Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

week 49

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

week 49

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

de rechtsstaat. Er zijn beperkingen, altijd. Extreem ingestelde individualisten (anarchisten) en radicale fanatici (terroristen) zullen zich om die reden niet snel tot de voorstanders van de westerse rechtsstaatidee laten rekenen.

Terroriitme

Wij kunnen noch behoeven in het kader van deze beschouwing in te gaan op oorzaken, bestrijding en voorkoming van terrorisme. Ook dat gebeurde reeds („Zioht"-katem „Terreur en terrorisme"). De bedoeling was slechts om, via analyse van een algemeen-politieke ontwikkeling, de achtergrond te schetsen waartegen geweld in een democratische rechtsstaat een kans krijgt. Want, afgezien van terroristisch, fysiek wapengeweld, ligt hier naar ons gevoelen, de bron van toenemende maatschappelijke polarisatie met stakingen, boycotacties, bezettingen, etc. als uitingsvormen.

Kern van de zaak is dat sommigen de grenzen van de democratie aanzien voor haar feilen. Ondertussen is het natuurlijk waar dat er veel aan het functioneren van het democratisch stelsel kan schorten. Maar democratisering van het geweld (geweldsmonopolie) kan slechts tot ondergang, althans sterke verzwakking van de rechtsstaat voeren. Je zou ktmnen zeggen dat actievoerders ondermijnender werken dan terroristen.

Gfeen begrip

Vormen bomaanslagen, kapingen en gijzelingen, zoaJs wij die in de zeventiger jaren gekend hebben, dan niet een bedreiging van onze rechtsstaat? Bc geloof het niet, zolang althans bij de bevolking geen begrip bestaat voor terroristische acties. Bovendien is de overheid thans beter toegerust dan ±1973 toen de eerste gijzeling (Beilen) — overigens van nict-politieke aard — zich voltrok. De overheid van een rechtsstaat moet in staat zijn geweld van individuen of groepen, snel, doeltreffend, maar naar de mate van het nodige, te bestrijden.

Maar het gevaar van geweldsacties als hiervóór bedoeld, is dat zij zelden de rechtsstaat ineens van de klippen werpen, maar haar veel meer stapje voor stapje naar de afgrond duwen. Het vraagstuk van geweld heeft uiteraard alles met macht maar ook alles met gezag te maken. Gehoorzaamheid aan overheidsgezag was norm en is doel geworden: gehoorzaamheid voorzover en zolang het doe] gediend wordt.

Ook voor aanwending van overheidsr geweld geldt dat het niet langer een zaak van principes is, maar van de vraag of het een middel is — naast andere middelen — om een collectief doel te berei; ken. Het geweldshandelen van de overheid raakt minder op waarden dan op doelen betrokken. Vandaar de pragmatische aanpak en de opportunistische inslag van het overheidsoptreden.

I^oekom^t

Het heeft weinig zin om terug te zien naar de zeventiger jaren als wij dat niet zouden doen met het oog op de tachtiger jaren. Zal het geweld in onze samenleving toe- of afnemen? Wij weten het niet. We kunnen slechts vaststellen dat er weinig of geen ontwikkelingen zijn welke wijzeii in de richting van minder geweld, vredesonderhandelingen en geweldloosheidspropaganda tén spijt. Wij bepleiten geenszins fatalisme, zelfs (zekert) niet op grond van de Bijbel. Wat gebeurt, is niet te wijten aan een noodlot maar is voluit schuld. Geweld komt voort uit de handen van machthebbers of machtelozen. In een zondige samenleving kan macht (en eventueel geweld) niet een noodzakelijk kwaad maar een noodzakelijk goed zijn. Maar dwang en geweld zijn voluit categorieën van deze gebroken bedeling. Daarmee is gezegd dat aanwending van geweld veel goed, maar nog veel meer kwaad kan doen. Ondertussen geldt dat de dingen dezer wereld rijpen voor het eindoordeel. De spanningen nemen toe en de duivel komt steeds meer in tijdnood. Een stroom van onrecht en geweld gaat over deze aarde, al eeuwen lang. Het laatste hoofdstuk van het laatste bijbelboek (Openb. 22:11 en 12) spreekt over het eindgericht als volgt:

,J)ie onrecht doe, dat hij nog onrecht doe; en die vuil is dat hij nog vuil worde; en die rechtvaardig is, dat hij nog gerechtvaardigd worde; en die heilig is, da^ hij nog geheiligd worde. En zie. Ik kom haastiglijk; en Mijn loon is met Mij, om een iegelijk te vergelden, gelijk zijn werk zal zijn."

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 december 1979

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's

week 49

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 december 1979

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's