Olietekort om ruzie met Riaad
Italië in benarde positie
ROME — De regering van Italië doet er alles aan om op diplomatiek niveau de controverse met Saoedi-Arabië uit de wereld te ruimen. De Italiaanse Minister-President, Francesco Cossiga, heeft de regering in RIaad een boodschap gestuurd waarin hij vraagt om zo snel mogelijk de zaak „op het hoogste niveau" uit te praten.
Woensdag gaf Saoedi-Arabië te kennen geen olie meer te leveren aan Italië. In Italiaanse kranten waren berichten verschenen dat een deel van 'de provisie die wordt betaald bij het sluiten van een leveringscontract voor ruwe olie in de zakken van Italiaanse politici was verdwenen. De Saoedische staatsoliemaatschappij, Petromin, is bang hierdoor een slechte naam te krijgen.
Saoedi-Arabië levert Italië ongeveer eenderde van de olie die het land nodig heeft. De olie die SaoediArabië nu vasthoudt zou in 1980 en 1981 moeten worden geleverd.
De provisie die bij dit contract zou worden betaald bedraagt ongeveer 120 miljoen dollar.
Wettig
Zwitserse banken, waar de provisie is gedeponeerd, hebben inmiddels laten weten dat de olietransactie volkomen wettig is geweest en dat de Italiaanse regering er volledig van op de hoogte was. Betaling van provisie is bij deze gevallen een normale zaak, zo verklaarde de President-Directeur van de ENI (de Italiaanse staatsoliemaatschappij) Giorgio Mazzanti. De Italiaanse minister van Industrie, Siro Lombardini, had een schorsing van de ENI-directeur voorgesteld. Premier Cossiga wees dit echter van de hand en gaf opdracht een onderzoek in te stellen naar de ware toedracht.
Politiek
Het besluit van Saoedi-Arabië om geen olie te leveren komt hard aan voor Italië.
Het land zal volgend jaar een tekort aan ruwe olie hebben van ongeveer 28 miljoen ton, bijna eenderde van wat het per jaar verbruikt.
De Italiaanse pers uitte donderdag scherpe kritiek op de regering: Zij zou de ENI te lang haar gang hebben laten gaan en de internationale naam van de ENI te grabbel hebben gegooid. Tussen de regels door valt te lezen dat de situatie die nu is ontstaan eigenlijk alleen maar politiek is: er wordt gewezen op de wankele positie van de regering-Cossiga.
Leden van de nieuwe „Comité's" belagen de bureaus van de officiële Palestijnse organisaties, waaronder de PLO, in Tripoli. Op 1 december riep Gaddafi „de Palestijnse volksmassa's" in zijn land op, zich in ,,Revolutionaire Comité's" te organiseren en de bureaus van de diverse Palestijnse fronten te verenigen onder „een volksleiding". De Palestijnse massa, zei hij toen, zijn vrij in hun acties in Libië.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 december 1979
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 december 1979
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's