De kanarie
Wij hadden een kanarie. Maar wij gingen vaak weg hoor. Daar zat hij dan alleen. Wij vroegen om een mannetje in de winkel. Maar hij gaf ons een vrouwtje, zonder dat wij het wisten, 's Morgens haalde ik het doekje van zijn kooitje. En wat zag ik, een eitje.. Maar het was kapot. Toen wisten we meteen dat het een vrouwtje was. Het eitje was kapot, omdat zij op haar stokje was blijven zitten. En zij mocht er vaak uit hoor.
Op een keer moest haar kooitje weer schoongemaakt worden. Mijn broer en ik kwamen thuis uit school om te eten. We gingen eten. Maar het vogeltje ging er niet in. Mijn moeder deed er een slablaadje in. Dan kon hij er net bij. En wat deed de deugniet. Hij ging er lekker aan zitten pikken. Maar hij ging er toch in. Maar hij was ondeugend. Want als het koffietijd was, ging hij om een stukje koek roepen. Maar toen het zaterdagavond bedtijd was, en toen wij 's morgens wakker werden, toen was hij dood. Jeanette Keyzer, Stellendam, 8 jaar Ja, nu komt er een moeilijk karwei. Het touw stevig in z'n- viĆ¼sten gekneld, slingert Wijbe zich uit het luikje naar buiten. Dan laat hij zich langzaam zakken. Het touw is dik en zijn handen zijn vol eelt. Maar toch kan hij het haast niet meer uithouden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 december 1979
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 december 1979
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's