Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

\wmi^.fi;

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

\wmi^.fi;

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

onder aan de stam en daardoor kan Klaas zich nergens aan vasthouden. Ze hollen aan de andere kant de heuvel weer af. Ze worden er moe van. Ze gaan heerlijk liggen uitrusten tegen de kant van de heuvel. Als ze zo •voorover op hun buik liggen en ze rekken hun halzen een beetje uit, dan kunnen ze over de heuvel heen het witte huisje van Klaas zien. Klaas wijst: „Kijk, zie je dat zolderraampje in het dak? Daar slaap ik vlak onder". Wim knikt: „En mag ik bij jou slapen?" „Ja, natuurlijk. Zeg, moet je kijken, hoe mal de grote geit aan zijn touw staat te trekken."

Wim hijst zich een beetje hoger. Ja, nu kan hIJ over de heuvel heen kijken en nu ziet hij ook de geiten staan. „Wat is die ene groot en dik, zeg!" Klaas springt weer overeind. „Ga je mee, Wim, naar Manus?" „Naar Manus, wie is dat nou weer?" hij gezegd heeft, weet hij dan niet meer. Ze moet van deze dag genieten en hem maar wat toegeven. Het streelt haar toch ook wel en het maakt lang sluimerende gevoelens wakker.

„Zo Mientje, nu gaan we naar onze laatste bestemming voor vandEiag en daar zullen we heerlijk eten"

Ze knikt moe maar nu zou ze het liefst naar huis gaan. Ze heeft niet eens trek meer om te eten. Het zal al gauw donker zijn en ze moeten nog ver rijden. Wat zei Bert toen hij het over deze dag had? Dat het wel over twaalven zou worden. En nu is het nog zo vroeg. Wat moeten ze nog zo'n hele avond?

Zij volgt hem van een kleine parkeerplaats met veel grote bomen naar een romantisch verlicht restaurantje. Bert wijst haar een plaatsje in de hoek bij het raam en bijna helemaal door grote planten verborgen. Er is een wonderlijke sfeer die Mientje in een vreemde stemming brengt. Het is niet druk en ook de andere tafels staan zo opgesteld, dat men weinig erg in elkaar heeft. Nu en dan komen er wat gasten binnen, die rustig hun tafeltjes zoeken. „Intiem hè Mieneke," fluistert Bert. Ze knUrt en zalr6 op een stoel. Er komt een keurige ober aan die Bert blijkbaar kent. Hij praat lang en lacht en knikt vriendelijk naar haar. Dan gaat het opnieuw zoals het de hele dag al was. Ze drinkt koffie en praat en lacht .

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 december 1979

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

\wmi^.fi;

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 december 1979

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's