Overijssel zonder Twente te klein

Ze verwijten Wiegel bovendien gebrek aan logica en systematiek in zijn vraa^untennota omdat hij de provincie Limburg met evenveel inwoners, ongeveer 1 miljoen, wel onaangetast wil laten. *, Commissaris van de Koningin in Pverijssel J. Niers wees er op dat provinciale staten steeds voorstander van êen provincie Twente is geweest, piaar alleen als voor de rest van Overijssel een aanvaardbare oplossing zou worden gevonden in de vorm van het alternatief IJsselland. Volgens Niers gebiedt de politieke realiteit te erkennen dat IJsselland geen haalbare kaart is,,,,Zeker gezien de nonchalante wijze waarop dit alternatief door het kabinet naar de prullebak is gewezen".

Overijssel heeft het model van een miniprovincie destijds met overtuiging ondersteund vanuit de verwachting dat op die wijze in een doorzichtig bestuursmodel ook voor de regionale problematiek een reële oplossing kon worden bereikt. Maar nu het oorspronkelijke plan van 26 provincies via 24 naar tenslotte 17 is teruggebracht, heeft Overijssel er weinig vertrouwen meer in.

In de nota stellen GS dat het zeer wel mogelijk is dat het er nog minder dan 17 zullen worden. Daarnaast zou er van het beoogde overhevelen van gemeentelijke taken en bevoegdheden naar de provincies toe steeds minder overblijven. Bovendien zal volgens GS in het nieuwe bestuursmodel op ruime schaal behoefte bestaan aan stelselmatige intergemeentelijke samenwerking.

Afbreuk

Het college verwijt de minister dat hij daarmee afbreuk doet aan de doorzichtigheid van het bestuursmodel. „Een werkelijk ineenschuiven van de regionale en provinciale bestuurslaag wordt niet bereikt en hiermee wordt tevens de in de vraagpuntennota sterk beklemtoonde schaalverkleining doel op zichzelf', zo meent het college.

Schaalverkleining zal de kwaliteit van de provinciale bestuurszorg ernstig in gevaar brengen omdat het de provinciale taakvervulling op bijvoorbeeld het gebied van de ruimtelijke ordening, de waterstaat en de milieuzorg belemmert. Die taken vereisen een grote geografische schaal, zo stellen GS in de nota. Het college vraagt zich af of er zo nog iets terecht komt van de „broodnodige" decentralisatie van rijkstaken. GS concluderen dat het aanvankelijke doel van schaalverkleining niet of nauwelijks wordt bereikt en dat de nadelen ervan steeds klemmender worden gevoeld. De grondslag aan de vraagpuntennota is daarmee voor GS weggevallen.

Geen argument

Volgens hen is de vraagpuntennota bij de schaalverkleining zelf al inconsequent „omdat zij bij het 17-provincieplan spreekt van provincies variërend van 1.600.000 (Rijnmond) tot bijna 375.000 (Zeeland). Ook de maatschappelijke samenhang is voor GS geen argument „want wie kan ons wijsmaken dat de relatie tussen Mook en Maastricht groter is dan die tussen Zwolle en Deventer". Het lijkt erop dat het kabinet zelf niet in de haalbaarheid van het gehele plan gelooft en uiteindelijk slechts met Rijnmond en Twente genoegen wil nemen. Het is uit oogpunt van evenwichtigheid onaanvaardbaar, zo zeggen GS, wanneer men niet alleen Limburg maar ook Brabant (twee miljoen inwoners) ongedeeld wil laten en Overijssel wel wil delen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen