Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geen continuïteit in religieus besef en christelijk geloof

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geen continuïteit in religieus besef en christelijk geloof

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZEIST — Als uitingen van religieus besef vallen alle vormen van religie onder het oordeel, wanneer ze geconfronteerd worden met de persoon van Jezus Christus. Er bestaat geen continuïteit tussen algemeen religieus besef en christelijk geloof. Hoeveel goede dingen er ook te vinden zijn: de Islam maakt hierop geen uitzondering. Er is een fundamenteel verschil tussen christelijk geloof en de islamitische godsdienst.

Dit bracht drs. J. Beukema, aanknopend bij gedachten van J. H. Bavinck, naar voren in zijn lezing over de benadering van moslims in Nederland. De heer Beukema, in dienst van de stichting tot verbreiding van het evangelie onder moslims in Nederland, sprak vrijdagavond in Zeist voor enkele tientallen aanwezigen voor de zogenaamde zendingsbezinningsgroep die zich ondermeer ten doel stelt de zendingsgedachte binnen de gereformeerde gezindte te verlevendigen.

In zekere zin is God als Schepper van de volkeren met alle mensen bezig (Vergelijk Job 33 vers 14 tot 18). Hij heeft zich niet onbetuigd gelaten onder de heidenen. De vraag is echter: Hoe wordt daarop door de mensen gereageerd? De diverse vormen van religie moeten gezien worden als verkeerde reacties op Gods bezig zijn met de mens. Gods openbaring wordt verdrongen en weggedrukt. Het komt niet tot feitelijke kennis van God.

Mogelijk is God in de grot Hira, waar naar de Islam zegt, Mohammed de openbaring van de Koran uit de hemel ontvangen heeft, inderdaad met Mohammed bezig geweest, zo veronderstelt Bavinck. Misschien is hij rakelings langs God heen gegaan. Het wezenlijke heeft hij echter niet begrepen. De Koran is dan het produkt van de verwrongen verwerking van indrukken waar de levende God niet buiten staat. Hoe het ook zij: van een gebroken hart en een verslagen geest hèt kenmerk van het antwoord van het geloof, is in de Koran geen sprake.

Er is dus 'n principieel verschil tussen de Koran en de Bijbel, als Gods Woord. Daarmee wees Beukema de gedachte af van prof. Wessels als zouden wij de Koran en de Bijbel beide ernstig hebben te nemen. De veldwinnende gedachte dat de christen samen met de moslim moet worstelen in het zoeken naar de waarheid in Schrift en Koran brengt ons in een ander spoor dan dat van het christelijk geloof. De Islam is geen weg tot het heil.

In de discussie werd uitgebreid ingegaan op de praktische vraag hoe de moslims in onze eigen omgeving te benaderen met het Evangelie. Algemeen hebben de kerken weinig oog voor haar roeping ten aanzien van de moslim als vreemdeling binnen onze poorten. Eén van de oorzaken is het sterk naar binnen gekeerd zijn van de gemeenten. De beste zendingsmethode is het eenvoudige voorleven. Op de werkvloer, in de straat, daar waar mensen werken en wonen, in de persoonlijke ontmoetingen en contacten, daar gebeurt het, zo getuigt één van de aanwezigen uit de praktijk.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 10 december 1979

Reformatorisch Dagblad | 56 Pagina's

Geen continuïteit in religieus besef en christelijk geloof

Bekijk de hele uitgave van maandag 10 december 1979

Reformatorisch Dagblad | 56 Pagina's