Storingskans
In de PGEM-notitie komen een drietal aspecten naar voren. Dat zijn: bedrijfszekerheid van de elektriciteitsvoorziening, de financiële consequenties en de aspecten rond ruimtelijke ordening en milieu. Voor wat betreft de bedrijfszekerheid schrijft de PGEM dat dè storingskans van zo'n ondergrondse kabel groter is dan die van een bovengrondse verbinding. Bovendien kost de reparatie van zo'n storing bij een ondergrondse kabel aanzienlijk meer tijd. Toch komen er in de notitie ook negatieve aspecten naar voren van de bovengrondse verbinding. Bij de bovengrondse lijnen kan bij bepaalde weersomstandigheden (zoals ijzelvorming bij veel wind) lijnbreuk of kortsluiting doen ontstaan, doordat de afstand tussen de draden onderling te klein wordt (het zogenaamde lijndansen). Bovendien kan er een storing optreden in een bo-
vengrondse lijn door een blikseminslag.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 december 1979
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 december 1979
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's