Opstandelingen in Afghanistan door grote verdeeldheid nogal gehinderd
DEN HAAG - Terwülin de islamitische wereld een beweging gaande is zich steeds hechter en eensgezinder achter de banier van Mohammed te scharen lijkt de geest van de profeet de moslem-opstandelingen in Afghanistan niet te kunnen inspireren tot meer eenheid. Na meer dan een jaar strijd tegen het marxistische bewind in Kaboel is het verzet nagenoeg verbrokkeld.
In hoofdlijnen zijn de doeleinden van de verschillende opstandige groeperingen dezelfde. De Djihad(Heilige Oorlog) wordt gevoerd om de communistische en atheïstische regering van president Hafizoellah Amin te verdrijven. De toenemende invloed van de Sovjet-Unie moet teruggedrongen worden. Er moet een islamitisch bewind komen en oude tradities moeten weer in ere worden hersteld. Maar als de uitwerking van dit laatste ter sprake komt lopen de meningsverschillen hoog op. Dat en veel persoonlijke animositeit hebben verhinderd dat een enkele persoon de leiding van de opstand op zich kon nemen. Gebrek aan leiding en coördinatie zijn de redenen van de wisselvalligheid van de op
'*""'' Staatsgreep
In april vorig jaar werd het impopulaire bewind van president Daoed omvergeworpen met een marxistisch getinte staatsgreep. Daoed had de steun van zijn bewind de laatste jaren verspeeld en een nieuwe leiding zou op veel krediet bij de bevolking mogen hopen. Nadat de meer gematigde Chalq-vleugel onder leiding van president Noer Mohammed Taraki met steun van Moskou de militant-linkse Parcham-vleugel had uitgeschakeld werd een centralisatische politiek gevoerd, die op veel verzet stuitte bij de bevolking. Afghanistan is een erg onderontwikkeld land waar tradities een grote rol spelen en de verwachting van de regering dat door socialistische maatregelen aansluiting gevonden zou worden bij de armsten werd niet bewaarheid. De tegenstelling modernistisch-conservatief heeft altijd een grote rol in het feodale Afghanistan gespeeld en veel regeringen verloren in het verleden hun steun door te modernistische maatregelen. In dit weinig verstedelijkte land hebben chans (landadel) en andere plaatselijke leiders vanouds zeer grote macht. Zij bieden hun onderdanen bescherming en bestaanszekerheid en waken zorgvuldig over hun invloedssferen. De pogingen van het marxistische bewind in Kaboel om deze banden te doorbreken liepen op niets uit. De afschaffing van de bruidsschat en de invoering van een minimumleeftijd voor het huwelijk wekten zelfs grote verontwaardiging. De religieuze leiders (moellahs) hadden het vermoeden dat de politiek van Kaboel sterk door atheïsme was geïnspireerd en riepen op tot verzet. De landhervormingen re^tSbTeLïrdfpStTk'op weinig uit te lopen. De feodale structuren waren te sterk. Opstand
De eerste opstanden in de zomer van 1978 waren vooral gericht tegen het centralisme. De islam kon hierop als katalysator werken. De regering reageerde nogal bot en mede daardoor breidde de opstand zich snel uit. Kaboel verzekerde zich van de steun van de Sovjet-Unie met een vriendschapsverdrag voor twintig jaar. Toch wordt er volgens waarnemers nu in alle delen van Afghanistan gevochten. Ook berichten over ongeregeldheden in de steden tonen aan dat de opstandelingen veel aanhang hebben. Tot nc^ toe lijken drie 'haarden de grootste dreiging voor Kaboel te vormen, ook omdat ze zich tamelijk dicht bij de hoofdstad bevinden. In het dichtbevolkte noorden, met name in de provincie Koenar wordt regelmatig de hoofdweg van Kaboel naar de Sovjet-Unie ingenomen. Rond de stad Koendoez, de derde van het land, worden voortdurend onlusten gemeld. Ten westen van Kaboel zijn de Hazara's in opstand. Zij zijn in grootte de derde bevolkingsgroep van het land en staan onder leiding van het voormalige parlementslid Ali Barg. Volgens Barg hebben zijn rebellen grote gebieden in het centrum van het land onder controle.
Pasjtoe*s
De belangrijkste dreiging voor Kaboel komt uit het zuidoosten. De Pasjtoe's (ook wel Pathanen genoemd) die iets meer dan de helft van de Afghaanse bevolking uitmaken, zijn vooral daar actief.
Muiterijen van het leger in de garnizoenssteden Djalalabad (100 km van Kaboel) en garde lieten zien dat de regering niet in staat is gebieden die vlak bij Kaboel liggen volledig te beheersen, hoewel met name het verzet van de Pasjtoe's ernstig verdeeld is. De Pakistaans-Afghanistaanse grens deelt het woongebied van de Pasjtoe's in tweeën Acties kunnen gemakkelijk in Pakistan voorbereid worden en na voltooiing kunnen de rebellen weer naar Pakistan uitwijken. Na de staatsgreep van april '78 zijn veel Afghanen^ gevlucht naacvlran^en Pakistan. Langs de grens tusseïï*Pakistan en Afghanistan zijn veel vluchteUngenkampen ingericht en deze spelen een grote rol in de organisatie van de Pasjtoe-öpstandelingen. De verschillende door Pasjtoe's gedomineerde bewegingen concurreren sterk met elkaar om de steun van de strijdende bevolking te krijgen.
De correspondent van het Franse persbureau AFP bracht een bezoek aan vluchtelingenkampen rond het stadje Miram Sjah in de Pakistaanse provincie Waziristan. Hij constateerde dat vooral de meest extremistische islamitische groeperingen de steun krijgen van de strijdende bevolking.
Groeperingen
De conservatieve Hezb-i-Islami van ingenieur Goelboeddin Hikmatiar is zeer populair bij de „Djaji" en „Mangal" stammen. Ten zuiden van de provincie Pachtia lijkt de opstand zich meer aan te sluiten bij de rivaliserende Hezb-i-Islami van Joenoess Qales. Andere meer gematigde organisaties kunnen ook rekenen op steun van verscheidene Pasjtoe-stammen. Het revolutionair islamitische front van Said Achmed Djalani, een telg uit een Bagdadse Soefi-Familie, wordt het meest door Pasjtoe's beheerst.
Het nationale Bevrijdingsfront van Sibghatoellah Modjaddedi lijkt de meeste aanhang te hebben. Modjadeddi is afkomstig uit India en heeft aan het hoofd gestaan van vele wetenschappelijke en godsdienstige centra. Hij heeft het grootste internationale aanzien en wordt vooral in de conservatieve islamitische landen bijzonder gewaardeerd.
De Djamaat-i-Islami van professor Boerchanoeddin Rabani staat een fundamentalistische-islamitische staat voor. Deze beweging heeft een Pakistaanse tak die verscheidene ministers levert aan de regering van president Zia Oei Haq.
Tot slot geniet de Harket-i-Inquillab-i-Islami van Malawi Mohammed Nabi veel steun. Deze staat een sociale revolutie binnen de Islam voor en is meer links gericht.
Moedjahiedin
De Mb'edjahiedin (strijders voor de Islam) zijn doorgaans zeer nauw aan hun leiders gebonden en kunnen in feite tegelijkertijd verplichtingen aan verschillende personen hebben. De mate van steun die de verschillende leiders kunnen geven op het slagveld is van-groot belang. Hierbij hebben de twee rivaliserende groepen van de Hezb-i-Islami, die op militair gebied het best georganiseerd zijn, een aanzienlijke voorsprong. Ingenieur Hikmatiar heeft 1500 tenten verdeeld onder de vele Afghaanse vluchtelingen in Pakistan en Joenoes Qales heeft eerste-hulpposten ingericht op de plaatsen waar slag geleverd wordt in Afghanistan.
De manier waarop de guerrillagroepen georganiseerd zijn is volkomen in overeenstemming met de Afghaanse tradities, het merendeel van de beslissing wordt met eenstemmigheid genomen. Dat eist veel tijd en ontelbare ondernemingen en vergaderingen. Iedere Moedjahied moet voor zijn eigen wapen zorgen en betaalt zijn munitie uit eigen zak. Alleen de oorlogsbuit wordt verdeeld. Deze weinig effectieve manier van strijden werkt in het voordeel van de regering en de hoop van de opstandelingen is dan ook meer dat het leger verder uiteen zal vallen dan dat militair een definitieve overwinning behaald zal worden. Berichten over muiterijen en deserties tonen aan dat deze hoop niet uit de lucht gegrepen ÏB.
Pasjtoe-overheersing
Aüdere stammen dan de Pasjtoe's vrezen voortdurend een Pasjtoe-overheersing. In het verleden is gebleken dat de Pasjtoe's vaak de hogere posten in ambtenarij in beslag nemen. De gijzeling van de Amerikaanse ambassadeur in februari dit jaar werd uitgevoerd door opstandelingen uit het noorden die wilden protesteren tegen het Pasjtoe-overwicht in hun gebied (Badaksjan). De weinig zachtzinnige vidjze waarop de regering in Kaboel die zaak oploste en cQe de dood van de ambassadeur tot gevolg had, is tekenend voor de manier waarop het Chalq-bewind met de opstandelingen meent te moeten omspringen.
De Russen die door deze zaak een diplomatieke rel met de Verenigde Staten kregen, hebben de regering in Kaboel al tot kalmte gemaand. De verhalen over bloedbaden (in Herat bij ongeregeldheden in maart 5000 doden) bereiken behalve het westen en Moskou ook de opstandelingen elders en deze worden steeds grimmiger. Amin die na een interne machtsgreep aan het bewind kwam, bleek nog meer voorstander van de harde lijn. De Russen zijn niet alleen vanwege hun belang bij een sterke positie in dit deel van Azië, maar omdat de naburige Sovjet-fepublieken in Centraal-Azië ook wel_ eens onrustig zouden kunnen wor-' den. Van alle volkeren die in Sovjet-centraal-Azië leven, woont een deel in Afghanistan. De Tadzieken zijn zelfs in grootte de tweede bevolkingsgroep in Afghanistan.
Smeltkroes
Afghanistan is ontstaan als een diplomatiek compromis tussen het tsaristische Rusland en het Victoriaanse Groot-Brittanië. In die dagen nam men het niet zo nauw met etnische grenzen.
Afghanistan, toch al een smeltkroes, heeft nu over al zijn grenzen heen verwante volkeren wonen. Reden óm zo nu en dan eens een gebied op te eisen, voornamelijk van Pakistan. De Pakistaanse regering, die overigens de opstandelingen welgezind is, is niet zo bijster gelukkig met de grote groepen vluchtelingen die op haar gebied wonen (de schattingen lopen tot een half miljoen). De vele Pasjtoe's in Pakistans noordwestelijke provincie zouden hierdoor wel eens op bepaalde ideeën kunnen komen en het zou niet voor het eerst zijn dat dan de roep om een onafhankelijk Pasjtoenistan gehoord zou worden. De betrekkingen tussen Kaboel en Islamabad zijn opnieuw gespannen. Kaboel beschuldigt de Pakistanen van rechtstreekse betrokkenheid. Ook met Iran waar vele Afghaanse gastarbeiders werkzaam waren, zijn de betrekkingen niet best. Hoewel de rebellen niet daadwerkelijk door Teheran geholpen worden hebben ze wel de sympathie (Ayatollah ShariatMadari).
Verward
Met de winter voor de deur is de situatie verward. Gebieden die overdag door het regeringsleger gecontroleerd worden zijn 's nachts vrij spel voor de rebellen. De sneeuw - Mghanistan heeft een streng landklimaat - zal de; mobiliteit van het leger niet bevorderen. Afgelopen week viel een verhoogde activiteit bij de rebellen te constateren. Maar als hun acties ongecoördineerd blijven moet het leger in staat worden geacht het land min of meer onder controle te houden. Maar het feit dat hoge regeringsfunctionarissen in Kaboel hun familieleden naar de Sovjet-Unie hebben gestuurd wijst eropdat men niet geheel gerust is over de afloop. Deze zal vooral afhangen van het feit of de opstandelingen in staat zijn een centrale leiding te creëren. Een invloedrijke geestelijke leider, zoals in Iran, is niet voorhanden. De Afghanen zijn voor het overgrote deel Soennitisch en de Soennitische islam is veel minder hiërarchisch gestructureerd dan de Sji'itische die in Iran overheerst. Het | wantrouwen dat veréchiHende etnische groeperingen tegen elkaar koesteren staat de aanvaarding van één leider in de weg en bemoeilijkt coeprdinatie. Aangezien de schade aan de eenheid van het regeringsleger na de coup van Amin in spetember dit jaar nogal mee lijkt te vallen wordt verwacht dat de strijd nog zeer lang zal duren. De Sovjet-Unie die haar steun aan Kaboel nog steeds uitbreidt heeft de sleutelrol.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 december 1979
Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 december 1979
Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's