Steun aan bedrijven gebrekkig

Tot deze aanbevelingen en conclusies komt een subcommissie van de Kamercommissie voor de Rijksuitgaven die een onderzoek heeft ingesteld naar het beleid bij de steunverlening aan individuele bedrijven. Voorzitter van de subcommissie is het CDA-kamerlid Van Dijk. Vandaag is in Den . Haag het rapport naar aanleiding van het onderzoek gepubliceerd.

Naast een overzicht van de bestaande subsidieregelingen worden in het rapport een aantal knelpunten op te lossen. Als een van de meest problematische aspecten wordt genoemd het gebrek aan rechtszekerheid en de daarmee samenhangende onduidelijkheid en ondoorzichtigheid. Bij de meeste steunregelingen bestaan namelijk geen schriftelijk vastgelegde regels ten aanzien van de omstandigheden waaronder, de voorwaarde waarop en de vorm waarin steun kan worden verleend. Hierdoor kunnen deze zaken per geval verschillen. De subcommissie beveelt daarom aan, te komen tot duidelijk vastgelegde regels. Deze zouden moeten worden opgesteld in overleg met het parlement. De betrokkenheid van met name de Tweede kamer bij dit beleidsonderdeel kan hierdoor worden vergroot. Tot nu toe blijft de parlementaire bemoeienis met individuele steunoperaties beperkt tot gevallen waarin men een gedachtenwisseling hierover wenst met de betrokken minister.

Commissie wil doorzichtig beleid

Een ander probleem vormt het grote aantal steunregelingen dat er bestaat en de grote verscheidenheid van instellingen die bij de uitvoering betrokken zijn. De samenhang binnen het beleid gaat zodoende verloren. Ook worden de gegevens over de steunverleningen op een weinig systematische manier verzameld en bewaard. De commissie wil deze verbrokkeling tegen gaan door regelingen die dezelfde of nauw verwante functies hebben samen te voegen. Gedacht wordt hierbij bijvoorbeeld aan alle regelingen gericht op innovatie.

In het rapport wordt ook gewezen op het ontbreken van een structuurbeleid in vele bedrijfssectoren. Gevolg is dat vaak steun wordt verleend aan bedrijven zonder dat met een inzicht heeft in de problemen van de desbetreffende sector. Een meer bedrijfstaksgewijze benadering verdient volgens de commissie voorrang boven de steunverlening aan individuele bedrij

Openbaarheid

De subcommissie dringt verder aan op een grotere openbaarheid rond de financiële steunoperaties. Zij acht het onaanvaardbaar dat informatie over de aanwending en resultaten van de steunverlening, waarbij jaarlijks miljarden gulden aan publieke middelen worden aangewend, voor parlement en publiek verborgen blijft. Zo zal periodiek bekend moeten worden gemaakt welke bedrijven welke steun en in welke omvang ontvangen. Om de controle verder uit te breiden wordt in het rapport voorgesteld de bevoegdheden van de Algemene Rekenkamer te verruimen. Dit zou kunnen door deze instelling meer inzagemogelijkheden te geven in de financiële gegevens van de betrokken onderneming.

Een meerderheid van de commissie meent dat de werknemers meer bij de steunverleningsoperatie betrokken moeten worden door de ondernemingsraad reeds in een vroeg stadium in te schakelen. Men denkt hierbij aan een adviserende bijdrage. Komen de werkgelegenheid en de rechtspositie van de werknemers in het geding dan moeten ook de vakverenigingen worden geraadpleegd, zo schrijft men in het rapport. Waarschijnlijk zal er nog een nader onderzoek komen naar de werking en de resultaten van de verschillende steunregelingen.

De commissie bestond uit Van Dis, Kombrink (ondervoorzitter). Van Houwelingen, Van der Hek, Engwirda, Van Dijk (voorzitter) en Bolkestein.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen