ZOApresenteert zwartboek over opvang Vietnamezen
Uiterste maatregel; blijvende beschuldigingen
DEN HAAG — De Stichting comité hulpverlening Zuid-Oost-Azië (ZOA) heeft vrijdagmiddag een zwartboek gepresenteerd over de wijze waarop de Vietnamese vluchtelingen in ons land worden opgevangen en begeleid. Daarin wordt de handelwijze van de Vereniging Vluchtelingenwerk Nederland (VVN) - de enige door CRM gesubsidieerde organisatie die met opvang is belast - ernstig gekritiseerd.
Wij willen hiermee bereiken, aldus de heer W. Büdgen, een van de woordvoerders van de ZOA, dat er begrip ontstaat voor de specifieke psychologische en politieke problematiek van deze niet te verwaarlozen groep vluchtelingen in ons land. Wij hopen dat die groep mede door het zwartboek de juiste aandacht krijgt.
De ZOA neemt met de presentatie van het zwartboek in het Haagse perscentrum Nieuwspoort een uiterste maatregel. Ondanks eerder gemaakte afspraken blijft men vanuit de VVN de ZOA beschuldigen van activiteiten waaraan de stichting part noch deel heeft. Woordvoerders van de ZOA spraken van een „hetze". Een enkele maanden geleden tussen de ZOA en de VVN gevoerd gesprek op bestuursniveau had als resultaat dat men zwijgplicht zal betrachten over de gerezen conflicten, totdat de ZOA met een klachtenlijst bij de VVN gekomen zou zijn om die door te praten.
Publiek
Publiekelijk is ook daarna door de VVN de naam van de ZOA in discrediet gebracht, aldus gistermiddag de heer Büdgen. Afspraken zijn door de VVN verbroken. Dat moet door ons dan ook publiekelijk rechtgezet worden. Vandaar de presentatie van het zwartboek, zónder dat van te voren als klachtenlijst door te spreken met de VVN.
Een van de grote bezwaren over de handelwijze van de VVN is volgens de ZOA, dat bij elke nieuwe groep op te vangen Vietnamezen gezegd wordt: je moet nu kiezen tussen ZOA of VVN. Wie voor de eerste organisatie kiest krijgt geen geld en hulp meer. Een ander voorbeeld van de voortdurende hetze is dat mevr. Ashman, een van de beroepskrachten van de VVN na de gemaakte afspraken, in een vraaggesprek met „De Kennemer" van 20 oktober, de ZOA is blijven beschuldigen. Mevr. Ashman beweerde daar dat „de medewerkers van de ZOA de macht over de Vietnamezen die in Nederland verblijven willen". De ZOA zou de Vietnamezen bang maken bij hun aankomst in Nederland. In hetzelfde artikel wordt de ZOA als basis van militante verzetsorganisaties in oprichting die in een militaire sfeer gehuld zijn, betiteld. In het dagblad „Trouw" kwamen al eerder dergelijke beschuldigingen Voor. Het zwartboek dat dit alles ontkent is inmiddels naar minister Gardeniers (CRM) gestuurd, gepaard met de aanvrage om een gesprek. De ontvangst van het zwartboek werd tijdens de persconferentie door een van de voorlichters van CRM, de heer Van IJzeren, hardnekkig ontkend.
Van IJzeren drukte een stempel op de persconferentie door direct na de toelichting van woordvoerders van de ZOA het niet ontvangen van het zwartboek te vertellen, zodat de ZOA ervan beschuldigd werd onvoldoende overleg betracht te hebben. Dat bepaalde de sfeer van waaruit een aantal vragen steld werden. Bovendien mengde hij zich met zijn eigen voorlichting voortdurend in het gesprek.
Gevraagd
De ZOA hield zich aanvankelijk slechts bezig met de steun aan vluchtelingen in Zuid-OostAzië, hoewel men zich bij de aankomst van de eerste groep vluchtelingen wel presenteerde.De heer P. J. Bonhof, die zelf, onafhankelijk toen nog van de ZOA, als secretaris van een plaatselijke werkgroep in Ureterp, bij de eerste opvang in 1976 betrokken was, kwam januari 1979 in contact met een aantal gezinshoofden die volledig het vertrouwen in de WN verloren hadden. Over de oorzaken daarvan - die voor een belangrijk deel blijken te liggen in linkse sympathieën binnen de VVN - licht het zwartboek uitvoerig voor. • De Vietnamezen zijn dus zelf om hulp gekomen bij de ZOA. Toen bleek, aldus de heer Bonhof, dat er , structurele problemen bestonden bij de opvang door de VVN konden , we ons niet langer beperken tot begeleiding alleen van degenen die daarom vroegen.
De ZOA meent dat er van een ordinaire ruzie of scheldpartij tus- ; sen twee elkaar beconcurrerende organisaties geen sprake is. Als diverse Vietnamezen in verregaande staat van geestelijke ontreddering verkeren, als er zelfs twee op het ' punt staan zelfmoord te plegen, spreek je niet meer van een ordinaire scheldpartij. Dan moet er meer aan de hand zijn, aldus Bonhof.
Naast een aantal door de ZOA geconstateerde feiten bevat het zwartboek een drietal principële bijdragen, die, aldus ZOA-voor- . lichter Van der Velde, eigenlijk nog belangrijker zijn dan de klach-. ten. De bijdragen tekenen de achtergronden van de Vietnamezen vanuit cultureel anthropologisch oogpunt (door drs. W. C. van der Horst), de betekenis van het Vietnameze vluchtelingenvraagstuk voor de Nederlandse bevolking (door Walter Timmer, psychotherapeut) en de betekenis van het oorlogsgeweld voor de gevluchte Vietnamezen in Nederland (even- ^ eens door Timmer). • Het zwartboek is verkrijgbaar bij de ZOA, Postbus 1527, Groningen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 december 1979
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 december 1979
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's