Kerkelijk onderwijs aan de oudere jeugd
Zelfkritiek mag niet ontbreken
De jeugd, met name de kerkelijke jeugd, heeft het in deze tijd niet gemakkelijk. Je wordt geconfronteerd met meningen die je van-huis-uit niet kent. Aan de ene kant is het nodig, dat je andere meningen leert kennen. Aan de andere kantbetekenen andere gedachten voor velen een gevaar. Heel wat jongeren herkennen niet of nauwelijks het onbijbelse karakter daarvan.
Allerlei sekten en stromingen maken zich breed om de jeugd te beïnvloeden. We denken daarbij niet alleen aan stromingen en bewegingen buiten de kerk, maar ook aan die welke zich aan de rand van de kerk of binnen de kerk bevinden. Over veel werk onder de jeugd kunnen we uit ervaring niet optimistisch zijn. Het ademt al te veel remonstrantse geest.
Veel ouders zitten hiermee. Hoe kun je je kinderen in deze situaties het beste opvangen? Door het gebed. Jawel, het gebedsleven is van grote betekenis. Maar wij zullen ook moeten luisteren naar onze jeugd en met hen moeten spreken. Voorlichting is broodnodig. Veel ouders voelen zich daartoe nauwelijks in staat. Soms zitten we zelf nog met vragen! Daarom laten we het gemakkelijk over aan anderen b.v. de scholen. Opvoeding echter blijft primair een taak van de ouders, zeker ook de godsdienstige opvoeding. We mogen echter ook hulp verwachten van de kerk.
Van de kerk mag worden verwacht, heeft voor de ouderen maar ook voor de jongeren. Zij heeft tot taak ook aan jongemensen de boodschap van de Bijbel te brengen en het licht van die boodschap te laten schijnen over het leven van alle dag. Dat kan gebeuren door de prediking, de catechese, het verenigingswerk en het pastoraat.
De prediking
Binnen de gereformeerde gezindte is men over het algemeen tegen aparte kerkdiensten voor de jeugd. Ons inziens terecht, omdat de kerkdienst de gehele gemeente aangaat. Maar dan zulten wij er ook alles aan moeten doen om de jeugd ook door de prediking te bereiken. We kunnen daarbij niet volstaan met het spreken van enkele woorden tot de jonge mensen. Dan dreigt immers het gevaar dat zij daarop zitten te wachten en de rest van de prediking niet relevant achten. De hele prediking is ook voor de jeugd bestemd.
Uit gesprekken met jonge mensen blijkt steeds weer, dat zij vooral moeite hebben met twee dingen n.l. met de in de prediking gebezigde taal en met het gemis aan ethische aspekten in de prediking.
De taal
Een veel gehoorde opmerking is: Waarom worden toch zoveel moeilijke woorden en termen gebruikt? Kan onze predikant het niet gewoon zeggen? En in een verslag van een studentenvereniging las ik n.a.v. een gehouden referaat: Het was wat mat. Eigenlijk was het een repeteren van oude waarheden.
Wij dienen deze misschien wat ongenuanceerde opmerkingen als kerk ernstig te nemen. Wij mogen ons er niet van afmaken door te zeggen: als de Heilige Geest in je leven komt, leer je die taal wel vanzelf. Dat klinkt wel rechtzinnig, maar het gaat toch geheel voorbij aan de taal als communicatiemiddel. Eigenlijk kruipen wij op deze manier weg achter de Heilige Geest (we bedoelen dit heel eerbiedig) om ons eigen onvermogen te bedekken of te versluieren. Wij zijn namelijk verantwoordelijk om het Woord van God zo te brengen, dat het ook jongemensen kan aanspreken. Ook Paulus sprak in zijn tijd de gewone taal van het volk.
Zonder twijfel kan de Heilige Geest ook gebruik maken van een verouderde taal. Ook in die zin kan Hij met een kromme stok een rechte slag toedienen. De vraag is echter of wij door ons taalgebruik een extra belemmeboodschap ontmoet al genoeg belemmeringen in ons hart! Wij zijn van mening dat de prediking in zo'n verstaanbaar mogelijke taal moeten worden gebracht.
Dit betekent niet, dat aan de inhoud der prediking zou mogen worden getornd. Het evangelie is niet naar de mens. We moeten het ook niet verwachten van allerlei moderne bijbeivertalingen of van platvloerse en gewilde taal. We moeten niet populair willen zijn en de prediking volstoppen met verhaaltjes. Daar komen wij niet voor in de kerk. Het gaat om prediking van het Woord. En daarbij behoort eerbied en beschaafdheid en een taal die ook de jonge mensen kunnen verstaan.
Ethiek in de prediking
Jonge mensen denken over het algemeen concreet. Wat heb je aan de preek van zondag in het gewone leven van alle dag? Wat zegt de Bijbel over de levensvragen?
De praktijk van het christelijke leven komt, als het goed is, aan de orde in de catechismusprediking. We denken vooral aan het derde deel. Maar daarbij mag het niet blijven. Ook in de ,,gewone" prediking dient de praktijk van het leven aan de orde te komen. Hoe dikwijls gaan de profeten en apostelen niet in op allerlei actuele zaken in hun tijd!
De vraag naar ethiek in de prediking is een rechtmatige vraag. Wij citeren met instemming SmelÜc „de hechte samenhang tussen het Heilswerk en de ethiek, die de Bijbel zelf voortdurend predikt, behoort ook de prediking te beheersen. Het mag nooit gaan om de ethiek terwiUe van de ethiek, laat staan om een reductie van de verkondiging tot ethische sententies, die volkomen op zichzelf staan en een beroep doen op de goedwillende mens. De ethiek moet als vanzelf opkomen uit de prediking en niet dan bij uitzondering de voornaamste plaats innemen".
Wij mogen de vragen op het terrein van de ethiek niet uit de weg gaan. Ouderen en jongeren hebben er mee te maken. We moeten ons echter hoeden voor over-accentuering. Ethiek zonder prediking van het Heilswerk is blind. Het ziet de dingen niet zuiver, omdat het niet opkomt uit het Woord van God. Maar prediking zonder ethiek is leeg, het krijgt geen handen en voeten in het gewone leven.
De over-accentuering is er volop. Denkt u maar aan de politieke prediking. Binnen de gereformeerde geover-accentuering. Eerder is het tegendeel het geval. We zullen moeten erkennen dat de ethiek onder ons al te veel ontbreekt of in ieder geval een te bescheiden plaats inneemt. Dit feit te erkennen is echter niet genoeg, het zal metterdaad moeten veranderen. Niet alleen omdat de jeugd erom vraagt, maar omdat het Bijbels geboden is. Het gaat om leer en leven! Het gaat niet alleen om de vraag „hoe krijg ik een genadige God" maar ook om de vraag „hoe komt God aan Zijn eer".
De catechese
Ook de wekelijkse catechisatie is een belangrijk middel om de jeugd te onderwijzen. Het gebed in de gemeente en de stimulans van de ouders is daarbij onmisbaar. Maar ook allerlei „uiterlijke" zaken zijn van betekenis. Het maakt nogal wat uit in wat voor ruimte er catechisatie gegeven wordt. De ,,aankleding" van het catechisatielokaal is belangrijk. Het schoolbord om allerlei zaken te verduidelijken en op een rijtje te zetten is onmisbaar.
Maar dat is niet het enige. Je komt op catechisatie om iets te leren. Maar dan is voorwaarde, dat er een ongedwongen en goede sfeer heerst. Ongedwongen betekent echter niet ordeloos. Orde is erg belangrijk. Waar geen orde heerst, wordt weinig of niets geleerd. Nu is dat leren een heet hangijzer. We leven in een tijd van discussies. Je leest iedere dag in de krant dat de maatschappelijke discussie op gang moet komen. En ook op scholen staat de discussie hoog genoteerd. En op catechisatie? Echte discussie is echter pas mogelijk, wanneer we weten waarover we praten. We hebben dus in de eerste plaats onderwijs nodig.
Welnu, op de catechisaties vindt dat onderwijs plaats. Daar staan de Bijbel en de catechismus centraal. Alle andere boeken of boekjes ktmnen slechts hulpmiddelen zijn. En vooral voor het visuele aspekt dient geen al te grote plaats te worden ingeruimd. Het geloof is nog altijd uit het gehoort Bij het onderwijs op catechisatie is het van grote waarde of de catecheet gelooft wat hij zegt of hij rekening houdt met leeftijd en de vragen van zijn catechisanten en of hij van hen houdt. Ze zijn aan zijn zorgen toevertrouwd!
Naast het onderwijs is er op catechisatie vooral bij de wat oudere catechisanten ruimte voor het gesprek. En waarom zouden wij ook niet een stuk zelfwerkzaamheid stimuleren?
Eigenlijk is de catechese een stuk pastoraat onder de jongeren. We be... licht laten schijnen via prediking, catechese verenigingswerk en pastoraat... doelen hiermee, dat er ook voor een persoonlijk gesprek ruimte dient te zijn. De catechisant moet bij ons terecht kunnen.
Het verenigingswerk
Wij bedoelen hiermee het verenigingswerk met een kerkelijk karakter onder de oudere jeugd. Hoewel het jeugdwerk onderscheiden is van de catechese, staat ook 't jeugdwerk onder de verantwoordelijkheid van de kerkeraad. Dat houdt niet alleen in een zeker toezicht, maar ook een stimuleren vanuit de kerkeraad van onze jonge mensen.
Bij het kerkelijke verenigingswerk gaat het ook in eerste instantie om wat de Bijbel ons te zeggen heeft. Waar de Bijbel onder de tafel verdwijnt, kan van kerkelijk Jeugdwerk geen sprake zijn. Het samen bezig zijn rondom de geopende Bijbel, niet als kleine theoloogjes maar als leerlingen, kan vruchtbaar zijn voor onszelf en voor de gemeente. Goede leiding uit eigen kring of uit de gemeente is onontbeerlijk, evenals gebruikmaken van gocüde hulpmiddelen.
Naast het bijbelonderzoek zou eigenlijk ook regelmatig een sekte of stroming moeten worden besproken. Wat weten wij er dikwijls weinig van! En we komen er dikwijls mee in aanraking, zeker op de scholen voor voortgezet onderwijs. Veel jongeren worden immers aangesproken door wat bepaalde sekten en stromingen leren. Laten wij het toch goed onderzoeken!
Het verenigingswerk heeft ook een sociale betekenis. Het is dikwijls een ontmoetingspunt voor jongemensen. Daar kun je met elkaar praten en daar is ook de mogelijkheid voor verantwoorde ontspaiming. Als de Bijbel
maar het belangrijkste blijft.
Het pastoraat
Het pastoraat (huisbezoek) geldt de gehele gemeente, zowel de alleenstaanden, als de gezinnen met of zonder kinderen. Het komt maar al te vaak voor, dat jonge mensen worden weggestuurd omdat er huisbezoek komt, terwijl ook dikwijls jongeren er voor op de vlucht gaan. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. De dienaren van de kerk willen op het huisbezoek luisteren naar de vragen en opmerkingen van oud en jong. " Dat luisteren stellen wij voorop, 1 omdat wij er dikwijls zo'n moeite mee hebben. Luisteren is erg belangrijk. Velen hebben behoefte om zich te kunnen uitspreken. En laat ook de jongeren maar gerust komen met hun vragen en soms kritische opmerkingen. Dan pas kan erop worden ingegaan en kan het gesprek op gang komen.
Het huisbezoek bestaat echter niet alleen uit luisteren. De kerk heeft een boodschap voor oud en jong. Die boodschap mag op het huisbezoek niet ontbreken. Het Woord van zonde en genade moet ook aan de huizen worden gebracht. Het huisbezoek is ook, middel om te informeren en om geïnformeerd te worden. Hoe funktioneert de Bijbel in het gezin, en de kerkgang en de sacramenten? Komen de kinderen op catechisatie, nemen zij deel aan het verenigingswerk, komen zij trouw in de kerk? En als dat niet het geval is; wat zijn dan de beletselen? Een opwekkend woord kan geen kwaad. Wij vragen niet voor onszelf, maar voor de Koning der Kerk.
Mensen werk en Gods werk
Door de prediking, de cathechese, het verenigingswerk en het pastoraat probeert de kerk ook de oudere jeugd te bereiken. Dat behoort tot haar opdracht. Aan al dat werk is echter niets menselijks vreemd. Het gebeurt met veel gebreken. Soms al zuchtende, dan weer met vreugde. Het wonderlijke is, dat de Heilige Geest er toch gebruik van wil maken. Hij wil de kerk door al dat werk bouwen in het allerheiligst geloof. En Hij wil anderen daarbij betrekken door bekering.
Toch mag zelfkritiek niet ontbreken, noch bij de dienaren van de kerk, noch bij de gemeente, noch bij de jongeren in de gemeente.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 4 december 1979
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 4 december 1979
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's