Minder standplaatsen op woonwagencentra
Beleidsplan provincie Zeeland:
MIDDELBURG — De overbevolking op een aantal woonwagencentra dient door uitbreiding van het aantal standplaatsen voor 1985 te zijn opgeheven. Dit staat in een nota die GS van Zeeland hebben uitgebracht over de situatie rond de woonwagenbewoners. Op grond van de woonwagenwet hebben GS de bevoegdheid om een woonwagenplan voor de provincie op te stellen.
Van onze regioredactie)
Op een woonwagenbevolking van circa 500 personen is het thans nog niet noodzakelijk dat in elke Zeeuwse gemeente een woonwagencentrum wordt ingericht._In het woonwagenplan wordt uitgegaan van twee deelplannen, te weten één in ZeeuwsEen goed voorbeeld van een landschap, dat ten prooi valt aan de nieuwbouw. Vlaanderen en één in Midden-NoordZeeland. Het huidige aantal standplaatsen van 88 zal voor 1985 met 64 tot 152 moeten worden uitgebreid.
Omdat veel gemeenten de opneming van woonwagenbewoners tegenstaat, wordt door GS een poging ondernomen enige sympathie voor deze groep te kweken. Zij dienen niet verward te worden met een andere groep van woonwagenbewoners; die van de zigeuners. De Nederlandse woonwagenbevolking komt voornamelijk uit de provincies Drenthe en Noord-Brabant. Hun „trekneigingen" zijn in de tweede helft van de 19e eeuw ontstaan om aan voldoende inkomen voor hun gezin te geraken. Voornamelijk met het graven naar turf en mandenmaken, scharenslijpen en venten verdienden zij de kost. Het wonen op wielen leidde tot vervreemding van de overige bevolking. In Zeeland werkten de „reizigers" bovendien als zei-' zoenarbeiders in de bietencampagne en de uienpluk.
Niet te onderscheiden van de reizigers is een kleine groep „burgers" die zich de laatste 30 jaar bij hen hebben gevoegd. Deze werken vaak normaal in loondienst en voelen zich wel aangetrokken tot de manier van leven zoals die van de „reizigers" maar hebben een vaste standplaats. Ook de woningnood was voor velen de aanleiding zich in een woonwagenkamp te vestigen. onderwijs. Contacten door kinderen gelegd kunnen voor de ouders aanknopingspunt zijn om met de burgerbevolking kennis te maken. Door gerichte informatie dient de woonwagenbevolking vertrouwd gemaakt te worden met allerlei vormen van maatschappelijk werk. Er moet naar worden ge-' streefd ook in de gezinsverzorging de woonwagenbewoners te betrekken. Ook liggen er op het terrein van het jeugdwerk en de sportbeoefening mogelijkheden voor integratie. Ook dienen er voorwaarden geschapen te worden de woonwagenbewoners in staat te stellen de gezondheidszorg optimaal te benutten. Ervaringen uit het verleden bevestigen dat er ook behoefte bestaat aan pastorale zorg, die reeds gunstige effecten heeft opgeleverd.
Spreiding
Met het oog op de integratiegedachte van de regering die decentralisering met zich meebrengt, dient Zeeland rekening te houden met een toeloop uit andere provincies. Ook zullen voor de groei van de eigen woonwagenbevolking nieuwe plaatsen ingericht moeten worden. Voor de Goese uitbreiding zal er een centrum in Reimerswaal worden gesticht en Middelburg zal een gedeelte van de Vlissingse woonwagenbevolking op dienen te vangen. In Zeeuws-Vlaanderen is als nieuwe gemeente Aardenburg aangewezen voor de uitbreiding van de Oostburgse woonwagenbevolking.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 december 1979
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 december 1979
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's