Dorpskerk Katwijk aan den Rijn heeft veelbewogen geschiedenis
voor de centrale verwarming tussen consistoriekamer en koor gemaakt en verder werd nog een reeks herstellingen uitgevoerd.
In 1921 droeg mr. O. J. E. Baron van Wassenaer van Catwijck de graftombe in het noorderkoor in eigendom over aan de staat, die zich in 1923 tegenover de kerkelijke gemeente verplichtte het noorderkoor te onderhouden. In 1927 is van staatswege het noorderkoor gerestaureerd. In 1936 is de toren opgeknapt, zulks geheel op kosten van de burgerlijke gemeente, onder leiding van de Dienst Gemeentewerken en in overleg met Monumentenzorg. Ook het baarhuisje is in dat jaar hersteld,
In de jaren '70 is de Dorpskerk tijdens een bijna drie jaar durende restauratie, die rond de ƒ3.000.000 gekost heeft, grondig onder handen genomen. Dit was wel nodig ook, want het pleisterwerk viel men deze ,,rommel" naar een lompenhandelaar brengen, totdat... men op het laatste ogenblik ontdekte het uurwerk uit 1603 in handen te hebben. In opdracht van Monumentenzorg is dit uurwerk opnieuw in de toren aangebracht. Het elektrisch uurwerk ligt thans opgeslagen in de kelder van het raadhuis! • Tevens is bij de uitgevoerde herstelwerkzaamheden het grafmonument opgeknapt en heeft men bij de gesloten noorderdeur een wijwaterbak uitgebikt. Het noorderkoor, dat in bezit van het Rijk is, is apart gerestaureerd.
Plattegrond
De kerk bestaat uit een toren, een schip van drie even hoge beuken, een hoofdkoor en een noorderkoor. De westmuur van de zuidelijke beuk is geopend naar een doopkapel. Op de zuidzelfde bouwperiode behoren. Vermoedelijk is het koor het eerst gebouwd. Het schip dateert waarschijnlijk uit de 15e eeuw, het noorderkoor en de voormalige sacristie uit ca. 1500 en de doopkapel uit de eerste helft van de 16e eeuw.
Inventaris
Tot de inventaris behoren: • Een orgel in rococovormen, vervaardigd door Pieter van Assendelft, orgennaker te Leiden. Het orgel is in 1765 voltooid. • Een herenbank met toogpanelen, gesierd met de wapens van Van Wassenaer en Van Wijhe. • Een koperen kaarsenkroon in laat-gotische vormen met twee rijen van elk zes armen en bekroond door de figuur van de H. Maagd in stralenkrans, waarvan de handen verion i zijn gegaan. De kroon hangt in de dooplcapel. • Graftombe voor Willem van Lyere, overleden in 1654 en zijn vrouw Maria van Reygersberg, overleden in 1673. Het grafmonument is in 1663 vervaardigd door de beroemde beeldhouwer Rombout Verhulst.
Voorstelling: Op een sarcofaag van zwarte steen is in wit marmer de dode Willem van Lyere uitgebeeld met daarachter zijn. weduwe in treurende houding bij het lijk van haar echtgenoot. Tegen de wand achter de sarcofaag ziet men een opschriftplaat, orngeven door festoenen met wapens en doodsemblemen. Getekend bij het voeteneinde van de mansfiguur: R. Verhulst fecit 1663. • In het koor liggen verscheidene oude grafzerken, waaronder die van twee priesters uit de jaren 1506 en 1522. Een van deze priesters was van adel: op de grafzerk staat zijn wapen afgebeeld. Verder zijn o.a. twee missiekelken te onderscheiden. é De herenbank. Tijdens de laatste restauratie zijn de pilaren, waarop het orgel rustte, verwijderd. Het orgel is weer aan de muur bevestigd.
ONTSTAAN WEGENS INGEBURGERD „MISBRUIK"
van de muren en het dak stond letterlijk op instorten, omdat bijna alle eiken.binten totaal verrot waren. Het bleek noodzakelijk een geheel nieuw dak op de kerk aan te brengen. Tijdens deze laatste restauratie zijn tevens enkele veranderingen aangebracht: • Men heeft de uit 1925 daterende kansel vervangen door één, die afkomstig is uit een kerk in Oosterleek (WestFriesland) en in 1695 vervaardigd is. (De „nieuwe" koorhekken zijn ook afkomstig uit deze' kerk.) Deze, veel oudere kansel past stukken beter bij het interieur. • Tijdens de laatste restauratiewerkzaamheden heeft men het raam boven de zuideringang dichtgemetseld. • Voor de restauratie steunde het orgel op vier pilaren. Deskundigen hebben aan de hand van oude tekeningen geconstateerd, dat dit vroeger niet het geval is geweest. Vandaar dat men de pilaren verwijderd heeft en het orgel thans aan de muur is bevestigd. De marmeren zuilen heeft men verkocht. • Bij het herstellen van de toren vond men op de torenzolder wat houten en ijzeren raderen etc. Met een vrachtwagen van Gemeentebedrijven wilde oostelijke hoek van deze beuk bevindt zich de vroegere sacristie, nu consistoriekamer. Tegen de noordzijde van de toren staat een baarhuisje. Tot ingang van het schip aan de zuidkant dient een modern portaal. De kerk ligt aan alle kanten vrij: aan de zuidzijde strekt zich een hoofdzakelijk met iepen beplant plein uit, aan de noordzijde het kerkhof. ' De drie beuken van het schip worden gescheiden door achtzijdige pijlers zonder basementen of kapitelen. De pijlers gaan over in eenvoudige scheibogen. De middenbeuk is met een triomfboog naar het hoofdkoor geopend. De beide koren trekken de aandacht door hun aanzienlijke afwijking van de as van het schip.
Bouwfasen
Blijkens de daarin verwerkte baksteen van groot formaat zijn de toren, de aansluitende gevelvleugels van de middenbeuk en het hoofdkoor het oudst. Ze kunnen hebben behoord tot de kapel, die in het eind van de 13e eeuw moet zijn gesticht. De bouwvormen bevatten evenwel geen bijzondere gegevens voor nadere datering. Daar toren en koor aanzien-. lijk uiteenlopende assen hebben, is het weinig aannemelijk dat ze tot één en de
Opvallend genoeg treffen we ook grafstenen aan van mensen, die in 't geheel niet in het toenmalige Katwijk gewoond hebben, o.a. die van een Notaris-Procureur binnen de stad Leyden(1752). • In de kerk zien we verder een tien-gebodenbord uit 1600, versierd met zuilen en twee tekstborden van 1608 en 1609. • In de toren treffen we een klok aan van 59 cm middellijn. Als opschrift ontcijferen we: Gerrit Bakker Rotter' dam A° 1786. De gescheurde grote klok, die in 1598 door Willem Wegewaert te Deventer was gegoten, is in 1936 in de oude vorm hergoten. • Vroeger bevond zich op de oostgevel van het koor een zeer vervaagde muurschildering, voorstellende de H. Christoforus. Van deze muurschildering berust, naar onze informatie, een slechte foto op het Rijksbureau voor Monumentenzorg.
Kerkhof
i Een gedeelte van het kerkhof (juist gelegen achter de zich in de kerlc bevindende graftombe) is speciaal gereserveerd voor de familie Van Wassenaer. We lezen op een grote steen: 1858 Nieuwe ingang naar het familiegraf der Heeren Wassenaer - Catwijck. Van bevoegde zijde werd ons meegedeeld dat in 1978 nog een baron uit dit geslacht, die elders begraven lag, in het familiegraf is bijgezet. Het gaat om Godfried Hendrik Leonard, Baron Van Wassenaer Van Catwijck, geboren 27 augustus 1894, overleden 11 december 1954.
De vroege winteravond begint reeds te vallen, wanneer we kerk en kerkhof verlaten, peinzend... ook baronnen gaan de weg van alle vlees! Interieur van de hervormde dorpskerk. Linksachter de doopkapel. De landzijde van de buitensluis. Rechtsonder vindt de doorgraving plaats. Het gemaal, gezien vanaf „De Driehoek". •> waterbouwkundig ingenieur J. H. Riemens. „Het betreft hier tenslotte een '' project dat 33,5 miljoen gaat kosten. Of we in 1980 gaan graven? Ik weet het niet. We zullen eerst zeker moeten zijn van de toekenning van subsidie". ^'i^
Naar het noorden-f.
Op onze vraag waarom de sluis naar het noorden verlegd wordt, antwoordt '• de heer Riemens: „Het gemaal kunnen we niet voor langere tijd buiten werking stellen, dat moet doordraaien. Wanneer we de sluis op dezelfde plaats"'''' zouden aanleggen, zouden we toch verplicht zijn een ander, tijdelijk uitwateringskanaal naar zee te creëren. In de tweede plaats weten we in 't ^ > geheel niet wat we na afbraak van de oude sluis in de bodem zullen aantreffen.-'^ Overblijfselen van bijvoorbeeld zeer oude fundamenten zouden het werk erg bemoeilijken. In de derde plaats is het een plan met visie: Je kunt eventueel (heel veel) later naar de „oude" plaats terug".
Dijkvorm
„De nieuwe doorgraving van de duinen begint halverwege het kanaal tussen - i' gemaal en sluis. De afwijking naar het noorden t.o.v. de oude buitensluis ''-:' bedraagt ongeveer 65 meter. Daar de duinen ter plaatse ± NAP + 14 (meter) '•^'•>' liggen en het kanaal voor de sluis NAP -5.50 (aan de zeezijde NAP -2.20) diep ' '"" wordt, moet er een geul door de duinen gegraven worden, die ongeveer 70 meter breed en 20 meter diep is! ''-' De nieuwe sluizen krijgen het aanzien van een soort ,,dijk", die even hoog '^ als de Rijnmond en de Boulevard wordt (NAP +10 a 11). Deze dijkvorm komt ''' zeer sterk tot uiting aan de zeezijde van de nieuw te bouwen sluis: we zien daar een zwak oplopend talud, waar de golven bij storm zich als het ware op kunnen"'*' ,,dood"-rollen. Voor een steil oprijzend bouwwerk is de kracht van de golven veel sterker, vandaar de eerstgenoemde aanpak. De strandhoofden in zee worden 200 meter lang en komen ruim 100 meter noordelijker te liggen dan de>; •; huidige. Nee, we maken geen gebruik van zandzuigers: daardoor wordt het ,.,., natuurlijk zandtransport verstoord. Bovendien hebben we slechte ervaringen , uit 1957".
Op mijn vraag wat er nu met de oude sluis gaat gebeuren, luidt het antwoord';"' kort: „Wat zichtbaar is, wordt afgebroken. We maken van het geheel een dijk,>C' die op NAP + 10 komt te liggen, met een weg er overheen. Je zou kunnen ..• zeggen: een soort verlenging van de Boulevard". Onmiskenbaar een groots en spectaculair gebeuren, maar opnieuw verdwijnt een historisch stukje Katwijk. ,,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 december 1979
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 december 1979
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's