steeds gevormd door de stijlvolle witte Gouda-kaarsen, wijd en zijd bekend, ook in het buitenland, waar men trouwens de verkoop de laatste jaren wat meer is gaan stimuleren.
Hoewel de verkoop van kaarsen niet meer zo verbonden is aan Kerst, valt de grootste drukte toch.wel in de laatste vier maanden. Kon men enige jaren geleden de verkoop in de laatste vier maanden stellen op 180 procent van het hele jaar, nu is dat 65 procent. Meer dan de helft van de kaarsenkopers kopen het hele jaar door kaarsen. De verkooppiek is dus duidelijk afgestompt. En waarom zou men ook alleen met Kerst kaarsen gebruiken? Het hele jaar door zijn ze gezellig in huis.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 december 1979
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 december 1979
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's